ECLI:NL:RBNHO:2023:14080

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10579912 \ WM VERZ 23-388
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersovertreding, gegrondverklaring en vernietiging van boete

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie betrof een boete voor het rijden van 11 km per uur te hard binnen de bebouwde kom. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 oktober 2023 is de zaak behandeld, waarbij zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat het voldoende aannemelijk was dat het voertuig waarvoor de boete was opgelegd, niet het voertuig van betrokkene was. Dit werd onderbouwd met foto’s en het feit dat het kenteken van het voertuig niet overeenkwam met dat van betrokkene.

De kantonrechter heeft de argumenten van de vertegenwoordiger van de officier van justitie gevolgd en geconcludeerd dat de boete ten onrechte was opgelegd. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene moet terugbetalen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10579912 \ WM VERZ 23-388
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 3 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 11 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich op de zitting – naar aanleiding van het mondelinge verweer van betrokkene en de foto’s van de gedraging – op het standpunt gesteld dat voldoende aannemelijk is geworden dat het betreffende voertuig niet het voertuig van betrokkene betreft. Het kenteken van het voertuig en het kenteken van de fietsendrager zijn ook niet gelijk. Betrokkene heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de boete ten onrechte is opgelegd aan betrokkene, aldus de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De kantonrechter volgt, met verwijzing naar de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwaren [1] , de vertegenwoordiger van de officier van justitie en
bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 maart 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2017:1751.