ECLI:NL:RBNHO:2023:2235
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening omgangsregeling en gezag in familiezaken
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 15 maart 2023 een voorlopige voorziening getroffen in een familiekwestie tussen de vader en de moeder van de minderjarige [de minderjarige]. De vader verzocht om een omgangsregeling van vier uur per week, terwijl de moeder verzocht om de vader niet ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is bij het verzoek van de vader, aangezien hij sinds oktober 2022 geen contact meer heeft gehad met [de minderjarige]. De rechtbank heeft ook de zorgen van de moeder over het gedrag van de vader, waaronder alcohol- en drugsgebruik, in overweging genomen. Ondanks deze zorgen heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen bewijs is van structurele ernstige verslaving of agressiviteit van de vader. De rechtbank heeft daarom een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige [de minderjarige] op zondag 19 maart 2023 voor het eerst weer contact heeft met de vader, onder begeleiding van de grootmoeder moederszijde. De rechtbank heeft tevens een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming gelast om de omgangsregeling en het gezag te beoordelen, met een rapport dat uiterlijk op 6 november 2023 moet worden ingediend. De zaak is pro forma aangehouden tot 15 november 2023.