ECLI:NL:RBNHO:2023:13739

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
C/15/339155/ HA ZA 23-251
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid waterschap voor schade door wateroverlast na extreme regenval

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen MAVERIDGE INTERNATIONAL B.V. en het HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER (HHNK). De eiser, Maveridge, heeft schadevergoeding gevorderd van HHNK, omdat een perceel met irissen onder water was gelopen na hevige regenval in juni 2021. Maveridge stelt dat HHNK tekort is geschoten in zijn zorgplicht als waterschap, wat heeft geleid tot de schade van € 206.797,00. De rechtbank heeft de vordering van Maveridge afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat HHNK zijn zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 18 en 19 juni 2021 sprake was van extreme regenval, die niet kon worden voorzien. HHNK heeft naar eigen zeggen adequaat gereageerd op de weerswaarschuwingen en heeft de nodige maatregelen getroffen. De rechtbank concludeert dat de schade niet het gevolg is van een tekortkoming van HHNK, en dat de vorderingen van Maveridge daarom worden afgewezen. Maveridge wordt veroordeeld in de proceskosten van HHNK, die zijn vastgesteld op € 11.027,00, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/339155 / HA ZA 23-251
Vonnis van 27 december 2023
in de zaak van
MAVERIDGE INTERNATIONAL B.V.,
te Sint Maarten, gemeente Schagen,
eisende partij,
hierna te noemen: Maveridge,
advocaat: mr. J.E. Polet te Zoetermeer,
tegen
HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER,
te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard,
gedaagde partij,
hierna te noemen: HHNK,
advocaat: mr. R.M. Pieterse te Middelburg.
De zaak in het kort
Na hevige regenval is een perceel van Maveridge, waarop irissen stonden, onder water gelopen. Als gevolg daarvan zijn de gewassen verstikt. Volgens Maveridge is HHNK aansprakelijk voor de daardoor geleden schade van € 206.797,00, omdat HHNK is tekortgeschoten in zijn zorgplicht als waterschap. De rechtbank wijst de vordering af, omdat die tekortkoming niet is komen vast te staan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 april 2023 met 15 bijlagen;
- de conclusie van antwoord met 1 bijlage;
- het tussenvonnis van 9 augustus 2023;
- de mondelinge behandeling van 16 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen namens Maveridge en namens HHNK.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Maveridge teelt bloembolgewassen in het gebied ‘Zijper polders’, onderdeel van het Noordelijk Zandgebied.
2.2.
HHNK is een waterschap en heeft tot taak de waterstaatkundige verzorging van het noordelijk deel van de provincie Noord-Holland. In dat kader draagt hij zorg voor onder meer waterveiligheid en beperking van wateroverlast voor in totaal 1.182.758 inwoners in 28 gemeenten, een gebied 196.600 hectare. Hij heeft onder meer ruim 400 gemalen, 87 sluizen, 5.370 stuwen en 59.034 duikers in beheer.
2.3.
Op vrijdag 18 en zaterdag 19 juni 2021 is in het kustgebied van Noord-Holland zware regen gevallen. Een perceel met irissen (hierna: het irissenperceel) van Maveridge is toen onder water gelopen. Dit heeft tot het te vroeg afsterven van de gewassen geleid.
2.4.
HHNK heeft de manier waarop hij de wateroverlast als gevolg van de onder 2.3 bedoelde regenval heeft bestreden geëvalueerd. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het rapport ‘Evaluatie bestrijding wateroverlast juni 2021’ (hierna: het Evaluatierapport).
2.5.
Maveridge heeft HHNK aansprakelijk gesteld voor de geleden schade als gevolg van het onder water lopen van het irissenperceel. HHNK heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

3.Het geschil

3.1.
Maveridge vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis HHNK veroordeelt tot betaling van:
I een bedrag van € 206.797,00 aan schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente;
II een bedrag van € 707,85 aan expertisekosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
III een bedrag van € 2.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
IV de proceskosten (inclusief nakosten).
3.2.
Maveridge legt daaraan het volgende ten grondslag. HHNK heeft zijn zorgplicht geschonden en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens Maveridge. Concreet maakt Maveridge HHNK de volgende, mede op het Evaluatierapport gebaseerde verwijten:
HHNK heeft niet, laat staan voldoende adequaat gereageerd op de door het KNMI afgekondigde waarschuwingscodes en op overlastmeldingen;
Niet alle watersystemen functioneerden naar behoren en HHNK heeft wat dat betreft niet tijdig en niet adequaat actie ondernomen;
Overtollig water liep niet (goed) af naar de bergingslocaties. Van de 28 bergingslocaties functioneerden er 15 onvoldoende of slecht, waaronder de waterberging ‘Zijpermolen’;
HHNK is tekortgeschoten in het zorgdragen voor een goede door- en afvoer in de sloten. Het laten dichtgroeien van sloten door waterplanten heeft in het getroffen gebied mede in een slechte, althans onvoldoende waterafvoer geresulteerd.
