ECLI:NL:RBNHO:2023:2257

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10256943 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding op autosnelweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 10 februari 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het rijden van 28 km per uur boven de toegestane snelheid op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging op juiste wijze was vastgesteld, ondanks de argumenten van de gemachtigde van de betrokkene over de geschatte snelheid en de meetafstand. De kantonrechter concludeerde dat de werkelijke snelheid van 128 km per uur correct was vastgesteld en dat er geen wettelijke regel is die een minimum meetafstand voorschrijft. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

De uitspraak benadrukt dat de meting betrouwbaar was, ondanks de kortere meetafstand, en dat de opgelegde boete terecht was. De betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10256943 \ WM VERZ 22-1018
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 24 februari 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 10 februari 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 28 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Vastgestelde snelheid
De gemachtigde van betrokkene stelt dat de verbalisant het over een geschatte snelheid heeft en dat het berekenen van de werkelijke snelheid niet mogelijk is met een geschatte snelheid, zodat de gereden snelheid niet kan worden vastgesteld.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“Gedragingsgegevens: “De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. de gekalibreerde boordsnelheidsmeter van het dienstvoertuig, door bestuurder met een constante snelheid te blijven rijden. Ik zag dat de afstand tussen het dienstvoertuig en het gevolgde voertuig merkbaar groter werd.
Afgelezen snelheid boordsnelheidsmeter: 140.
Snelheid volgens kalibratietabel: 133.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 128.
Toegestane snelheid: 100.
Overschrijding met: 28.
Geschatte snelheid verdachte: 150.
Meetafstand: 500,00 M.
Goedkeuring kalibratie boordsnelheidsmeter geldig tot: 13-02-2022.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een overeenkomstig de geldende Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het College van procureurs-generaal uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid volgens de kalibratietabel van het dienstvoertuig met [kenteken] "
De betreffende kalibratietabel is door de verbalisant overgelegd en bevindt zich bij de stukken in het dossier.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de gedraging op een juiste wijze geconstateerd en vastgesteld. De toegestane snelheid bedraagt 100 kilometer per uur. Betrokkene heeft de maximum toegestane snelheid overschreden met 28 kilometer per uur, zodat terecht een boete is opgelegd. Hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geeft de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. Dat de verbalisant een geschatte snelheid van 150 km per uur heeft opgenomen in het zaakoverzicht, doet daar niet aan af omdat de snelheidsoverschrijding is vastgesteld aan de hand van de werkelijk gemeten snelheid van 128 km per uur.
Meetafstand
De gemachtigde van betrokkene stelt subsidiair dat de meetafstand van 500 meter te kort is geweest voor een betrouwbare boordsnelheidsmeting. Gemachtigde stelt dat de volgtijd van de verbalisant op basis van de afstand van 500 meter en de gereden snelheid van 133 kilometer per uur, 13.53 seconden bedraagt. Tijdens politieonderwijs wordt een meetafstand van tenminste 16 seconden gedoceerd, zodat onvoldoende vast staat dat de meting correct en zorgvuldig is verlopen.
De kantonrechter overweegt dat uit de verklaring van de verbalisanten volgt dat zij de betrokkene over een afstand van 500 meter hebben gevolgd met een tussenafstand van 100 meter en dat zij op enig moment een snelheid van 140 kilometer per uur hebben afgelezen op de boordsnelheidsmeter. Weliswaar is sprake geweest van een enigszins korte meetafstand, maar de kantonrechter heeft geen reden eraan te twijfelen dat de meting betrouwbaar is geweest. Daarbij komt dat er geen wettelijke regel is die een minimum meetafstand voorschrijft
(uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 6 december 2022 ECLI:NL:GHARL:2022:9277). Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: