Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging die in strijd was met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 24 januari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl de gemachtigde van betrokkene, mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts, niet verscheen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare foto van de gedraging, waarop het voertuig en de contouren voldoende zichtbaar waren, inclusief de kentekenplaat.
De kantonrechter overwoog dat de eisen aan de foto's, zoals de zichtbaarheid van de contouren van het voertuig en een databalk, niet van toepassing zijn op de wijze waarop de ambtenaar zijn bevoegdheid om een sanctie op te leggen uitoefent. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen, aangezien het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.