Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve boete opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd wegens het niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 27 oktober 2023 was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de boete terecht was opgelegd, ondanks de schending van de hoorplicht.
De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de hoorplicht was geschonden, omdat betrokkene niet fysiek of telefonisch was gehoord door de officier van justitie. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende deze schending, maar stelde dat de gemachtigde voldoende was gecompenseerd door een extra schriftelijke ronde. De kantonrechter oordeelde echter dat de schending van de hoorplicht niet leidde tot een verlaging van de boete met 25%, omdat betrokkene werd bijgestaan door een gemachtigde en deze gelegenheid had gekregen om het beroep schriftelijk toe te lichten.
De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond, vernietigde deze beslissing, maar verklaarde het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd ongegrond. De kantonrechter wees ook het verzoek om vergoeding van proceskosten af, omdat de boete terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in administratieve procedures, maar maakt ook duidelijk dat niet elke schending automatisch leidt tot een verlaging van de opgelegde sanctie.