ECLI:NL:RBNHO:2023:1596

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
C/15/335315 HA RK 22-221
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot verschoning door kantonrechter in civiele procedure

Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, Verschoningskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning van de kantonrechter mr. drs. W. Aardenburg. De kantonrechter had op 2 januari 2023 verzocht zich te mogen verschonen in een aanhangige zaak, waarin hij eerder een vordering van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden had afgewezen. De hoofdzaak betreft een verzoek tot vernietiging van een ontslag op staande voet, waarbij dezelfde feiten en omstandigheden aan de orde zijn als in de eerdere ontbindingszaak.

De rechtbank heeft de argumenten van de kantonrechter beoordeeld en vastgesteld dat er objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestaat. Dit is in lijn met de juridische uitgangspunten omtrent de onpartijdigheid van rechters, waarbij zowel subjectieve als objectieve toetsen worden gehanteerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangevoerde feiten en omstandigheden voldoende grond bieden voor de toewijzing van het verzoek tot verschoning.

De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning toegewezen en bepaald dat de hoofdzaak verder behandeld zal worden door een andere kantonrechter. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Verschoningskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/335315/HA RK 22-221
Beslissing van 4 januari 2023
Op het verzoek tot verschoning ingediend door:
mr. drs. W. Aardenburg
hierna te noemen: de kantonrechter.

1.Procesverloop

1.1
De kantonrechter heeft op 2 januari 2023 schriftelijk verzocht zich te mogen verschonen in de bij deze rechtbank, team Handel, Kanton & Insolventie, locatie Haarlem, aanhangige zaak met als zaaknummer 10211138 AO VERZ 22-132, hierna te noemen: de hoofdzaak.

2.De beoordeling

2.1
Een rechter kan verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uitgangspunt hierbij is dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, indien geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de hoofdzaak de bij een partij bestaande vrees voor partijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets).
2.2
De kantonrechter heeft ter onderbouwing van het verzoek, samengevat, het volgende aangevoerd. De hoofdzaak betreft een verzoek tot onder andere de vernietiging van een ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft eerder een vordering van de werkgever om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden afgewezen. De werkgever is van die beslissing in hoger beroep gegaan en de stand van de zaak in hoger beroep is niet bekend. Aan het ontslag op staande voet in de hoofdzaak liggen dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag als die in de eerdere ontbindingszaak een rol speelden.
2.3
In het licht van het in 2.1 weergegeven uitgangspunt dient beoordeeld te worden of de door de kantonrechter aangevoerde argumenten voldoende grond bieden voor toewijzing van het verzoek tot verschoning.
Dat is het geval. Hetgeen de kantonrechter aan haar verzoek tot verschoning ten grondslag heeft gelegd, kan in dit geval leiden tot bij (een van) de partijen bestaande objectief gerechtvaardigde vrees van schade aan de rechterlijke onpartijdigheid.
2.4
De aangevoerde feiten en omstandigheden vormen derhalve een grond voor verschoning. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

3.Beslissing

De rechtbank
3.1
wijst het verzoek van de kantonrechter tot verschoning toe,
3.2
bepaalt dat de hoofdzaak verder zal worden behandeld door een andere kantonrechter en beveelt dat die zaak daartoe in handen wordt gesteld van de voorzitter van het team Handel, Kanton & Insolventie, locatie Haarlem,
3.3
beveelt de griffier onverwijld aan de kantonrechter en de partijen in de hoofdzaak een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.H.A.C. Everaerts, voorzitter, mr. F. Kleefmann en
mr. E.J. Bellaart, leden van de verschoningskamer, in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.