ECLI:NL:RBNHO:2023:1511

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
C/15/330269 / HA ZA 22-441
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in de nakoming van een aanneemovereenkomst met gedeeltelijke toewijzing van schadevergoeding

In deze zaak hebben [eiser1] c.s. een aanneemovereenkomst gesloten met [gedaagde] voor de realisatie van verbouwingswerkzaamheden aan hun woning, waaronder het plaatsen van dakkapellen en een badkamer. [gedaagde] heeft de afgesproken oplevertermijn niet gehaald en er zijn diverse gebreken aan de werkzaamheden geconstateerd, wat heeft geleid tot schade voor [eiser1] c.s. Na het in gebreke stellen van [gedaagde] en het ontbinden van de overeenkomst, vorderen [eiser1] c.s. schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de aanneemovereenkomst en wijst de gevorderde schade gedeeltelijk toe. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet in staat is gesteld om de gebreken zelf op te lossen en dat hij in verzuim verkeerde. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser1] c.s. grotendeels toegewezen, inclusief een schadevergoeding van € 52.502,50, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/330269 / HA ZA 22-441
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van

1.[eiser1],

wonende te [woonplaats],
2.
[eiser2],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. R.J. van de Leur te Haarlem,
tegen
[gedaagde], mede h.o.d.n. Garanty Beheer,
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. A.J. Engelsma te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser1] c.s. en [gedaagde] genoemd worden.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser1] c.s. hebben met [gedaagde] een aanneemovereenkomst gesloten voor het realiseren van twee dakkappellen, een dakraam, een douche/badkamer/washok en een toilet op de zolderverdieping van hun woning. [gedaagde] heeft de afgesproken oplevertermijn niet gehaald en er bleek sprake van diverse gebreken aan de uitgevoerde werkzaamheden, waardoor [eiser1] c.s. schade hebben geleden. Zij hebben [gedaagde] hiervoor in gebreke gesteld en vervolgens de overeenkomst ontbonden. Zij vorderen onder meer betaling van een schadevergoeding.
[gedaagde] betwist niet dat hij tekort is geschoten in de nakoming van de aanneemovereenkomst en persoonlijk aansprakelijk is voor deze tekortkomingen. Hij betwist wel dat hij de kans heeft gekregen om de gebreken zelf te herstellen. Ook betwist hij de hoogte van de gevorderde schade.
De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de aanneemovereenkomst en wijst de gevorderde schade gedeeltelijk toe.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 oktober 2022
  • de akte overleggen productie 13 van [eiser1] c.s.
  • de akte vermeerdering eis en overleggen productie 14 van [eiser1] c.s.
  • de mondelinge behandeling van 30 januari 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. De advocaat van [eiser1] c.s. heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser1] c.s. zijn eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: de woning).
3.2.
In september 2021 hebben [eiser1] c.s. met [gedaagde] een aanneemovereenkomst gesloten voor het realiseren van twee dakkappellen, een dakraam, een douche/badkamer/washok en een toilet op de zolderverdieping van de woning voor een aanneemsom van € 15.989,90.
3.3.
Partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] de werkzaamheden eind oktober 2021 zou realiseren. Medio september 2021 zijn de werkzaamheden aangevangen. [eiser1] c.s. hebben een aanbetaling aan [gedaagde] gedaan van € 12.300.
3.4.
Nadat gebleken was dat [gedaagde] de afgesproken opleverdatum niet haalde en sprake was van diverse gebreken aan de uitgevoerde werkzaamheden en daaruit voortvloeiende schade hebben [eiser1] c.s. [gedaagde] bij brief van 23 februari 2022 in gebreke gesteld. Voormelde brief luidt, voor zover hier van belang als volgt:
(…) Sinds de laatste mail van 23 december 2021 is al weer 2 maanden verstreken en heb ik ondanks mijn herinneringen via Whatsapp en telefoongesprekken tot op heden is er nog steeds geen uiterlijke datum voor de oplevering van de zolder. Sindsdien zijn jullie 2 dagdelen in januari 2022 geweest en daarna is er helemaal niet meer gewerkt aan de zolder.
