ECLI:NL:RBNHO:2023:13933

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
10391953 \ WM VERZ 23-446
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een boete wegens handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen. Betrokkene had een boete ontvangen, maar stelde dat hij over een ontheffing beschikte die met terugwerkende kracht was verleend. De officier van justitie had het beroep van betrokkene ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de argumenten van betrokkene. Hoewel betrokkene erkende dat er ten tijde van de gedraging geen ontheffing voor het voertuig bekend was, heeft hij aangevoerd dat hij de ontheffing inmiddels had geüpdatet. De kantonrechter heeft overwogen of er bijzondere omstandigheden waren die het opleggen van de boete niet rechtvaardigden. Gezien de omstandigheden en het feit dat betrokkene de ontheffing met terugwerkende kracht had verkregen, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd.

De uitspraak houdt in dat de kantonrechter de boete heeft gematigd en dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en de griffier. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10391953 \ WM VERZ 23-446
CJIB-nummer : [Nummer]
Uitspraakdatum : 3 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat hij inwoner is van Spaarndam en over een ontheffing beschikt. Betrokkene had echter de ontheffing niet geüpdatet voor het nieuwe voertuig. Betrokkene heeft dit met terugwerkende kracht alsnog gedaan en daarom verzoekt hij om de boete in te trekken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de stukken van het dossier, en in aanmerking genomen dat de betrokkene niet bestrijdt dat voor het voertuig ten tijde van de gedraging geen ontheffing bekend was voor het voertuig met [kenteken], staat vast dat de gedraging is verricht.
De kantonrechter zal beoordelen of er sprake is van zodanige omstandigheden dat het opleggen van een sanctie niet te billijken is, dan wel dat matiging van de sanctie gerechtvaardigd is.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene heeft aangetoond dat de ontheffing voor het inrijverbod met terugwerkende kracht is verleend. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: