Op 10 februari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van gewoontewitwassen en valsheid in geschrift. De zaak is behandeld in het kader van een onderzoek genaamd 'Meese', dat op 29 oktober 2018 door het Openbaar Ministerie is gestart. De verdachte, haar echtgenoot en zoon werden verdacht van betrokkenheid bij hennepteelt en het opstellen van valse huurovereenkomsten. De verdachte is op 24 september 2019 aangehouden en is sindsdien geschorst uit de voorlopige hechtenis.
Tijdens de zittingen op 7 en 10 februari 2023 zijn procesafspraken gemaakt tussen de officier van justitie en de verdediging, waarbij de verdachte heeft ingestemd met een bekennende verklaring en een schikking is getroffen. De rechtbank heeft de tenlastelegging gewijzigd en de verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 82 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder psychische problemen en het tijdsverloop van de zaak, en heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet opportuun is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van meerdere geldbedragen en een auto, evenals het voorhanden hebben van valse huurovereenkomsten. De verdachte heeft een blanco strafblad en heeft na de ontdekking van de feiten geen nieuwe strafbare feiten gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen.