ECLI:NL:RBNHO:2023:2696
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident en verzoek om inzage in nalatenschap na overlijden van erflater
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, is er een bevoegdheidsincident aan de orde dat is ingesteld door [eiseres] tegen [gedaagde], die optreedt als testamentair bewindvoerder in de nalatenschap van wijlen [erflater]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 24 januari 2023, waarin [eiseres] een vordering heeft ingediend op grond van artikel 843a Rv, waarin zij verzoekt om inzage in bepaalde documenten met betrekking tot de nalatenschap van [erflater]. De rechtbank heeft op 22 maart 2023 vonnis gewezen, waarin zij zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van [eiseres] kennis te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van [eiseres] in de hoofdzaak en in het incident ex artikel 843a Rv gericht zijn op de vaststelling van de hoogte van de vordering van [eiseres] op [gedaagde] als langstlevende echtgenote, en dat deze vorderingen op basis van artikel 4:15 lid 1 BW door de kantonrechter moeten worden behandeld. De rechtbank heeft [eiseres] de gelegenheid gegeven om het inleidend processtuk te verbeteren en heeft de zaak verwezen naar de kamer voor kantonzaken van de rechtbank, locatie Alkmaar. Tevens is [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van het incident tot onbevoegdheid, begroot op € 598,00.