ECLI:NL:RBNHO:2023:2565

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
10238777 \ WM VERZ 22-1200
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging die in strijd was met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 24 januari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl de gemachtigde van betrokkene, mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts, niet verscheen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare foto van de gedraging, waarop het voertuig en de contouren voldoende zichtbaar waren, inclusief de kentekenplaat.

De kantonrechter overwoog dat de eisen aan de foto's, zoals de zichtbaarheid van de contouren van het voertuig en een databalk, niet van toepassing zijn op de wijze waarop de ambtenaar zijn bevoegdheid om een sanctie op te leggen uitoefent. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen, aangezien het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10238777 \ WM VERZ 22-1200
CJIB-nummer : 247894141
Uitspraakdatum : 24 januari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts, Meerts Belastingadvies en Rechtsbijstand B.V..

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 24 januari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De gemachtigde van betrokkene voert aan dat de foto van de gedraging niet voldoet aan het Beleidskader omdat de contouren van het voertuig niet geheel zichtbaar zijn.
De kantonrechter overweegt dat op de in het dossier aanwezige foto van de gedraging het voertuig en daarmee de contouren van het voertuig, voldoende zichtbaar zijn. Op de foto is de kentekenplaat zichtbaar en er is duidelijk zichtbaar dat er sprake is van een witte bedrijfsauto.
Aan de hand van deze foto en de overige informatie in het dossier kan voldoende worden vastgesteld dat de gedraging is verricht met het voertuig van betrokkene.
Overigens zien de eisen aan de foto's, dat de contouren van het voertuig en een databalk zichtbaar moeten zijn, niet op de wijze waarop de ambtenaar van zijn bevoegdheid om een sanctie op te leggen gebruik moet maken. Daarmee zijn deze eisen niet te beschouwen als beleidsregels in de zin van artikel 3, derde lid, Wahv (uitspraak d.d. 28 oktober 2022, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2022:9217).
De boete is terecht opgelegd. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: