78. De BBT voor secundaire ontstoffing is stofemissies tot een minimum beperken, inclusief de emissies van de volgende processen:
— overschenken van ruwijzer vanuit de rijdende menger (of ruwijzermenger) naar de staalpan;
— voorbehandeling van ruwijzer (d.w.z. voorverwarming van vaten, ontzwaveling, ontfosforisering, ontslakking, overbrenging van ruwijzer en weging);
— processen met betrekking tot de oxystaalproductie, zoals voorverwarmen van vaten, morsen (slobben) tijdens het
zuurstofblazen, laden van ruwijzer en schroot, tappen van vloeibaar staal en oxystaalovenslak; en
— secundaire metallurgie en continugieten;
door toepassing van procesgeïntegreerde technieken, zoals algemene technieken om diffuse of vluchtige emissies te voorkomen of te beperken, en door gebruik van geschikte inkapselingen en overkappingen met een efficiënte afzuiging,
gevolgd door een afgasreiniging met behulp van een doekfilter of elektrostatische stofvanger.
Het globale gemiddelde stofvangstrendement bij gebruik van de BBT bedraagt > 90 %.
Het met de BBT geassocieerde emissieniveau voor stof, als daggemiddelde concentratie, voor alle ontstofte afgassen bedraagt < 1 - 15 mg/Nm³ bij gebruik van doekfilters en < 20 mg/Nm³ bij gebruik van elektrostatische stofvangers.
Wanneer de emissies van de voorbehandeling van ruwijzer en de secundaire metallurgie afzonderlijk behandeld worden, bedraagt het met BBT geassocieerde emissieniveau voor stof, als gemiddelde dagwaarde, < 1 - 10 mg/Nm3 bij gebruik van zakfilters en < 20 mg/Nm³ bij gebruik van elektrostatische stofvangers.
Beschrijving
Algemene technieken om diffuse en vluchtige emissies van de relevante secundaire bronnen in het oxystaalovenproces te voorkomen, zijn:
— afzonderlijke afvang en gebruik van ontstoffingsuitrusting voor elk subproces in de oxystaalfabriek;
— correct beheer van de ontzwavelingsinstallatie om luchtemissies te voorkomen;
— totale inkapseling van de ontzwavelingsinstallatie;
— afdekking van een ruwijzerpan wanneer die niet in gebruik is, regelmatige reiniging van ruwijzerpannen en verwijdering van staalresten (beren), ofwel gebruik van een dakafzuiginstallatie;
— de ruwijzerpan gedurende ongeveer twee minuten vóór de converter houden nadat het hete metaal in de converter is gegoten, indien er geen dakafzuiginstallatie is;
— computerbesturing en optimalisering van het staalproductieproces, bv. zodat morsen (wanneer de slak zo schuimt dat hij over de rand van het vat stroomt) voorkomen of verminderd wordt;
— vermindering van morsen tijdens het tappen door minder bestanddelen te gebruiken die morsen veroorzaken of door antislobmiddelen te gebruiken;
— deuren sluiten in de ruimte rond de staaloven tijdens het zuurstofblazen;
— continu cameratoezicht op het dak voor zichtbare emissie;
— gebruik van een dakafzuiginstallatie.
Toepasbaarheid
In bestaande installaties kan het ontwerp van de installatie de mogelijkheden voor een correcte afzuiging beperken.