Op augustus 2021 zijn we overeengekomen dat je de renovatie/verbouwing van de zolder op de 2e verdieping aan de [adres] zou realiseren. Hiermee zijn we overeengekomen dat de bouwsom voor de volledige verbouwing op een totaal bedrag van € 15.989,90 (inclusief alle materialen en vaste delen) is.
De afspraak was dat de zolder op de 2e verdieping eind oktober 2021 opgeleverd zou worden.
Van dit bedrag heb ik inmiddels vorig jaar € 12.300,00 aan jou, Garanty Beheer, voldaan en via de bank overgemaakt. Op 17 oktober 2021 had ik je een volledig overzicht van alle zaken en werkzaamheden die we mondeling en met jouw handgeschreven offerte zijn overeengekomen nogmaals per mail gestuurd.
De afspraak was dat de zolder eind oktober 2021 opgeleverd dient te worden. Jij hebt de opleverdatum telkens 4x opgeschort naar een nieuwe opleverdatum die tot 4x toe niet is behaald.
Vanaf september t/m oktober 2021 stonden de dakkapellen open en onbeschermd tegen weer en wind met alle gevolgen van dien. Dit hebben we verschillende keren aan je gemeld vanwege de storm/regenachtige weeromstandigheden. Daar kwam ook weer bij kijken dat er ook nog eens enorme waterschade is ontstaan op zolder en op de gehele 1e verdieping. Ons pas gelegde laminaat vloer, de raamdecoraties in alle slaapkamers, de muren/plafond zijn getroffen door waterschade van de regen/storm en ook nog niet vergeten te benoemen, de schimmel in de binnenkant van de schuine dak. Mijn dochter heeft COPD en zal na de verbouwing op zolder verblijven. Schimmel in huis, is schadelijk voor de gezondheid en voor haar heeft dat nare consequenties. De foto’s van de schade waren op dat moment gelijk naar je toegestuurd via whatsapp. Je had aangegeven dit alles na de
renovatie van de zolder te vervangen/op te lossen en inmiddels zitten we nu al in eind februari 2022.
Om deze reden stel ik je in gebreke voor de bovenstaande nalatigheden, en geef ik je tot en met uiterlijk 9 maart 2022 de tijd om de oplevering zoals overeengekomen en de gehele schade aan de 1e verdieping na te komen.
Indien deze laatste datum ook niet gehaald wordt zal ik een andere aannemer in moeten schakelen om de verbouwing af te maken en zal ik de kosten daarvan tezamen met de schade die ik door deze vertraging tot op heden heb opgelopen op je verhalen.
3.5.
In opdracht van [eiser1] c.s. heeft het bureau GEWOON KOEN! op 2 maart 2022 een bouwkundig onderzoek laten doen naar de zolder. Het rapport van GEWOON KOEN! luidt, voor zover van belang, als volgt:
Casus:
Familie [eiser1] heeft een woning op adres [adres], Familie [eiser1] heeft met Garanty Beheer (hieronder benoemd als “aannemer” een afspraak gemaakt voor het realiseren van een toilet, 2 dakkapellen en een douche / badkamer op de zolder voor het bedrag van € 16.000,-. Er werd door de aannemer een voorschot van € 60% gevraagd en dit is voldaan door de familie.
Behalve een kladbaadje met de omschrijving van “dakkapellen + toilet + douche € 16.000,- is er niets omschreven.
De aannemer is begonnen met zijn werkzaamheden en heeft de zolder kaal gemaakt, 2 dakkapellen aangebracht, enkele wanden geplaatst.
De werkzaamheden zijn niet afgewerkt en er zijn al geruime tijd geen werkzaamheden meer uitgevoerd door de aannemer.
Omdat de dakkapellen niet zijn afgewerkt is er ondertussen een behoorlijke waterschade in onderliggende etage ontstaan door inwatering.
