Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 1 augustus 2023 in de zaken tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Groningen, verweerder.
Procesverloop
HAA 21/1962.
De zaken zijn gevoegd behandeld met de zaak HAA 21/2478 van [bedrijven] B.V. (hierna: [bedrijven] ) tegen de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Eindhoven (hierna: BD Eindhoven).
[naam 2] ( [functie 2] van eiseres). Namens [bedrijven] is ook verschenen
[naam 3] ( [functie 3] ). Zij zijn bijgestaan door [naam 4] en [naam 5] BBA, kantoorgenoten van de gemachtigde van beide eiseressen.
Overwegingen
Bij onderzoek bevonden:
Bij onderzoek bevonden:
Geschil
In geschil is de indeling van nog te monteren staalkabels met een lengte van 285 millimeter en een doorsnede van 21,4 millimeter en hulzen (bussen) van staal aan één kant schuin afgesneden met een lengte van 80 millimeter aan de langste zijde en een diameter van 30 millimeter.
Voorts is niet in geschil dat de onkruidpluggen zijn bestemd om te worden gemonteerd op een onkruidborstel voor een veegauto, veegwagen of wiedmachine.
Eiseres verwijst ter onderbouwing van haar primaire standpunt naar het arrest van het Hof van Justitie van 9 maart 2023, C-725/21, Someo S.A. (ECLI:EU:C:2023:194) (hierna: Someo-arrest). Uit dit arrest volgt dat voor hoofdstuk 84, 85 en 90 geldt dat goederen kwalificeren als delen indien de mechanische of elektronische werking van de machine/het apparaat afhangt van de aanwezigheid van het deel. Voor delen van goederen/artikelen die niet in hoofdstuk 84, 85 of 90 worden ingedeeld, geldt dat volgens eiseres echter niet. In rechtsoverweging 33 is namelijk expliciet vermeld dat de voorwaarde dat de werking afhankelijk moet zijn van de aanwezigheid van een bepaald deel, slechts van toepassing is voor de hoofdstukken 84, 85 en 90. Voor andere hoofdstukken kan worden volstaan met het aantonen dat de functie van het goed afhankelijk is van dat deel. Omdat de veegauto wordt ingedeeld in hoofdstuk 87, geldt voor de delen van een veegauto dus dat ze noodzakelijk moeten zijn voor de functie van de veegauto en niet voor de werking van de veegauto. Omdat de veegauto de functie ‘vegen’ niet kan uitoefenen zonder de onkruidpluggen dienen de onkruidpluggen te worden ingedeeld als deel van een veegauto van GS-post 8708.
De staalkabels en bussen zijn bestemd om na invoer aan elkaar te worden bevestigd tot onkruidpluggen. Het gaat dan om losse artikelen die in nog te monteren staat worden aangeboden. Op grond van indelingsregels 1, 2a en 6 dienen de goederen te worden ingedeeld onder GS-post 7312. In de toelichting op de post is aangegeven dat een staalkabel ook mag zijn voorzien van een eindstuk als een bus. Verweerder vindt steun voor zijn standpunt in de conclusie van het Comité Douanewetboek (184e vergadering). In die vergadering heeft het Comité een complete onkruidplug ingedeeld onder Taric-code 7312 1083 19 (staalkabels).
De onkruidpluggen kunnen niet worden aangemerkt als delen van een veegauto in de zin van de GN, omdat hiervoor is vereist dat de mechanische of elektronische werking van de veegwagen afhankelijk is van de onkruidplug. Verweerder verwijst naar de uitspraak van het Hof van Justitie van 19 juli 2012, C-336/11, Rohm & Haas (ECLI:EU:C:2012:500). Het door eiseres genoemde Someo-arrest benadrukt dit volgens verweerder. Het bestemmingscriterium is in dit geval niet relevant, omdat de goederen op basis van objectieve kenmerken en eigenschappen kunnen worden ingedeeld.
Relevante regelgeving
(…)
9603 Bezems en borstels, ook indien zij delen van machines, van toestellen of van voertuigen zijn, met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus; gerede knotten voor borstelwerk; verfkussens en verfrollen; wissers van rubber of van andere soepele stoffen:
(…)
.De Conclusie van de 184e vergadering van het Comité douanewetboek, afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur, luidt als volgt:
Het artikel heeft een lengte van 300 mm en een diameter van ongeveer 20 mm en is bedoeld om te worden aangebracht op een onkruidbestrijdingsborstel om onkruid en andere ongewenste residuen in goten, voetgangersgebieden, fietspaden, enz. te verwijderen. De aanwezigheid van de kunststof afdekking dient om de kabel te versterken (om vervorming te voorkomen) tijdens het wieden en wordt daarom niet aangemerkt als een bekleding van de kabel (EG).”
Beoordeling van het geschil
Omdat indeling in de GN dient plaats te vinden aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product ten tijde van de invoer, volgt uit deze beschrijving van het product dat indeling als gerede knot is uitgesloten, omdat het product bij invoer de vorm van een gedraaide staalkabel heeft, en niet kan worden aangemerkt als bosje van haar, van plantaardige vezels of van andere stoffen.
HAA 21/1962 ongegrond zal worden verklaard.