Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 13 december 2020, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossierpagina’s 65 tot en met 71);
- het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 15 juni 2022, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (dossierpagina’s 299 tot en met 305);
- het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2021, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] betreffende historische verkeersgegevens telefonie (dossierpagina’s 313 tot en met 314).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.
8 (maanden)maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
3 (drie) jaren.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 750,-,bestaande uit € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.