De zolder blijkt bij inspectie niet professioneel verbouwd te zijn, er is niet goed nagedacht voor er is begonnen aan de werkzaamheden en de aannemer heeft zeker niet laten zien dat deze verstand heeft van de zaken die zijn aangepakt, waardoor er een deel van het werk geheel gedemonteerd dient te worden en grote delen compleet afgebroken dienen te worden om deze nog goed te maken. Hieronder de lijst van zaken die niet correct / niet zijn uitgevoerd welke in een gangbare woning aanwezig / correct uitgevoerd dienen te zijn:
Zolder:
- De beide dakkapellen zijn constructief niet goed aangebracht (losse draagbalken gekiemd onder de constructie.
- De kozijnen zijn slecht geplaatst (kiervorming tussen loodvervanger en kozijn).
- Het voetlood tussen dakkapel zijkanten (wangen) is niet geplaatst.
- De gevelafwerking aan de buitenzijde is gedeeltelijk niet geplaatst waardoor onderliggende houten constructie is opgezwollen (chipwood beplating toegepast).
- De isolatie is toegepast, maar er is geen dampdichte folie aangebracht.
- Het voetlood bij de aansluiting dakkapel met dakpannen aan de voorzijde van de dakkapellen is tekort waardoor de overlapping met dakpannen minimaal is waardoor waterschade kan ontstaan.
- De kunststof kozijnen stuiten niet goed aan op de gevelbetimmeringen aan de buitenzijde van de dakkapellen.
- De randafwerking van de dakkapellen is onjuist aangebracht en op cruciale plekken (achterzijde met aansluiting dakpannen) onjuist / ontbrekend.
- Een aantal wanden is geplaatst, deze zijn niet afgewerkt.
- Het leidingwerk t.b.v. de badkamer is niet compleet aangebracht (afvoeren nog helemaal niet geplaatst).
- Binnendeurkozijnen zijn niet geplaatst en de binnendeuren ontbreken.
- De aangebrachte gevelafwerking in de dakkapel aan de voorzijde is gedeeltelijk los en ondeskundig aangebracht.
- De elektrische installatie is niet werkend en niet afgemaakt.
- De radiatoren zijn niet geplaatst.
- De ruimte waar de badkamer gerealiseerd zal moeten worden is niets meer dan een paar wanden, leidingwerk, tegelwerk, stucwerk en sanitair ontbreken.
Conclusie:
Het geleverde werk is van ondermaatse kwaliteit, dit zou een gerenommeerde aannemer nooit mogen afleveren.
Afmaken van het project is onverstandig. Mogelijk kunnen een aantal delen kunnen blijven staan, bouwkundig gezien zou alles opnieuw moeten worden gedaan.
Elke aannemer die dit werk zou overnemen zal niet in kunnen staan voor de slecht geleverde kwaliteit en zal beginnen met slopen van het aangebrachte..
De kosten zullen hierdoor aanzienlijk zijn, het zijn namelijk niet alleen de kosten voor wat gerealiseerd zou worden door de aannemer, ook sloopkosten voor aangebrachte werkzaamheden en de kosten voor herbouw.
Mogelijk kunnen enkele materialen herbruikt worden als dit mogelijk is bij sloopwerkzaamheden.
De kostenindicatie voor het complete project is niet goed in te schatten, gezien er niet op papier staat wat er geleverd zou worden en wat er nu uiteindelijk al is besteld en betaald is.
Globaal ingeschatte kosten incl. slopen en herbouw en herstel / vervangen van waterschade op ondergelegen etage (schilderwerk en laminaatvloeren) zullen bedragen:
2 dakkapellen € 20.000,-
1 badkamer € 20.000,-
Stucwerk € 3.500,-
Elektrawerk en radiatoren en deuren € 3.500,-
Herstel waterschade € 3.500,-
Totaal € 51.500,- Betreft een stelpost i.v.m. ontbreken
offerte
3.6.
