Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene als bestuurder tijdens het fietsen een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 25 augustus 2023 was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde de beslissing.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht is geschonden, omdat betrokkene en zijn gemachtigde niet fysiek of telefonisch zijn gehoord door de officier van justitie. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond was en de beslissing van de officier van justitie vernietigd moest worden. Echter, de kantonrechter zag geen aanleiding om de boete met 25% te verlagen, zoals door de gemachtigde was verzocht. De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht niet gelijkgesteld kon worden aan eerdere uitspraken van het hof, omdat betrokkene bijgestaan werd door een gemachtigde die schriftelijk had kunnen reageren.
De kantonrechter concludeerde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan. De verklaring van de verbalisant werd als voldoende betrouwbaar beschouwd, en de kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep tegen de beschikking werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend, omdat betrokkene inhoudelijk ongelijk kreeg. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.