ECLI:NL:RBNHO:2023:13600

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
10562243
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over non-conformiteit van tweedehands auto gekocht voor een eenmanszaak

In deze zaak heeft [eiser 1], handelend onder de naam [bedrijf 1], een tweedehands auto van negentien jaar oud gekocht van V.O.F. [bedrijf 2]. Kort na de levering vertoont de auto gebreken, en [eiser 1] heeft de koop ontbonden en vordert terugbetaling van de koopprijs. De kantonrechter oordeelt dat [eiser 1] geen consumentenbescherming toekomt, omdat de auto is aangeschaft voor haar eenmanszaak. De rechter stelt vast dat [eiser 1] onvoldoende heeft aangetoond dat de auto bij levering niet voldeed aan de verwachtingen die zij mocht hebben. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser 1] af, omdat zij niet heeft voldaan aan haar stelplicht met betrekking tot de non-conformiteit van de auto. De rechter concludeert dat de auto, gezien zijn leeftijd en de omstandigheden van de koop, niet als non-conform kan worden aangemerkt. De vorderingen worden afgewezen en [eiser 1] wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partijen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10562243 \ CV EXPL 23-3750
Vonnis van 29 november 2023
in de zaak van
[eiser 1], handelend onder de naam
[bedrijf 1]
wonende te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser 1] ,
gemachtigde: De Rechtsagent B.V. (mr. A.D.V. Martina),
tegen
1. de vennootschap onder firma
V.O.F. [bedrijf 2], handelend onder de naam
[eiser 2], alsmede haar vennoten:
2.
[bedrijf 3],
3.
[bedrijf 4],
allen gevestigd te [plaats 2],
gedaagde partijen,
hierna gezamenlijk te noemen: [eiser 2] c.s.,
gemachtigde: Incassonet B.V. (dhr. F. Beemer)
De zaak in het kort
[eiser 1] heeft voor haar eenmanszaak bij [eiser 2] een tweedehands auto van negentien jaar oud gekocht. Kort na levering vertoont de auto gebreken. [eiser 1] heeft een beroep gedaan op de ontbinding van de koop en vordert in deze procedure de koopprijs terug. Kern van het geschil is of de auto voldeed aan wat [eiser 1] ervan mocht verwachten.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser 1] geen consumentenbescherming toekomt. Voor de vaststelling dat de auto bij levering niet voldeed aan wat [eiser 1] van de auto mocht verwachten, heeft zij onvoldoende (onderbouwd) gesteld. De kantonrechter wijst de vorderingen daarom af.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 augustus 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 7 november 2023, waarbij [eiser 1] haar eis heeft gewijzigd, namens [eiser 2] c.s. spreekaantekeningen zijn overgelegd en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
V.O.F. [bedrijf 2] (hierna ‘ [eiser 2] ’) is een autodealer, gespecialiseerd in tweedehands auto’s. Gedaagden 2 en 3 zijn vennoten in [eiser 2] .
2.2.
[eiser 1] heeft een eenmanszaak met de naam ‘ [bedrijf 1] ’.
2.3.
Op 29 december 2022 heeft [eiser 1] bij [eiser 2] een tweedehandse Volkswagen Touareg uit 2003 (hierna ‘de auto’) gekocht voor € 8.300,00. Voorafgaand aan de koop heeft [eiser 1] een proefrit met de auto gemaakt.
2.4.
De bijbehorende factuur van [eiser 2] is gericht aan de eenmanszaak van [eiser 1] . Op de factuur staat onder meer vermeld:

Zoals bereden en accoord bevonden,
Geen garantie
2.5.
Na een reparatie door [eiser 2] (aan de ABS-pomp) is op 10 februari 2023 de auto APK goedgekeurd en op 11 februari 2023 aan [eiser 1] geleverd.
2.6.
Op 13 februari 2023 is de partner van [eiser 1] , naar aanleiding van storingen van de auto, naar garage [bedrijf 5] in [plaats 1] gereden voor onderzoek. Op de notitie van die dag van deze garage staat vermeld:
“-
Div storingen met uitlezen
- Geluid spanrol of waterpomp
- Carterventielatie boven lek.
- Flexibeldeel op katalysator lek/ uitlaat
- Thermostaat mogelijk defect
- Kilometerstand niet bekend
2.7.
De partner van [eiser 1] heeft de auto op 15 februari 2023 bij Garage [bedrijf 5] opgehaald en bij haar huis geparkeerd. Er is sindsdien niet meer met de auto gereden.
2.8.
Bij brief van diezelfde dag aan [eiser 2] heeft [eiser 1] een beroep gedaan op de buitengerechtelijke ontbinding van de koop.
2.9.
Bij brief van 7 maart 2023 van de gemachtigde van [eiser 1] is [eiser 2] gesommeerd om de gebreken aan de auto binnen twee weken te herstellen.
2.10.
[eiser 2] heeft dat geweigerd.
2.11.
Bij brief van 31 maart 2023 heeft de gemachtigde van [eiser 1] (nogmaals) een beroep gedaan op buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst en aanspraak gemaakt op terugbetaling van het aankoopbedrag.
2.12.
[eiser 2] heeft hier niet aan voldaan en aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] vordert - samengevat en na wijziging van eis tijdens de mondelinge behandeling - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
- te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst bij brief van 31 maart 2023 of bij dagvaarding buitengerechtelijk is ontbonden,
subsidiair:
- de koopovereenkomst te ontbinden,
zowel primair en subsidiair [eiser 2] c.s. te veroordelen:
  • om aan [eiser 1] terug te betalen € 8.300,00, de reeds vervallen rente tot en met 1 mei 2023 en de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 8.300,00, vanaf 2 mei 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
  • tot het (laten) ophalen van de auto binnen twee weken na vonnis,
  • in de proceskosten (inclusief nakosten) te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Aan haar vorderingen heeft [eiser 1] ten grondslag gelegd - kort gezegd - dat [eiser 2] haar een auto heeft geleverd die niet voldoet aan wat zij ervan had mogen verwachten. Voorafgaand aan de koop heeft zij op aanwijzing van [eiser 2] in verband met een zwakke accu alleen een korte proefrit gemaakt. Tijdens de proefrit brandden er verschillende rode lampjes in het dashboard. Partijen hebben daarop afgesproken dat [eiser 2] deze gebreken zou verhelpen. Na levering bleek diezelfde dag al dat de verwarming het niet deed en de volgende dag viel de auto op de snelweg tweemaal elektronisch geheel uit. Garage [bedrijf 5] heeft daarop de auto onderzocht en heeft een permanente storing aan de remsensoren geconstateerd en een storing aan de stuurhoeksensor en airco. Daarnaast maakt de spanrol of v-snaar een piepend geluid, is sprake van een defecte waterpomp en lekt de uitlaat. Inmiddels start de auto helemaal niet meer. Kennelijk heeft [eiser 2] de gebreken niet of niet goed verholpen. Aangezien [eiser 2] heeft geweigerd de auto te repareren, was [eiser 1] bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden. [eiser 2] c.s. dient de koopprijs aan haar terug te betalen, aldus [eiser 1] .
3.3.
[eiser 2] c.s. voert verweer. Zij voert primair aan dat de vorderingen van [eiser 1] afstuiten op de overeengekomen exoneraties in een (niet in het geding gebrachte) schriftelijke overeenkomst tussen partijen. Daarin is onder meer opgenomen “koper ziet af van non conformiteit”. Ook op de factuur is opgenomen dat garantie is uitgesloten. Subsidiair betwist [eiser 2] c.s. dat bij levering sprake was van non-conformiteit. Partijen hadden bij de koop alleen afgesproken dat [eiser 2] de auto met APK-keuring zou leveren. Het risico van de auto is bij levering overgegaan op [eiser 1] . De daarna geconstateerde gebreken kunnen zijn ontstaan door het onderzoek van garage [bedrijf 5] . Daarnaast is de auto (bijna) 20 jaar oud, waardoor de kans groter is dat mankementen gaan optreden, aldus [eiser 2] c.s.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil is of de auto voldoet aan de overeenkomst.
4.2.
De kantonrechter zal daarbij voorbijgaan aan het primaire verweer van [eiser 2] c.s. van uitsluiting van aansprakelijkheid. [eiser 2] heeft nagelaten de schriftelijke overeenkomst waarop zij zich beroept te overleggen en heeft dit verweer dus niet (voldoende) onderbouwd. De vermelding “geen garantie” op de factuur zal de kantonrechter in het kader van de conformiteit van de auto bespreken.
4.3.
Op grond van artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voldoet een zaak niet aan de overeenkomst (‘non-conform’) als zij, ook gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op basis van de overeenkomst mocht verwachten. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rusten in dit geval stelplicht en - in geval van gemotiveerde betwisting - bewijslast van de non-conformiteit van de auto op [eiser 1] .
4.4.
Dit is anders als [eiser 1] de auto als consument heeft gekocht. Bij een consumentenkoop wordt ter bescherming van de consument vermoed dat de zaak bij levering al niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien het gebrek zich binnen één jaar na levering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet (artikel 7:18a lid 2 BW).
4.5.
Omdat partijen van mening verschillen of [eiser 1] de auto als consument heeft gekocht - en dit onder meer de verdeling van de stelplicht en de bewijslast bepaalt - zal de kantonrechter zich eerst hierover buigen.
Consumentenkoop
4.6.
Van een consumentenkoop (artikel 7:5 BW) kan sprake zijn als de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De koper wordt niet door de consumentenkoopregels beschermd wanneer hij of zij handelt ten behoeve of mede ten behoeve van een beroep of bedrijf (HvJ EG 20 januari 2005, ECLI:EU:C:2005:32, Gruber/Bay Wa).
4.7.
