Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
geboren op [geboortedatum],
hierna: [schuldenaar],
advocaat mr. A.E. Muller, advocaat in Haarlem.
Rechtbank Noord-Holland
In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, gegeven op 12 september 2023, is het verzoek van de schuldenaar om het vrij te laten bedrag (vtlb) te verhogen met een nominaal bedrag voor de te betalen kinderbijdrage afgewezen. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat het verzoek niet voldoende onderbouwd was, aangezien de schuldenaar geen (financiële) gegevens heeft verstrekt die nodig zijn om de financiële positie van de ouders gezamenlijk vast te stellen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er sprake was van een klemmend tekort om in de behoefte van hun gezamenlijk kind te voorzien.
De procedure begon op 7 augustus 2023, toen de bewindvoerder van de schuldenaar de rechter-commissaris vroeg om heroverweging van het vtlb, rekening houdend met de kinderbijdrage. De rechter-commissaris gaf de advocaat van de schuldenaar de gelegenheid om het verzoek nader te onderbouwen, maar de advocaat heeft dit verzoek uiteindelijk niet ondersteund. De familierechter had eerder in een beschikking van 3 augustus 2023 aangegeven dat de schuldenaar de rechter-commissaris kon verzoeken om rekening te houden met de onderhoudsverplichting jegens zijn minderjarige zoon.
De rechter-commissaris concludeerde dat de familierechter beter in staat is om de situatie te beoordelen, omdat deze beschikt over de gegevens van beide ouders. De rechter-commissaris kan deze gegevens niet opvragen, aangezien de moeder van de minderjarige geen partij is in de schuldsaneringsregeling. De schuldenaar heeft weliswaar de mogelijkheid om een bedrag van € 458,47 per maand af te dragen aan de boedel, maar zonder de benodigde onderbouwing kan het vtlb niet worden verhoogd. De rechter-commissaris heeft het verzoek om in het vtlb rekening te houden met de kinderbijdrage afgewezen en de schuldenaar moet de beslissing van de familierechter afwachten voordat hij opnieuw een verzoek kan indienen.