ECLI:NL:RBNHO:2023:13621

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
5 januari 2024
Zaaknummer
10662831 WM VERZ 23-1248
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de officier van justitie inzake verkeersboete voor doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene, General Lease, voor het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. De betrokkene was niet verschenen op de zitting, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat had ingesteld, namelijk op 9 januari 2023, terwijl de termijn voor het indienen van het beroepschrift volgens de Algemene wet bestuursrecht zes weken bedraagt. Dit betekent dat het beroep uiterlijk op 2 december 2022 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar was, waardoor de beslissing van de officier van justitie terecht was. De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10662831 WM VERZ 23-1248
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : General Lease
adres : Overhaamlaan 71
woonplaats : 3700 Tongeren (België)
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat de huurder van de auto verantwoordelijk is voor de overtreding.
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene ingesteld op 9 januari 2023, terwijl dat beroep uiterlijk op 2 december 2022 ontvangen had moeten zijn. Niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene bij de officier dus terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: