ECLI:NL:RBNHO:2023:2279

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10267399 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingediend. Tijdens de zitting op 15 februari 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene was niet verschenen. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, namelijk het passeren van een C-bord dat een geslotenverklaring aangaf, voldoende was komen vast te staan. Hoewel op de foto’s geen C-bord zichtbaar was, waren er schouwrapporten overgelegd die bevestigden dat het bord aanwezig was op de relevante data. De kantonrechter concludeerde dat de officier van justitie voldoende bewijs had geleverd dat de gedraging had plaatsgevonden en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het verweer van de betrokkene, dat er sprake zou zijn van een fuik, werd verworpen, waarbij de kantonrechter verwees naar een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10267399 \ WM VERZ 23-5
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 21 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Zaakrecht (R. de Nekker).

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter stelt vast dat aan de voorwaarden van de beleidsregels wordt voldaan. Op de foto’s die zich bij de stukken bevinden is weliswaar geen C-bord zichtbaar en evenmin dat het voertuig dat bord is gepasseerd, maar er zijn wel schouwrapporten overgelegd (op de zitting of bij de stukken). Uit die schouwrapporten blijkt dat door de verbalisant maandelijks een schouw is gedaan, vóór en na de datum van de gedraging(en), en dat is vastgesteld dat het C-bord aanwezig was, zowel vóór het begin van de geslotenverklaring als bij de ingang van de geslotenverklaring. Uit de schouwrapporten volgt ook dat het voertuig van betrokkene het C-bord is gepasseerd.
Op basis van de foto’s bij deze schouwrapporten neemt de kantonrechter aan dat de datum van de schouw 14 mei 2021 is geweest in plaats van de door de verbalisant in zijn proces-verbaal genoemde 15 mei 2021. De kantonrechter gaat uit van een kennelijke verschrijving.
De officier van justitie heeft voldoende onderbouwd dat ten tijde van de gedragingen het C-bord was geplaatst en is gepasseerd.
Met betrekking tot het verweer dat er sprake zou zijn van een fuik, verwijst de kantonrechter naar een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden [1] . De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 november 2021, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2021:10691.