3.3.
HHNK voert verweer. Hij stelt zich op het standpunt wel aan zijn zorgplicht te hebben voldaan. Van onrechtmatig handelen is daarom geen sprake, zodat de vorderingen moeten worden afgewezen, aldus HHNK.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Volgens Maveridge heeft HHNK onrechtmatig gehandeld door zijn zorgplicht te schenden. HHNK erkent een zorgplicht te hebben, maar betwist deze te hebben geschonden. De rechtbank zal eerst ingaan op de zorgplicht van HHNK in dit geval. Daarna komen het Evaluatierapport en de vier concrete, op het Evaluatierapport gebaseerde verwijten, die Maveridge aan HHNK heeft gemaakt (zie 3.2) achtereenvolgens aan de orde.
Zorgplicht
4.2.
HHNK draagt onder meer de zorg voor waterveiligheid en beperking van wateroverlast en heeft in dat kader een zorgplicht. Hij heeft daarbij een zekere mate van beleidsvrijheid. Wel dient HHNK zich maximaal in te spannen om overstroming te voorkomen, ook in geval van extreme regenval. Op meldingen van wateroverlast dient tijdig en adequaat te worden gereageerd. Geoordeeld moet worden, zo vinden ook partijen, of HHNK als waterschap, in aanmerking genomen de concrete omstandigheden van het geval, de verschillende bij zijn beleid betrokken belangen en zijn beperkte middelen, beneden de zorg van een goed beheerder is gebleven.
Indien komt vast te staan dat sprake is van schending van de zorgplicht, dan is HHNK alleen aansprakelijk voor de door Maveridge geleden schade indien het causaal verband tussen die schending en de wateroverlast op het irissenperceel van Maveridge komt vast te staan.
4.3.
De rechtbank gaat er bij de beoordeling van uit dat op 18 en 19 juni 2021 sprake is geweest van extreme regenval, zoals HHNK heeft gesteld.
HHNK heeft in dit verband het volgende naar voren gebracht. Op vrijdagavond 18 juni 2021 is in Noord-Holland in enkele uren tot 90 mm neerslag gevallen. Vervolgens viel in de nacht van 19 op 20 juni 2021 een bui van 50 mm. Langs de kust van Noord-Holland, waar het irissenperceel van Maveridge ligt, viel in totaal tussen de 110 en 140 mm neerslag in 38 uur. Dat is tweemaal de hoeveelheid neerslag die normaliter gemiddeld in de gehele maand juni valt. In het huidige klimaat komt de bui van vrijdagavond 18 juni 2021 maar eenmaal in de 400 jaar voor, aldus steeds HHNK. Maveridge heeft dit alles niet betwist, zodat de rechtbank van de juistheid hiervan uitgaat. Bij de beoordeling wordt hiermee rekening gehouden.
Evaluatierapport
4.4.
HHNK heeft erop gewezen dat de algemene conclusie uit het Evaluatierapport luidt dat overlast niet had kunnen worden voorkomen; het watersysteem was wettelijk op orde en het functioneerde over het geheel genomen goed. Het is juist dat ook enkele verbeterpunten zijn gesignaleerd, maar daaruit volgt niet dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden, aldus HHNK.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank neemt die algemene conclusie echter niet weg, dat HHNK mogelijk op onderdelen en/of ten aanzien van bepaalde gebieden wel zijn zorgplicht heeft geschonden. Op de verschillende verwijten van Maveridge in dit verband wordt hierna ingegaan.
Concrete verwijten
Ad 1 – onvoldoende gereageerd op waarschuwingscodes en overlastmeldingen
4.6.
Maderidge wijst erop dat het KNMI al op vrijdagochtend 18 juni 2021 om 11:09 uur onder meer veel regen voorspelde en code geel afgaf. ’s Middag werd code oranje afgekondigd. Uit het Evaluatierapport blijkt dat die middag al meldingen van wateroverlast zijn binnengekomen, zo stelt Maveridge. HHNK heeft naar aanleiding van dit alles ten onrechte niet naar een hoger alarmniveau opgeschaald. Dat is pas op zaterdagochtend 19 juni 2021 gebeurd en slechts naar alarmfase 1.
4.7.
