ECLI:NL:RBNHO:2023:14094

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
C/15/23/14 R
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verhoging vrij te laten bedrag in verband met kinderbijdrage binnen wettelijke schuldsaneringsregeling

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, gegeven op 12 september 2023, is het verzoek van de schuldenaar om het vrij te laten bedrag (vtlb) te verhogen met een nominaal bedrag voor de te betalen kinderbijdrage afgewezen. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat het verzoek niet voldoende onderbouwd was, aangezien de schuldenaar geen (financiële) gegevens heeft verstrekt die nodig zijn om de financiële positie van de ouders gezamenlijk vast te stellen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er sprake was van een klemmend tekort om in de behoefte van hun gezamenlijk kind te voorzien.

De procedure begon op 7 augustus 2023, toen de bewindvoerder van de schuldenaar de rechter-commissaris vroeg om heroverweging van het vtlb, rekening houdend met de kinderbijdrage. De rechter-commissaris gaf de advocaat van de schuldenaar de gelegenheid om het verzoek nader te onderbouwen, maar de advocaat heeft dit verzoek uiteindelijk niet ondersteund. De familierechter had eerder in een beschikking van 3 augustus 2023 aangegeven dat de schuldenaar de rechter-commissaris kon verzoeken om rekening te houden met de onderhoudsverplichting jegens zijn minderjarige zoon.

De rechter-commissaris concludeerde dat de familierechter beter in staat is om de situatie te beoordelen, omdat deze beschikt over de gegevens van beide ouders. De rechter-commissaris kan deze gegevens niet opvragen, aangezien de moeder van de minderjarige geen partij is in de schuldsaneringsregeling. De schuldenaar heeft weliswaar de mogelijkheid om een bedrag van € 458,47 per maand af te dragen aan de boedel, maar zonder de benodigde onderbouwing kan het vtlb niet worden verhoogd. De rechter-commissaris heeft het verzoek om in het vtlb rekening te houden met de kinderbijdrage afgewezen en de schuldenaar moet de beslissing van de familierechter afwachten voordat hij opnieuw een verzoek kan indienen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
insolventienummer: C/15/23/14 R
beschikking van 12 september 2023
in de wettelijke schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar]
wonend in [plaats],
geboren op [geboortedatum],
hierna: [schuldenaar],
advocaat mr. A.E. Muller, advocaat in Haarlem.

1.De procedure

1.1.
Op 7 augustus 2023 heeft de bewindvoerder, [bewindvoerder], aan de rechter-commissaris gevraagd of hij het vastgestelde vrij te laten bedrag (vtlb) wil heroverwegen en rekening wenst te houden met de kinderbijdrage die [schuldenaar] verschuldigd is voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige], de minderjarige zoon van [schuldenaar]. Zij heeft daarbij verwezen naar de (tussen)beschikking van deze rechtbank, sectie Familie en Jeugd, (hierna: de familierechter) van 3 augustus 2023. Zij heeft de rechter-commissaris geadviseerd in het vtlb geen rekening te houden met alimentatie omdat er sinds de vaststelling van het vtlb door de rechter-commissaris geen gewijzigde omstandigheden zijn en [schuldenaar] om nihilstelling van de alimentatie moet vragen, nu de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) op hem van toepassing is.
1.2.
De rechter-commissaris heeft de advocaat van [schuldenaar] in de gelegenheid gesteld het verzoek om in het vtlb rekening te houden met de verschuldigde kinderbijdrage nader te onderbouwen, ondersteund door de advocaat van de moeder van [minderjarige].
1.3.
Bij bericht van 6 september 2023 heeft de advocaat van [schuldenaar] gereageerd.