Op 2 maart 2022 hebben [eiser1] c.s., na overleg tussen partijen, per e-mail aan [gedaagde] bevestigd dat is afgesproken dat hij de werkzaamheden uiterlijk 14 maart 2022 zal hervatten en de zolderverdieping naar behoren en juistheid op 14 april 2022 zal opleveren.
3.7.
[gedaagde] heeft zijn werkzaamheden vervolgens niet hervat. Na eerdere vergeefse pogingen van [eiser1] c.s. om contact te krijgen met [gedaagde] heeft op 21 maart 2022 wederom een gesprek plaatsgevonden tussen partijen. Naar aanleiding van dit gesprek hebben [eiser1] c.s. op 26 maart 2022 het volgende aan [gedaagde] bericht:
We willen je bedanken voor het gesprek afgelopen maandag 21 Maart 2022.
Bijgevoegd heb je het taxatie rapport van GEWOONKOEN! (Gewoon Koen). Hij is gespecialiseerd in bouwkundige inspecties.
De uitslag van deze inspectie kan je in dit rapport vinden en het houdt in dat de geschatte herstel kosten voor deze bouwwerkzaamheden € 51.500,00 is.
Mocht je het niet eens zijn met het taxatie rapport dan willen we je nog 8 dagen de tijd geven, tot 2 April 2022, om zelf een inspectie te laten doen door een bouwinspecteur. Deze inspecteur dient te komen van een gerenommeerd bedrijf en met een keurmerk zodat dit goed gebeurt en onafhankelijk is.
Vooruitgaande op dit willen je alvast 2 opties geven:
1.
We beëindigen per direct de samenwerking en de opdracht. Je maakt uiterlijk 3 April 2022 het voorgeschoten bedrag van € 12.300,00 over naar onze rekening en zullen we afzien van verdere vervolging.
2.
Wij zullen via onze advocaat Parmentier te Haarlem een juridische procedure opstarten en stellen jouw aansprakelijk voor de totale herstelkosten van € 51.500,00. Wij hopen deze optie te voorkomen ook aangezien jij privé aansprakelijk bent en dat willen we liever niet.
Dus resume: Of je betwist het herstelrapport en je komt met een gerenommeerde bouwinspecteur voor 2 April 2022 de inspectie doen. Wij willen dan voor de afspraak zelf controleren of we dit bedrijf in staat is om een goed en neutraal rapport op te maken.
Of je betwist het rapport niet en kies je voor optie 1 of optie 2.
We vernemen het graag uiterlijk maandag 28 maart 2022 van je.
3.8.
[gedaagde] heeft het rapport van GEWOONKOEN! niet betwist. Wel heeft in zijn opdracht het bureau Hightower op 7 april 2022 een bouwkundig onderzoek gedaan naar de zolderverdieping. Het rapport van Hightower luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
4. Conclusie
Naar aanleiding van mijn bevindingen kan ik het volgende concluderen:
  • De dakkapel aan de voor- en achterzijde van de woning zijn niet wind- en waterdicht. Door het niet correct overlappen en plaatsen van de lood vervangende slabben en het missen van een rij dakpannen (beide dakkapellen) is er een hoop vocht de woning ingekomen. De gevolgschade zie je aan de muren op zolder, de eerste verdieping en op de begane grond. Ook is de vloer in alle benoemde ruimtes aan het bol staan door het vocht.
  • De dakkapel lijkt te diep geplaatst te zijn in de daklijn. Ik zou hier graag de technische tekeningen van willen zien om mijn visuele bevindingen kracht bij te doen staan/ of dit te doen ontkrachten.
  • Er is een hoop gevolgschade ontstaan door het niet correct wind en water dicht maken van de woning.

5.Aanbeveling c.q. herstelmogelijkheden

Naar aanleiding van onze conclusies kunnen wij u het volgende aanbevelen:
  • De dakkapel lijkt visueel te diep in de daklijn geplaatst te zijn, wanneer dit na het overleggen van de technische tekeningen en het nameten door de inspecteur bevestigd wordt zal het dakkapel verwijderd moeten worden en opnieuw geplaatst moeten worden.