Als eerder en hoger was opgeschaald, dan zou er beter zijn gecoördineerd, waardoor de overlast op het irissenperceel was voorkomen, zo heeft Maveridge ter zitting aangevoerd. In dat verband heeft Maveridge erop gewezen dat alle kwekers in de polder waar het irissenperceel gelegen is, hun eigen percelen leeg pompten in de afvoersloot. Het irissenperceel ligt aan het einde van de polder, waardoor al het water via de afvoersloot daar terecht kwam en zelfs het land op kwam. Als HHNK een en ander beter had gecoördineerd en mensen ter plekke had gehad, dan zouden de andere kwekers gestopt zijn met pompen en waren er op de juiste plaatsen pompen geplaatst. Dan was het irissenperceel niet onder water gelopen. Maveridge kon HHNK niet bereiken om de overlast te melden en vrijdag is er niemand van HHNK bij het irissenperceel geweest. Dat gebeurde pas zaterdag.
4.8.
HHNK stelt zich op het standpunt dat hij voldoende heeft gedaan ter bestrijding van de wateroverlast. Op donderdag 17 juni 2021 was het slotenpeil al verlaagd naar aanleiding van de toen verwachte hoeveelheid regen. De weerswaarschuwingen van vrijdag 18 juni 2021 waren onvoldoende specifiek voor wat betreft de hoeveelheid neerslag om nadere maatregelen te treffen. HHNK heeft dat als volgt toegelicht.
4.9.
Rond 18:00 uur op vrijdagavond viel er hevige neerslag en om 20:00 uur was het weer droog. Pas op vrijdagavond 18:30 uur ontving de storingswacht de eerste meldingen van wateroverlast. Toen waren alle mensen en middelen waarover HHNK beschikte al ingezet ter bestrijding van de wateroverlast.
4.10.
Juist is dat HHNK niet eerder dan op zaterdagochtend 19 juni 2021 om 10:40 uur heeft opgeschaald naar alarmfase 1. Op vrijdagavond om 21:14 uur besloten de Adviseur Crisisbeheersing van HHNK, de Waterschap Operationeel Leider en de Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord dat opschaling naar een hoger niveau niet noodzakelijk was. Het watersysteem en de wateroverlastsituatie in het veld was op dat moment namelijk onder controle. Dat er nog een tweede extreme bui zou vallen was op dat moment niet bekend en ook niet te voorzien. Dat werd pas later die avond bekend. Zaterdagochtend is alsnog opgeschaald naar alarmfase 1. Voor de (technische) bestrijding van de wateroverlast door de gebiedsbeheerders veranderde er toen niet veel, omdat alle mensen en middelen al waren ingezet. Het gaat bovendien om een groot gebied, aldus HHNK.
4.11.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.12.
Gezien de stelling van HHNK dat de weerswaarschuwingen van het KNMI niet specifiek genoeg waren om meer maatregelen te nemen dan is gedaan, heeft Maveridge haar standpunt dat HHNK niet adequaat op die weerswaarschuwingen heeft gereageerd, onvoldoende onderbouwd. Dat wordt als volgt toegelicht.
4.13.
HHNK heeft onbetwist gesteld op donderdag 17 juni 2021 om 13:00 uur het bericht van Meteo Wageningen te hebben gekregen dat voor vrijdag 18 juni 2021 neerslag van 20 mm werd verwacht en voor zaterdag 19 juni 2021 ook. Dat waren geen extreme hoeveelheden neerslag, maar juist buien die welkom waren na een relatief droge periode. Naar aanleiding van dat bericht heeft HHNK op donderdag 17 juni 2021 om 17:30 uur het slootpeil op de Schermerboezem verlaagd, passend bij die voorspelde neerslag. Op vrijdag 18 juni 2021 sloeg het weerbeeld om en werden achtereenvolgens de codes geel en oranje afgekondigd. De waarschuwingen waren echter onvoldoende specifiek wat betreft de hoeveelheid neerslag, de exacte locatie en de kans daarop, zodat hierop niet kon worden geanticipeerd.
4.14.
Het had op de weg van Maveridge gelegen om, in het licht van deze betwisting, haar stelling dat HHNK onvoldoende op de codes geel en oranje heeft gereageerd nader toe te lichten. Maveridge heeft in dat kader in haar spreekaantekeningen verwezen naar de tekst van een weerbericht van Metronieuws.nl van 17 juni 2021. Daarin is opgenomen dat op 18 juni 2021 in korte tijd veel neerslag zal vallen en dat dan lokaal over de hele dag zo’n 50 tot 80 millimeter zal vallen, gelijk aan de maandsom van juni.
Uit dat bericht blijkt echter niet waar precies die grote hoeveelheid zou vallen. Maveridge heeft dan ook, in het licht van de stelling van HHNK dat de weerswaarschuwingen onvoldoende specifiek waren, haar standpunt dat HHNK niet adequaat op de weerswaarschuwingen heeft gereageerd onvoldoende onderbouwd. Dit argument slaagt daarom niet.
4.15.
Verder is niet gebleken dat HHNK niet adequaat op meldingen van inwoners heeft gereageerd. Uit het Evaluatierapport blijkt dat om 18:30 uur de eerste meldingen binnenkwamen en dat toen alle mensen en middelen al waren ingezet. De stelling van Maveridge dat er al in de middag van vrijdag 18 juni 2021 ‘een aanzienlijk aantal meldingen’ is gedaan, is niet onderbouwd. Het blijkt namelijk niet uit de pagina van het Evaluatierapport waarnaar Maveridge in dat verband verwijst.
4.16.
Wel heeft Maveridge onbetwist gesteld dat zij HHNK vrijdagavond 17 juni 2021 niet heeft kunnen bereiken. Verder staat vast dat er op vrijdag 17 juni 2021 geen medewerkers van HHNK bij het irissenperceel van Maveridge zijn geweest. De coördinatie van de inzet van pompen op de omliggende percelen, die volgens Maveridge een oorzaak is van de wateroverlast op het irissenperceel, heeft alleen al daarom niet kunnen plaatsvinden. Gezien echter de extreme hoeveelheid gevallen neerslag, die bovendien onverwacht kwam, het grote gebied dat werd getroffen en de beperkte aantallen mensen en middelen die HHNK tot zijn beschikking heeft, is dat HHNK naar het oordeel van de rechtbank niet te verwijten. Dat de coördinatie van de door bewoners en HHNK getroffen maatregelen mogelijk voor verbetering vatbaar was, zoals in het Evaluatierapport is opgenomen, levert onder die omstandigheden dan ook geen schending van de zorgplicht door HHNK op. Datzelfde geldt voor het feit dat pas op zaterdag medewerkers van HHNK op het irissenperceel van Maveridge aanwezig waren.
Ad 2 – functioneren watersystemen
4.17.
Maveridge stelt zich op het standpunt dat niet alle watersystemen naar behoren werkten en dat HHNK naar aanleiding daarvan niet tijdig en niet adequaat actie heeft ondernomen. Ter zitting heeft Maveridge echter erkend dat de specifieke gemalen waarnaar zij in dit verband verwijst – Gemaal W en Gemaal Blokbemaling Westerend – in andere gebieden liggen en dus niet de wateroverlast hebben veroorzaakt op het irissenperceel waar deze procedure betrekking op heeft. Op dit punt hoeft daarom niet verder te worden ingegaan.
4.18.
Verder heeft Maveridge onvoldoende gesteld en onderbouwd dat het door haar genoemde traag op gang komen van de gemalen werd veroorzaakt door schending van de zorgplicht door HHNK. HHNK heeft immers onbetwist toegelicht dat dat ermee verband hield dat het water achter in de polder eerst naar de gemalen moest toestromen voordat deze dit water konden verwerken.
Ad 3 – functioneren waterbergingen
4.19.
Maveridge heeft verder aangevoerd dat het overtollige water niet (goed) afliep naar de waterbergingslocaties. Uit het Evaluatierapport blijkt dat niet alle 28 waterbergings-gebieden volledig zijn ingezet; 15 daarvan functioneerden onvoldoende tot slecht, zo stelt Maveridge. Zij wijst in het bijzonder op waterberging Zijpermolen, die slecht zou hebben gefunctioneerd.
4.20.
HHNK betwist het verwijt op dit punt van Maveridge, dat hij onvoldoende onderbouwd acht. Alle waterbergingen zijn namelijk ingezet, aldus HHNK, ook de waterberging Zijpermolen, die naar behoren heeft gewerkt en bovendien in een andere polder is gelegen. Maveridge heeft verder niet duidelijk gemaakt dat en waarom het wel inzetten van die waterbergingen de wateroverlast op haar irissenperceel had voorkomen, zo stelt HHNK.
4.21.
De rechtbank overweegt als volgt. Ter zitting heeft Maveridge erkend dat waterberging Zijpermolen in een andere polder is gelegen, zodat het functioneren daarvan niet van invloed kan zijn geweest op de wateroverlast op het irissenperceel. Het causaal verband met de schade op het irissenperceel ontbreekt als gevolg daarvan. Of waterberging Zijpermolen al dan niet goed gefunctioneerd heeft en daarmee of HHNK op dit punt zijn zorgplicht heeft geschonden, kan daarom in het midden blijven.
4.22.