2.De beoordeling

2.1.
De familierechter heeft in de beschikking van 3 augustus 2023 overwogen dat van [schuldenaar] mag worden verwacht dat hij gebruik maakt van de mogelijkheid om de rechter-commissaris te verzoeken of in het vtlb (alsnog) rekening gehouden kan worden met zijn onderhoudsverplichting jegens [minderjarige] omdat er een (klemmend) tekort is om te voorzien in de behoefte van [minderjarige]. De familierechter heeft [schuldenaar] in de gelegenheid gesteld de rechter-commissaris te verzoeken het vtlb te heroverwegen en bij de berekening van het vtlb rekening te houden met de kinderbijdrage die [schuldenaar] verschuldigd is. De familierechter is daarbij ervan uitgegaan dat (de advocaat van) de moeder van [minderjarige] de advocaat van [schuldenaar] zal ondersteunen, in het bijzonder bij het verschaffen van een nadere onderbouwing van het verzoek of daartoe dienende stukken.
2.2.
De advocaat van [schuldenaar] heeft in reactie op het verzoek van de rechter-commissaris om het verzoek nader te onderbouwen, bericht dat zij het verzoek om in het vtlb rekening te houden met de verschuldigde kinderbijdrage niet ondersteunt, nu dit niet overeenkomt met het verzoek namens [schuldenaar] tot schorsing van de onderhoudsverplichting voor de duur van de wsnp. Alleen vanwege de beschikking van de familierechter wordt van [schuldenaar] verwacht dat hij de rechter-commissaris verzoekt of in het vtlb rekening kan worden gehouden met de onderhoudsverplichting jegens [minderjarige].
2.3.
In paragraaf 5.8.1. van het vtlb-rapport is opgenomen dat alimentatie moet worden betaald uit het vtlb, maar dat uitgangspunt dat in de schuldsanering geen draagkracht bestaat en dat daarom nihilstelling van de alimentatieplicht moet worden verzocht. De schuldenaar kan in verband met de te betalen kinderalimentatie de rechter-commissaris verzoeken bij schriftelijke beschikking het vtlb te verhogen met een in die beschikking vast te stellen nominaal bedrag. Alleen in uitzonderlijke gevallen – bijvoorbeeld indien duidelijk is dat de financiële positie van de ouders gezamenlijk zodanig is dat sprake is van een klemmend tekort om in de behoefte van de kinderen te voorzien - is ruimte voor een dergelijke correctie.
2.4.
[schuldenaar] heeft het verzoek om in het vtlb rekening te houden met de onderhoudsverplichting jegens [minderjarige] niet onderbouwd, en niet voorzien van gegevens verstrekt door de advocaat van de moeder van [minderjarige], zoals de familierechter in de beschikking van 3 augustus 2023 had meegegeven. De rechter-commissaris is daardoor niet in staat vast te stellen in hoeverre aan de zijde van de moeder van [minderjarige] ruimte is om bij te dragen in de behoefte van [minderjarige], er sprake is van een klemmend tekort om in de behoefte van [minderjarige] te voorzien en welke minimale kinderbijdrage van de zijde van [schuldenaar] noodzakelijk is om dat klemmende tekort op te heffen. De rechter-commissaris is daardoor ook niet in staat vast te stellen of het vtlb moet worden verhoogd, en zo ja, met welk bedrag. Om die reden zal de rechter-commissaris het verzoek om in het vtlb rekening te houden met een verschuldigde kinderbijdrage afwijzen.
2.5.
De rechter-commissaris merkt op dat de familierechter in het kader van het verzoek van [schuldenaar] om de kinderbijdrage voor [minderjarige] op nihil te stellen, beschikt over de gegevens van beide ouders en daarom beter kan beoordelen of sprake is van een klemmend tekort om te kunnen voorzien in de behoefte van [minderjarige], hoe groot dat tekort is en welke minimale bijdrage beide ouders zouden moeten leveren om tegemoet te komen aan dat klemmende tekort. De familierechter kan zo nodig vragen om een nadere onderbouwing van de kant van de moeder van [minderjarige]. De rechter-commissaris kan dat niet, nu de moeder van [minderjarige] geen partij is in de schuldsaneringsregeling van [schuldenaar]. De advocaat van [schuldenaar] heeft die gegevens desgevraagd ook niet aan de rechter-commissaris verstrekt.
2.6.
[schuldenaar] is buiten het vtlb in staat een bedrag van € 458,47 per maand af te dragen aan de boedel van zijn schuldsaneringsregeling te behoeve van zijn schuldeisers. Er is dus ruimte om het vtlb te verhogen met een (minimale) bijdrage ten behoeve van [minderjarige] voor zover er sprake is van een klemmend tekort. Nu een verhoging van het vtlb voor rekening zal komen van de schuldeisers van [schuldenaar], zal het vtlb niet verder worden verhoogd dan nodig om het klemmende tekort om in de behoefte van [minderjarige] te voorzien, op te heffen. Nadat de familierechter heeft geoordeeld welk bedrag [schuldenaar] in dat kader verschuldigd zal zijn, kan [schuldenaar] zich opnieuw tot de rechter-commissaris wenden met een verzoek het vtlb te verhogen. De rechter-commissaris zal dan rekening houden met het bedrag aan een minimale kinderbijdrage dat door de familierechter is vastgesteld.

3.De beslissing

De rechter-commissaris:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van der Kluit, rechtercommissaris, op 12 september 2023. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak staat gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank open. Het hoger beroep dient te worden ingesteld bij een verzoekschrift dat door een advocaat moet zijn ondertekend.