Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2022 en de daarin genoemde stukken
- van de zijde van [eiser/verweerder] de akte wijziging van eis en overlegging aanvullende producties
- van de zijde van [eiser/verweerder] de akte rectificatie en aanvulling op de akte wijziging eis, en overlegging aanvullende productie
- van de zijde van [eiser/verweerder] de akte houdende het volledige petitum naar de laatste stand van zaken
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2022 en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van mr. Spanjer
- de akte van 16 november 2022 van beide partijen met het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De feiten
Iedere partner ontvangt als basisvergoeding een bedrag van € 5.000 per maand, ingaande per 1 mei 2020.
Voor een aantal werknemers van zusteronderneming BMS Auto- en Projectstoffering B.V., die naast hun werkzaamheden voor BMS Auto- en Projectstoffering B.V. mee werken aan de opstart van de werkzaamheden van HMK, zal een totaal van 5% van de winst voor belasting gereserveerd worden, welk percentage door [A.] onder deze werknemers verdeeld zal worden.
Na aftrek van de in punt 1 omschreven vergoedingen en het in punt 2 omschreven winstaandeel, ontvangt elke partner 5% van de resterende winst. Een voorbeeldberekening is als bijlage toegevoegd bij deze overeenkomst.
Het resterende deel komt ten gunste van HMK.
De in punt 1 genoemde vergoedingen zullen worden uitgekeerd op het moment dat er sprake is van een positieve cash flow, rekening houdende met de lease van de machines door de Rabobank en de inkoopfinanciering door Ebury.
Het in punt 3 genoemde winstaandeel zal, eventueel op voorschotbasis, worden uitgekeerd indien de liquiditeit dit toelaat, doch uiterlijk op 31 januari 2020.
Deze afspraken gelden voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2020.
In de loop van november 2020 zullen partners in overleg treden en op basis van de levensvatbaarheid en het toekomstperspectief van HMK bespreken hoe ieders betrokkenheid in 2021 kan zijn. Deze betrokkenheid zal gebaseerd zijn op de ontwikkeling van HMK en de persoonlijke inzetbaarheid en de ambities van de partners.
3.Het geschil
in conventie
HMK over het jaar 2020 behaalde resultaat(…)’ gelezen moet worden ‘2021’ terwijl voor ‘2020’ in de zinssnede beginnende 2e regel onder het zojuist geciteerde ‘(…)
waarop hij aan vergoeding ex art. 3 Partnerovereenkomst voornoemd recht heeft over het jaar 2020(…)’, gelezen moet worden ‘2021’.
4.De beoordeling
in conventie
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)