Ter zitting is namens Maveridge nog aangevoerd dat bij de elders gelegen, slecht of matig functionerende waterbergingen zoveel mensen moesten worden ingezet, dat waarschijnlijk daardoor de coördinatie en zichtbaarheid bij het irissenperceel van Maveridge is tekortgeschoten. Deze stelling, die uitsluitend op speculatie is gebaseerd, is onvoldoende concreet om het causaal verband met de schade op het irissenperceel hiermee te onderbouwen.
Ad 4 – sloten dichtgegroeid
4.23.
Volgens Maveridge heeft HHNK de sloten laten dichtgroeien met waterplanten en heeft dat in het getroffen gebied mede in een slechte/onvoldoende waterafvoer geresulteerd. De waterberging Zijpermolen was overmatig met waterplanten begroeid, aldus Maveridge. Verder is het maaibeleid van HHNK niet afgestemd op hetgeen zich in de praktijk voordoet. Maveridge verwijst daarbij naar het volgende citaat uit het Evaluatierapport:
“Een centraal punt in de discussies tussen de binnen-en buitendienst van HHNK is het feit dat leggerafmetingen niet goed overeenkomen met de dimensies van de waterlopen in het veld. Omdat het maaibeleid zich baseert op de legger is het vermoeden dat het feitelijke maaien momenteel niet altijd goed is afgestemd op de werkelijke situatie.”
4.24.
Ter zitting heeft Maveridge nog naar voren gebracht dat er een nieuw gemaal komt omdat de sloten te smal zijn. Dat toont aan dat de situatie in het gebied niet op orde was, aldus Maveridge.
4.25.
HHNK betwist dat de wateroverlast op het irissenperceel is ontstaan als gevolg van dichtgegroeide sloten. Volgens HHNK stellen de verschillende doelen die hij dient na te streven tegenstrijdige eisen aan het maaibeleid. Beperking van wateroverlast vereist maaien, voorkomen van watertekorten vereist voldoende begroeiing en verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit vereisen voldoende en geschikte begroeiing. Uit het Evaluatierapport blijkt dat HHNK het onderhoud volgens het daarvoor opgestelde beleid en de gemaakte afspraken met aannemers heeft uitgevoerd. Toch kunnen na het maaien planten en riet weer aangroeien, zoals ook in 2021 is gebeurd. Dat is onvoldoende om schending van de zorgplicht door HHNK aan te tonen, zo stelt hij.
Volgens HHNK komt er een nieuw gemaal om twee oude gemalen te vervangen.
4.26.
Naar het oordeel van de rechtbank is schending van de zorgplicht door HHNK op dit punt niet komen vast te staan. Dit geldt daarom ook voor de aansprakelijkheid van HHNK in verband daarmee voor de schade op het irissenperceel. Maveridge heeft namelijk alleen al onvoldoende concreet gemaakt welke sloten met waterplanten dichtgegroeid waren en hoe dat heeft bijgedragen aan de wateroverlast op het irissenperceel. Onder 4.21 is al vastgesteld dat de waterberging Zijpermolen, waarnaar Maveridge ook in dit verband verwijst, in een andere polder is gelegen en het functioneren daarvan niet van invloed kan zijn geweest op de wateroverlast op het irissenperceel.
4.27.
De stelling dat de sloten te smal zijn, is niet onderbouwd. Dit geldt ook voor de stelling dat het irissenperceel als gevolg daarvan onder water is gelopen. Dat er vanwege te smalle sloten een nieuw gemaal komt heeft HHNK gemotiveerd betwist.
4.28.
De verwijzing naar het citaat in het Evaluatierapport vormt geen onderbouwing van de stelling HHNK op dit punt zijn zorgplicht heeft geschonden, laat staan dat causaal verband met de wateroverlast op het irissenperceel is aangetoond.
conclusie
4.29.
De conclusie is dat HHNK niet aansprakelijk is voor door Maveridge geleden schade als gevolg van wateroverlast door hevige regenval op 18 en 19 juni 2021. De vorderingen van Maveridge worden daarom afgewezen. Aan beoordeling van (de onderbouwing van) het gevorderde schadebedrag komt de rechtbank niet toe.
proceskosten
4.30.
Maveridge krijgt ongelijk en daarom zal zij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van HHNK als volgt vastgesteld:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
5.290,00
(2,00 punten × € 2.645,00)
Totaal
11.027,00
4.31.
Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten (voor zover nakosten worden gemaakt). De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Maveridge af,
5.2.
veroordeelt Maveridge in de proceskosten, aan de zijde van HHNK tot dit vonnis vastgesteld op € 11.027,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2023.

Voetnoten

1.zie Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853