  • Roosters plaatsen in de gevel om de wanden natuurlijk te laten drogen
  • Schilderwerkzaamheden uitvoeren om lekkage schade (na drogen) te herstellen
  • Dakkapellen voorzien van correcte afdichting (loodslabben, rijen dakpannen, contriband, purschuim, kit etc.) volgens fabrieksopgave of technische tekening.
3.9.
[gedaagde] heeft de werkzaamheden niet hervat. Bij brief van 29 april 2022 (en rappel van 18 mei 2022) aan [gedaagde] heeft de advocaat van [eiser1] c.s. [gedaagde] gesommeerd om de door de gebreken ontstane (geraamde) schade te voldoen en onder meer bevestigd dat [eiser1] c.s. een derde moeten inschakelen om de gebreken te herstellen en het werk af te maken en dat [eiser1] c.s. ter navolging van de ingebrekestelling en de aankondiging om een derde in te moeten schakelen de aannemingsovereenkomst gedeeltelijk hebben ontbonden wegens de tekortkomingen in het werk, voor zover het betreft het deel van de aanneemsom dat nog dient te worden voldaan, het deel van de overeenkomst dat ziet op de gebreken en het niet deugdelijk verrichte werk zoals eerder is genoemd en vastgesteld.
3.10.
Op 13 mei 2022 heeft ook het bureau Des-Bouwmanagement en Advies in opdracht van [eiser1] c.s. een bouwkundige inspectie uitgevoerd. Het rapport d.d. 15 november 2022 luidt al volgt:
Op verzoek van de familie [eiser1] een inspectie uitgevoerd op 13 Mei 2022 in de woning gelegen aan de [adres] e.e.a. naar aanleiding van lekkage problemen na het plaatsen van twee dakkapellen.
Geconstateerd dat er twee dakkapellen waren aangebracht door een bedrijf die totaal geen kennis heeft gehad van hoe constructief een dakkapel in een bestaand dak ingebouwd moet worden.
De dak constructie, zoals die was achtergelaten, voldeed niet meer aan de te stellen constructieve veiligheid.
Er was door het plaatsen van de dakkapellen een onveilige situatie ontstaan, waarbij het inzakken van de dakconstructie bij een sneeuwbelasting en of wind niet uit te sluiten was.
Geconstateerde constructieve gebreken:
- De twee gordingen waren doorgezaagd en niet goed opgevangen door middel van constructieve balken zgn. slapers
- Rechts van de dakkapel waren de gordingen tot aan de bouwmuur weg en was het dakbeschot aan het zakken.
- Links waren de doorgezaagde gordingen niet bevestigd aan de geplaatste slapers, deze slapers waren ook qua doorsnede te licht uitgevoerd.
- Aan de onderzijde van de dakkapel was het dakbeschot niet opgevangen en was door het gewicht van de dakpannen aan het zakken.
Het hemelwater kwam op diverse plaatsen rondom de dakkapel naar binnen zelfs op de eerste etage waren sporen van lekkage zichtbaar.
De overgang van de kozijn onderdorpel aan sluitend op de pannen was niet waterdicht afgewerkt.
Van binnen uit kon je via de dakconstructie en aansluitingen zo naar buiten kijken.
Later ook nog inzage gekregen in de rapportage van Gewoon Coen, zijn bevindingen worden door mij volledig onderschreven.
3.11.
[gedaagde] heeft aan de sommatie geen gevolg gegeven. De werkzaamheden zijn thans nog niet afgerond en de zolderverdieping is nog niet bewoonbaar.

4.Het geschil

4.1.
