Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 december 2023 in de zaak tussen
Stichting Flora & Faunabescherming, uit Weesp, eiseres
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verweerder
GEM Bloemendalerpolder C.V.uit Amsterdam, derde-partij
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
10.1-5. In het watergebiedsplan staat immers dat vrijwel het gehele gebied waarin een flexibel peil ingevoerd wordt (peilvak 10.1-5) door derde-partij wordt opgehoogd met zand, waardoor het veen naar de ondergrond wordt gedrukt. Het flexibele peil wordt – zo volgt uit het watergebiedsplan – niet eerder ingesteld dan na realisatie van de ophoging. Verweerder kan zich daarom in redelijkheid op het standpunt stellen dat hierdoor van afbraak van veen in peilvak 10.1-5 als gevolg van een flexibel peil geen sprake zal zijn. Dat een flexibel peil in peilvak 10.1-5 gevolgen heeft voor de grondwaterstand in peilvak 10.1-1 en daar leidt tot het droogvallen van sloten en afbraak van veen acht de rechtbank niet aannemelijk, omdat verweerder op grond van het peilbesluit ten aanzien van peilvak 10.1-1 ervoor zorg dient te dragen dat het peil in dat vak op 2.15m onder NAP wordt gehouden. Tot slot is in het watergebiedsplan als positief effect van een flexibel peil opgenomen dat hierdoor minder vaak gebiedsvreemd water hoeft te worden ingelaten. Dit water, met een hoge concentratie aan voedingsstoffen, heeft een negatief effect op de nieuwe grote waterplas die in de woonwijk wordt ontwikkeld en die gevoelig is voor voedingsstoffen. Water dat in een groot volume voor een langere tijd op één plek blijft, zorgt in combinatie met water met een hoge concentratie aan voedingsstoffen voor een slechte waterkwaliteit en hierdoor zal de waterplas vol groeien met algen. Verweerder heeft maatregel 1 naar het oordeel van de rechtbank dan ook in redelijkheid kunnen vaststellen. De beroepsgrond slaagt niet.