Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De officier van justitie verklaarde het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De vertegenwoordiger wijzigde het standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De kantonrechter overwoog dat de termijn voor het instellen van beroep zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na verzending van de beslissing aan betrokkene. De beslissing was op 12 oktober 2021 verzonden, waardoor de beroepstermijn eindigde op 23 november 2021. Het beroepschrift was echter pas op 24 juni 2022 ingediend, wat betekent dat het beroep niet tijdig was ingesteld. Betrokkene voerde aan dat hij dakloos was geweest en geen brieven had ontvangen, maar de kantonrechter oordeelde dat hij onvoldoende bewijs had geleverd om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te kwalificeren. De kantonrechter verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.