Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.Voorvragen
3.Procesafspraken
4.Bewijs
bijlage IIis weergegeven.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Beslissingen over het beslag
bijlage IIIaan dit vonnis is gehecht.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 47, 55, 57, 63, 225, 311 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
10.Beslissing
540 (vijfhonderdveertig) dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
361 (driehonderdeenenzestig) dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
200 (tweehonderd) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 100 (honderd) dagen hechtenis.