[eiser1] c.s. vorderen na vermeerdering van eis, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Een verklaring voor recht dat:
-[gedaagde] als de aannemer en als contractspartij heeft te gelden in de overeenkomst;
-[gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser1] c.s.;
-[gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verbintenis(sen) uit de aanneemovereenkomst jegens [eiser1] c.s.;
-[gedaagde] hierbij schade heeft veroorzaakt bij [eiser1] c.s. die [gedaagde] dient te vergoeden;
-[eiser1] c.s. de overeenkomst rechtsgeldig hebben ontbonden en recht hebben op terugbetaling van hetgeen is aanbetaald en
-[eiser1] c.s. zijn ontslagen uit de eventuele resterende betalingsverplichting op grond van de aanneemovereenkomst jegens [gedaagde];
II. Een verklaring voor recht dat [gedaagde] geen gelegenheid meer dient te krijgen voor enig herstel nu [eiser1] c.s. de overeenkomst hebben ontbonden en aanspraak maken op vergoeding van de schade;
III. [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser1] c.s. te betalen een bedrag aan van € 71.128,46, vermeerderd met de wettelijke rente;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met rente en nakosten.
4.2.
[eiser1] c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de aanneemovereenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld. Door dit tekortschieten en onrechtmatig handelen hebben [eiser1] c.s. schade geleden die [gedaagde] moet vergoeden.
4.3.
[gedaagde] voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Tekortkoming in de nakoming

5.1.
[gedaagde] betwist niet dat hij een aanneemovereenkomst met [eiser1] c.s. is aangegaan. Ook betwist hij niet dat hij tekort is geschoten in de nakoming van deze aanneemovereenkomst en dat hij persoonlijk aansprakelijk is voor deze tekortkomingen.
5.2.
[gedaagde] voert wel het verweer dat hij niet in staat is gesteld om de gebreken zelf op te lossen. Dit verweer slaagt niet. [gedaagde] is bij brief van 23 februari 2022 in gebreke gesteld met betrekking tot de tekortkomingen en in de gelegenheid gesteld om alsnog uiterlijk 9 maart 2023 na te komen, met de mededeling dat bij gebreke daarvan een andere aannemer zou worden ingeschakeld om de verbouwing af te maken en dat de kosten daarvan op [gedaagde] zouden worden verhaald. [gedaagde] heeft hierop geen actie ondernomen. Vervolgens is hem nogmaals de mogelijkheid geboden om na te komen, nu uiterlijk 14 april 2022. Ook naar aanleiding hiervan heeft [gedaagde] geen enkele actie ondernomen. [gedaagde] is dus wel degelijk in de gelegenheid gesteld om de tekortkomingen op te lossen, maar heeft hier geen gevolg aan gegeven. [gedaagde] heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling nog aangevoerd dat hij in de betreffende periode geen tijd had voor zijn werk bij [eiser1] c.s., omdat hij al zijn aandacht en energie moest steken in de gefailleerde eenmanszaak Garanty Beheer, waarvan zijn partner de eigenaar en hij de gevolmachtigde was. Dit kan hem echter niet baten, nu dit een omstandigheid is die voor zijn risico komt.
5.3.
De slotsom luidt derhalve dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aanneemovereenkomst en hij in ieder geval vanaf 9 maart 2022 in verzuim verkeerde, zodat [eiser1] c.s. bevoegd waren de aanneemovereenkomst te ontbinden. Nu vast staat dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de als gevolg van de tekortkomingen ontstane schade, dient hij de door [eiser1] c.s. geleden schade ook te vergoeden. De hierop ziende gevorderde verklaringen voor recht zullen daarom worden toegewezen. De vraag of [gedaagde] tevens onrechtmatig heeft gehandeld, kan gelet hierop in het midden blijven.
De schade
5.4.
De door [eiser1] c.s. gevorderde schade bestaat uit de volgende posten:
Herstelkosten € 51.500,00 (p.m.)
Bouwkundig onderzoek € 200,00
Bouwkundig onderzoek € 302,50
Huurderving t/m juli 2022 € 4.500,00
Immateriele schade € 2.400,00
Materiele schade € 8.266,80
Handhaving/vergunning € 5.000,00 (p.m)
Vervanging sloten € 500,00
De rechtbank zal de verschillende posten hieronder nader bespreken en beoordelen.
Herstelkosten
5.5.
[eiser1] c.s. vorderen een bedrag van € 51.500,- (p.m.) aan herstelkosten. Ter onderbouwing hiervan verwijzen zij naar het rapport van de door hun ingeschakelde deskundige. [gedaagde] betwist deze kosten en voert aan dat de gevorderde schade veel te hoog is gelet op de hoogte van de aanneemsom. Deze betwisting dient echter, in het licht van het gedocumenteerde betoog van [eiser1] c.s., als onvoldoende onderbouwd te worden verworpen. [gedaagde] heeft het rapport van GEWOONKOEN! niet inhoudelijk betwist en ook uit het rapport van Hightower volgt dat sprake is van ernstige tekortkomingen. Dat Hightower tot een lagere schadebegroting komt, leidt niet tot een andere conclusie nu door [eiser1] c.s. onweersproken is gesteld dat in betreffende rapportage niet alle posten zijn opgenomen. De rechtbank zal deze kosten dan ook als schade toewijzen.
Kosten bouwkundig onderzoek
5.6.
De kosten van de in opdracht van [eiser1] c.s. verrichtte bouwkundige onderzoeken door GEWOONKOEN! en Des-Bouwmanagement en Advies zullen als niet weersproken eveneens worden toegewezen.
Huurderving
5.7.
[eiser1] c.s. vorderen voorts een bedrag van € 4.500 aan huurderving over de periode november 2021 tot en met juli 2022, welk bedrag met € 500 per maand blijft oplopen zolang de zolderverdieping niet bewoonbaar is. Zij voeren daartoe aan dat de intentie van de woningverbetering het verbeteren van de woningsituatie van de huurder op de zolderverdieping was, om hiermee een hogere huuropbrengst te genereren. [gedaagde] betwist deze schadepost. Volgens hem is over huur nooit gesproken en was dit ook niet aan de orde, aangezien de dochter van [eiser1] c.s. al op de zolderverdieping woonde. Dit verweer slaagt. [eiser1] c.s. hebben, in het licht van de betwisting door [gedaagde], onvoldoende onderbouwd dat sprake was van huurderving. Zij hebben geen stukken in het geding gebracht, zoals bijvoorbeeld een huurovereenkomst. Bovendien is niet gesteld of gebleken is dat sprake was van een aparte woonruimte met bijvoorbeeld een eigen keuken en opgang. De rechtbank zal deze schadepost dan ook afwijzen.
Immateriële schade
5.8.
[eiser1] c.s. vorderen voorts een bedrag van € 2.400 aan immateriële schade, omdat zij hun woning niet volledig kunnen gebruiken en omdat sprake is van een bouwvertraging. [gedaagde] betwist deze vordering. Hij voert aan dat immateriële schade niet aan de orde is en overigens betwist hij de hoogte hiervan.
5.9.
De rechtbank begrijpt dat [eiser1] c.s. hiermee een beroep doen op artikel 6:106 lid 1 onder b BW. In een enkel geval kan een ernstige aantasting in het woongenot tot aantasting in de persoon als bedoeld in dat artikel leiden. Daarvoor is wel noodzakelijk dat aan de strenge maatstaven van artikel 6:106 BW wordt voldaan. Aantasting in de persoon kan bestaan in geestelijk en/of lichamelijk letsel en zal met concrete objectieve gegevens moeten worden aangetoond. [eiser1] c.s. hebben echter geen, althans onvoldoende, concrete feiten en omstandigheden gesteld op basis waarvan geconcludeerd kan worden dat als gevolg van de gebreken aan de woning sprake is van geestelijk of lichamelijk letsel. De vordering tot vergoeding van immateriële schade zal dan ook worden afgewezen.
Materiële schade
5.10.
[eiser1] c.s. vorderen naast de herstelkosten met betrekking tot de zolderverdieping ook in totaal € 8.266,80 in verband met schade aan de laminaatvloer (inclusief ondervloer en plinten), jaloezieën, gordijnen en bed op de eerste verdieping en begane grond van de woning. [gedaagde] betwist deze vordering, omdat deze posten al inbegrepen zouden moeten zijn in de overige betwiste vorderingen. Dit verweer slaagt. Uit het rapport van GEWOON KOEN! blijkt dat in de herstelkosten van € 51.500,00 ook een bedrag is inbegrepen voor het herstel van de waterschade. Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
Handhaving / vergunning
5.11.
Onderdeel van de door [eiser1] c.s. gevorderde kosten betreft tevens een bedrag van € 5.000 (p.m.) in verband met het feit dat [gedaagde] niet heeft zorggedragen voor de noodzakelijke omgevingsvergunning en het hieruit voortvloeiende risico dat de gemeente (tussentijds) tot handhaving zal overgaan en de dakkapel(len) niet zal worden vergund. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben [eiser1] c.s. dit deel van hun vordering laten vallen, omdat door de gemeente inmiddels is toegezegd dat zij niet zullen handhaven. Dit onderdeel van de vordering behoeft daarom geen bespreking meer.
Vervanging van de sloten
5.12.
[eiser1] c.s. vorderen een bedrag van € 500 in verband met de vervanging van sloten. Deze kosten zullen als onweersproken worden toegewezen.
Slotsom
5.13.
De slotsom is dat de rechtbank de gevorderde verklaringen voor recht, behalve ter zake van onrechtmatig handelen, zal toewijzen. Daarnaast zal de vordering van [eiser1] c.s. in hoofdsom worden toegewezen tot € 52.502,50 (€ 51.500,00 + € 200,00 + € 302,50 + € 500,00).
5.14.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is toewijsbaar vanaf de datum van verzuim, derhalve vanaf 9 maart 2022.
Buitengerechtelijke kosten
5.15.
[eiser1] c.s. maken aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Anders dan [gedaagde] meent, hebben [eiser1] c.s., gezien de sommaties die zijn verzonden, voldoende onderbouwd gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen tot het volgens het tarief van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toe te kennen bedrag aan buitengerechtelijke kosten, te weten een bedrag van € 1.573,03, berekend over de toe te wijzen hoofdsom van € 52.502,50. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar. Deze zal worden toegewezen, zoals gevorderd, vanaf 9 maart 2022.
5.16.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser1] c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 135,89
- griffierecht 1.301,00
- salaris advocaat
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal € 3.802,89
5.17.
[eiser1] c.s. vorderen daarnaast veroordeling van [gedaagde] in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde] als de aannemer en als contractspartij heeft te gelden in de overeenkomst,
6.2.
verklaart voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verbintenis(sen) uit de aanneemovereenkomst jegens [eiser1] c.s.,
6.3.
verklaart voor recht dat [gedaagde] hierbij schade heeft veroorzaakt bij [eiser1] c.s. die [gedaagde] dient te vergoeden,
6.4.
verklaart voor recht dat [eiser1] c.s. de overeenkomst rechtsgeldig hebben ontbonden en recht hebben op terugbetaling van hetgeen is aanbetaald,
6.5.
verklaart voor recht dat [eiser1] c.s. zijn ontslagen uit de eventuele resterende betalingsverplichting op grond van de aanneemovereenkomst jegens [gedaagde],
6.6.
verklaart voor recht dat [gedaagde] geen gelegenheid meer dient te krijgen voor enig herstel nu [eiser1] c.s. de overeenkomst hebben ontbonden en aanspraak maken op vergoeding van de schade,
6.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser1] c.s. te betalen een bedrag van € 52.502,50 (tweeenvijftigduizendvijfhonderdentwee euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 9 maart 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.8.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser1] c.s. van € 1.573,03 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 9 maart 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.9.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser1] c.s. tot op heden begroot op € 3.802,89, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
6.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 299