Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Pré Wonen
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 juli 2021 met producties 1 t/m 22;
- de conclusie van antwoord met eis in reconventie van 22 september 2021 met producties 1 t/m 15;
- de aanvullende producties 13 t/m 17 van 30 december 2021 van [gedaagde] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 12 januari 2022 met producties 23 t/m 25;
- de akte uitlaten/inbrengen producties zijdens [gedaagde] van 7 september 2022 met productie 18 t/m 25;
- de akte inbrengen producties zijdens Pré Wonen van 27 februari 2023 met producties 23 t/m 24;
- de akte uitlaten/inbrengen producties zijdens [gedaagde] van 27 februari 2023 met producties 26 t/m 32;
- de mondelinge behandeling van 27 februari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd.
2.Feiten
‘4.1. Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als woonruimte door huurder en zijn huishouden. Het is huurder niet toegestaan om het gehuurde een andere bestemming te geven. De huurder is niet bevoegd een eventueel bij de woning behorende schuur, berging, zolder en dergelijke tot woon- en/of verblijfruimte te bestemmen.4.2. Huurder dient het gehuurde daadwerkelijk, behoorlijk, overeenkomstig de bestemming en als hoofdverblijf te gebruiken. (..) Gebruik als pied-a-terre en een hoofdverblijf elders is niet toegestaan. (..)4.3. Huurder zal het gehuurde naar behoren stofferen en meubileren.’
‘1. [gedaagde] zal via de website van De Key gespecificeerd melden wat de klachten zijn met betrekking tot de woning en met De Key een afspraak maken voor een onderzoek op locatie door De Key. Daarna zal De Key binnen twee weken dat onderzoek verrichten, waarbij ook de oorzaak van de beweerdelijke problemen wordt onderzocht.2. [gedaagde] zal onbelemmerd toegang geven tot de woning.(…)4. Indien de Key constateert dat er gebreken zijn die niet aan de huurder kunnen worden toegeschreven neemt zij het herstel voor haar rekening. Voor zover er wordt geconstateerd dat dat anders is treedt De Key met [gedaagde] in overleg.’
Nummer [adres 2] ziet nooit wat. Ze is er nooit en ze woont er niet. Heel af en toe 1x in paar maanden komt ze langs, geen idee wat ze dan binnen aan het doen is. Post halen ofzo. Ze wil er ook niet wonen. Ze woont nu bij iemand in. Geen idee bij wie. Misschien bij haar zus. Nummer [adres 2] heeft nog nooit ratten gezien en haar buren ook niet. Het is al een jaar zo. Op een tijdschakelaar laten ze soms licht branden. Soms in het weekend kwamen er vreemde mensen in de woning. Maar dat is nu over. Overlast boom nummer [adres 3].’
Woning staat volledig (!) vol met allerlei meubels en spullen. Er is nauwelijks te lopen. De hele woonkamer staat vol, op de 2-persoonsbed, maar daar wordt dus niet op geslapen. De 3 slaapkamers op de eerste verdieping staan ook vol met spullen. (…) De muren zijn netjes wit, geen schimmel. Alleen in 2 slaapkamers ligt gebruikt laminaat. De rest van de woning heeft geen vloerbedekking. Ook de trap is kaal. Er hangen geen gordijnen maar doeken en handdoeken voor ramen. (…) De woning ziet er uit als een opslagplaats.'
‘(…) De muren zijn netjes wit, geen schimmel. (…) Het is droog in de woning, geen vochtplekken of vochtige lucht. Mevrouw zegt dat er een vieze lucht in de woning hangt, maar zelf ruiken wij dat niet. De vochtplekken op zolder, waar mevrouw melding van heeft gemaakt, zijn zichbtaar door bruine plekken op de houtbalken. (…)
Van Liander heb ik doorgekregen dat er een nieuwe meter is geplaatst op 21-07-2020. Er is sinds 10-2019 is er contract met [gedaagde]. De meterstand die is opgenomen door Yuri op 11-03-2020(de kantonrechter begrijpt 2021)
is 98 Kwh hoog tarief en 77 Kwh laag. Dat is dus de stand van 7,5 maanden. Het gemiddeld verbruik per jaar voor 1-persoons huishouden is 1810 kwh.’
‘- De woning kurkdroog én ijskoud is.- De CV ketel staat al maanden uit, de afvoer van de ketel is droog en wit uitgeslagen.- De put van de douche staat droog.- Er is geen stroom op de bovenverdieping.Mijns inziens is dit een woning die niet bewoond wordt en ook al langere tijd niet bewoond wordt.’
3.De vordering
I de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt;
II [gedaagde] veroordeelt om binnen drie na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van
€ 20.000,00;
III [gedaagde] veroordeelt om de kosten van de ontruiming te voldoen binnen zeven dagen na toezending van het proces-verbaal van ontruiming met eventuele nota’s van de bij de ontruiming ingeschakelde derden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2021 tot de dag van voldoening;
IV [gedaagde] veroordeelt de proceskosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum vonnis en te vermeerderen met de nakosten.
4.Het verweer en de tegenvordering
primair:I. Pré Wonen veroordeelt het proces-verbaal d.d. 5 oktober 2020 na te komen, in die zin dat zij binnen twee dagen na datum vonnis:
- in het gehuurde deugdelijk onderzoek laat verrichten door een gespecialiseerd bedrijf naar de door [gedaagde] gestelde gebreken;
- deugdelijke herstelwerkzaamheden verricht, waarmee het ratten- en het vochtprobleem worden verholpen, onder onmiddellijke verstrekking van een (vergoeding voor) tijdelijke vervangende woonruimte aan [gedaagde];
subsidiair:II. Pré Wonen veroordeelt binnen zeven dagen na datum vonnis aan [gedaagde] passende vervangende permanente woonruimte aan te bieden en Pré Wonen te veroordelen de verhuis- en inrichtingskosten van [gedaagde] te betalen;
III. Pré Wonen te verbieden tijdens eventuele inspecties en werkzaamheden een verkapt onderzoek te doen naar de hoofverblijfplaats van [gedaagde];
IV. bepaalt dat Pré Wonen een dwangsom van € 500,00 verbeurt voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het in I tot en met III gevorderde met een maximum van € 20.000,00;
V. Pré Wonen veroordeelt tot betaling van de kosten van [gedaagde] bij de tenuitvoerlegging van het in I tot en met IV gevorderde en tot betaling van de proceskosten.
5.De beoordeling
- Pré Wonen is in de maanden februari, maart en april 2021 meerdere keren en op verschillende momenten (van de dag) op huisbezoek geweest, maar [gedaagde] werd nooit in het gehuurde aangetroffen;
- bij het bezoek van de opzichter op 11 maart 2021 is geconstateerd dat de woning niet of nauwelijks gestoffeerd was en propvol spullen stond waardoor deze niet of nauwelijks bewoonbaar was;
- bij dat bezoek is ook geconstateerd dat de CV niet gebruikt werd, dat het sanitair al geruime tijd niet gebruikt was en dat er geen stroom op de bovenverdieping was;
- in februari 2021 heeft een omwonende verklaard dat zij [gedaagde] nooit zag;
- de meterstanden voor gas en elektriciteit waren op 11 maart 2021 dermate laag dat van bewoning geen sprake kon zijn.
- zij is op het adres van het gehuurde ingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie en ontvangt haar post ook op dit adres;
- zij maakt gebruik van een rollator en is zodanig slecht ter been dat zij de bovenverdieping niet kan gebruiken en beneden slaapt;
- zij heeft inmiddels met behulp van haar dochter en andere familieleden het gehuurde opgeruimd en gestoffeerd (met behang, gordijnen en matjes), zodat het niet meer zo vol staat als toen Pré Wonen de huisbezoeken heeft afgelegd in 2021;
- zij heeft niet alleen een eenpersoonshuishouden, maar is ook veel weg om bij familie of vrienden te verblijven en heeft om die reden minder stroom en gas gebruikt dan gemiddelde huishoudens;
- zij heeft in verband met haar gezondheid inmiddels een speciaal bed in het gehuurde staan;
- zij krijgt wekelijks huishoudelijke hulp in het gehuurde, bekostigd vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
[gedaagde] heeft haar betoog onderbouwd door daarvoor bewijsstukken, over te leggen en heeft ook gewezen op een groot aantal verklaringen van familie en buren waaruit valt af te leiden dat zij in het gehuurde woonachtig is, althans daar veelvuldig aanwezig is.