ECLI:NL:RBNHO:2023:13800

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10337954 \ WM VERZ 23-289
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens overschrijding beroepstermijn in verkeersboetezaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De officier van justitie verklaarde het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De vertegenwoordiger wijzigde het standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

De kantonrechter overwoog dat de termijn voor het instellen van beroep zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na verzending van de beslissing aan betrokkene. De beslissing was op 12 oktober 2021 verzonden, waardoor de beroepstermijn eindigde op 23 november 2021. Het beroepschrift was echter pas op 24 juni 2022 ingediend, wat betekent dat het beroep niet tijdig was ingesteld. Betrokkene voerde aan dat hij dakloos was geweest en geen brieven had ontvangen, maar de kantonrechter oordeelde dat hij onvoldoende bewijs had geleverd om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te kwalificeren. De kantonrechter verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk.

De uitspraak werd gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10337954 \ WM VERZ 23-289
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 3 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te wijzigen en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat hij aan de scherm van de auto zat, en de agent zag dit als een mobiele telefoon. Betrokkene schetst kort zijn persoonlijke omstandigheden.
De kantonrechter overweegt als volgt. Tegen de beslissing van de officier van justitie kan binnen zes weken beroep worden ingesteld. Dat volgt uit artikel 9, eerste lid, van de WAHV en de artikelen 3:41, 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De termijn voor het instellen van beroep begint op de dag die volgt op de dag waarop de beslissing aan de betrokkene is toegestuurd. De beslissing van de officier van justitie is op 12 oktober 2021 aan betrokkene toegestuurd. De beroepstermijn eindigde dus op 23 november 2021. Het beroepschrift is ingediend op 24 juni 2022. Het beroep is dan ook niet tijdig ingesteld.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt – kort gezegd – dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. Betrokkene voert hiertoe aan dat hij dakloos is geweest en geen brieven heeft ontvangen omdat hij nergens ingeschreven stond. Betrokkene heeft zware jaren achter de rug en probeert alles op de rit te krijgen.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft betrokkene onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ligt op de weg van betrokkene om ter onderbouwing van het verweer concrete feiten of omstandigheden aan te voeren of bewijzen over te leggen. Nu die stukken ontbreken, dient de termijnoverschrijding voor rekening en risico van betrokkene te blijven.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: