Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het niet meewerken aan een speekseltest. De betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 10 februari 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De gedraging die aan de boete ten grondslag ligt, betreft het niet meewerken aan een speekseltest en het negeren van aanwijzingen van de politie. De kantonrechter overwoog dat de betrokkene op de eerste vordering van een politieambtenaar verplicht is om mee te werken aan een speekseltest, zoals geregeld in artikel 160 van de Wegenverkeerswet 1994. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd, mede gezien het feit dat de betrokkene rode ogen vertoonde en een stopteken negeerde.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.