[eiser 2] heeft aangevoerd dat de tussen partijen gesloten overeenkomst geen consumentenkoop is. De kantonrechter is op basis van de door partijen gestelde feiten en omstandigheden van oordeel dat [eiser 1] bij de koop van de auto niet als consument kon worden aangemerkt. Daartoe is redengevend dat zij:
- de auto heeft gekocht op naam van haar eenmanszaak,
- deze procedure mede in hoedanigheid van haar eenmanszaak heeft aangespannen,
- ter zitting heeft verklaard dat zij de auto alleen voor zakelijke besprekingen wilde gebruiken,
- naast deze auto een privéauto heeft.
4.8.
In het licht van deze feiten en omstandigheden heeft [eiser 1] haar betoog dat sprake is van een consumentenkoop onvoldoende toegelicht.
4.9.
[eiser 1] heeft tijdens de zitting een beroep gedaan op de reflexwerking van de consumentenkoopregels. Zij heeft haar beroep onderbouwd met de omstandigheid dat zij een klein bedrijf heeft, partijen geen gelijke bedrijven zijn en zij geen kennis van auto’s heeft.
4.10.
De kantonrechter volgt [eiser 1] niet in die stellingname. Voor een dergelijke reflexwerking is in beginsel slechts plaats indien de betrokken transactie nauwelijks van een consumententransactie te onderscheiden is. Gelet op de hierboven genoemde omstandigheden is daarvan geen sprake. Dat partijen een ongelijke handelspositie zouden hebben en een verschil in deskundigheid bestaat, is op zichzelf onvoldoende om daarin verandering te brengen.
4.11.
Hieruit volgt dat [eiser 1] zich niet kan beroepen op de consumentenbescherming (het bewijsvermoeden) van artikel 7:18a lid 2 BW. Het is daarom (op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv) aan [eiser 1] om te stellen en zo nodig te bewijzen dat de auto al bij levering (artikel 7:10 BW) niet voldeed aan de overeenkomst.
Conformiteit
4.12.
[eiser 1] heeft ter onderbouwing van de non-conformiteit van de auto gesteld dat de auto tweemaal elektronisch geheel is uitgevallen en de notitie van garage [bedrijf 5] en screenshots van een laptop overgelegd. Zij heeft echter nagelaten toe te lichten wat de oorzaak van het elektronisch uitvallen van de auto is geweest en hoe de door garage [bedrijf 5] geconstateerde gebreken moeten worden geduid. Uit de notitie van garage [bedrijf 5] blijkt dat namelijk niet. Uit de screenshots - als wordt aangenomen dat die van garage [bedrijf 5] afkomstig zijn en op de auto van [eiser 1] betrekking hebben - evenmin. Daarom kan de kantonrechter uit deze stellingen van [eiser 1] niet afleiden wat de ernst is van het gestelde gebrek en of dit gebrek al aanwezig was op het moment van levering.
4.13.
De kantonrechter weegt daarbij ook mee dat de auto een dag voor de levering APK is goedgekeurd en niet is gebleken dat de keuring ondeugdelijk was. In beginsel mag er dan in ieder geval van worden uitgegaan dat op de dag van de levering vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid met de auto kon en mocht worden gereden.
4.14.
Gezien het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat [eiser 1] onvoldoende concreet heeft gesteld dat de auto al bij levering een gebrek had waarvan zij de aanwezigheid niet hoefde te verwachten. Bij de beoordeling van de vraag wat [eiser 1] van de auto mocht verwachten, weegt de kantonrechter ook mee dat i) de auto een hoge leeftijd heeft ii) de auto bij de proefrit al gebreken vertoonde en iii) [eiser 2] uitdrukkelijk op de factuur heeft vermeld dat geen garantie wordt gegeven. Dat betekent dat niet ieder probleem dat zich (kort) na de oplevering openbaart, non-conformiteit oplevert. Omdat [eiser 1] op dit punt niet aan haar stelplicht heeft voldaan wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
4.15.
Daarnaast heeft [eiser 1] ook haar stelling dat partijen zijn overeengekomen dat [eiser 2] de accu zou vervangen en de oorzaken van de brandende lampjes in het dashboard zou repareren, tegenover de gemotiveerde betwisting van [eiser 2] c.s., onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter gaat daarom aan deze stelling van [eiser 1] voorbij.
4.16.
Omdat non-conformiteit niet is gebleken, kon [eiser 1] de overeenkomst niet ontbinden en bestaat voor ontbinding door de kantonrechter ook geen grond.
4.17.
Dit leidt ertoe dat de primair en subsidiair ingestelde vorderingen zullen worden afgewezen. De overige ingestelde vorderingen zullen ook worden afgewezen, omdat zij gebaseerd zijn op de primair en subsidiair gevorderde ontbinding.
Proceskosten
4.18.
[eiser 1] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Gedaagde partijen hebben met één gemachtigde geprocedeerd en gezamenlijke standpunten ingenomen. De proceskosten aan de kant van gedaagde partijen worden tot dit vonnis vastgesteld op € 660,00 aan salaris gemachtigde.
4.19.
Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten, voor zover deze worden gemaakt. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser 1] af,
5.2.
veroordeelt [eiser 1] in de proceskosten van gedaagde partijen tot dit vonnis vastgesteld op € 660,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B. de Vries-van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023.
1680