Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De relevante schriftelijke stukken
2.Het onderzoek ter zitting
3.De beoordeling van het verzoek tot uitlevering
affidavit in support of request for extraditionvan 2 november 2022 waarin het resultaat en het verloop van het onderzoek uiteen wordt gezet. Er wordt tevens beschreven welke handelingen de opgeëiste persoon en zijn medeverdachten zouden hebben verricht alsmede waaruit dit zou blijken. De rechtbank is van oordeel dat de beschrijving van de feiten 3, 8 en 9 in de affidavit, in samenhang bezien met de overige feiten waarvoor de uitlevering wordt gevraagd, naar Nederlandse maatstaven de aanhouding en dagvaarding van de opgeëiste persoon rechtvaardigt. De uiteenzetting van de strafbare feiten in de affidavit beslaat een periode vanaf november 2016. Naar het oordeel van de rechtbank staat dit er niet aan in de weg dat de uitlevering voor een enigszins ruimere periode toelaatbaar is. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat voldaan is aan de eis van artikel 9, derde lid, aanhef en onder b, van het Verdrag.
4.De toepasselijke verdrags- en wetsartikelen
5.De beslissing.
toelaatbaarde door de autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika verzochte uitlevering van de opgeëiste persoon [opgeëiste persoon] ter strafvervolging ter zake van de verdenking dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten, zoals omschreven in het verzoek om uitlevering van 29 november 2022 en de Affidavit van 2 november 2022.