Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
H. BEPALINGEN RECHT VAN VRUCHTGEBRUIK
het recht van vruchtgebruik eindigt:
bij het overlijden van de vruchtgebruiker, doch uiterlijk één jaar nadat de vruchtgebruiker is overleden.
bij het metterwoon verlaten van de woning door de vruchtgebruiker gedurende meer dan twaalf maanden. Het metterwoon verlaten dient schriftelijk te blijken, bijvoorbeeld uit een schriftelijke bevestiging door de vruchtgebruiker, een uittreksel uit het bevolkingsregister of een medische verklaring inhoudende dat terugkeer naar de woning niet meer mogelijk of zeer onwaarschijnlijk is.
Na het eindigen van het recht van vruchtgebruik rust op de gerechtigde of zijn rechtverkrijgende(n) de verplichting de onroerende zaak ter beschikking van de hoofdgerechtigde te stellen.
Dat aan haar bekend is dat in de onroerende zaak asbest is verwerkt, koper en verkoper komen op nadrukkelijke wens van verkoper overeen dat er gedurende de periode van vruchtgebruik geen stappen worden genomen met betrekking tot het inventariseren van het asbest en/of voor asbestverwijdering;
De kleuren, het uiterlijk en de uiterlijke structuur van alle buitenmuren en bijbehorende ornamenten, buitendeuren en ramen niet mogen worden gewijzigd en dienen bij schade in de huidige staat teruggebracht te worden.
Bij bewoning, onderhoud, reparatie en restauratie in geval van schade de kalkwanden en de kalkplafonds met ornamenten in de kamers en gangen geheel in de oude staat dienen te worden hersteld;
Bij bewoning, onderhoud en restauratie in geval van schade de betegelde wanden en nissen en glas-in-lood ramen in de keuken en het toilet in de huidige uiterlijke structuur en kleuren gerepareerd dienen te worden;
Bij bewoning, onderhoud en restauratie in geval van schade wanden, ornamenten en het houtwerk van het complete trappenhuis en de omloop op de eerste verdieping van het hoofdgebouw in de huidige uiterlijke structuur en kleuren gerepareerd dienen te worden;
De kleuren, het houtwerk, de indeling en de uiterlijke structuur van alle vier (4) - de woonkamers in het hoofd- en bijgebouw op de begane grond niet mogen worden gewijzigd;
Het houtwerk en de uiterlijke structuur van de trap en de omloop op de eerste verdieping van “het Zaanhuis” niet mogen worden gewijzigd en moeten bij schade in de huidige uiterlijke structuur worden hersteld;
De stichting: Stichting [naam 1] in [plaats 1] (dan wel haar rechtsopvolgster) ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer [kvk nummer] statutair gevestigd te [plaats 2] , bezoekadres [adres 2] [plaats 1] , gedurende een periode van tien (10) jaar, aanvangende vanaf de datum dat het gekochte leeg en ontruimd is, “het Luchthuis” tegen kostprijs ter beschikking wordt gesteld;
Ten aanzien van de zolders en de vliering van “het Zaanhuis”, alsmede het hoofdgebouw de uiterlijke structuren gehandhaafd dienen te blijven en onbeschilderd hout onbeschilderd te blijven:
Koper verplicht zich om zich daadkrachtig te verzetten tegen plannen en acties van overheden en eigenaren van belendingen die het behoud van het pand en/of de monumentale waarde daarvan bedreigen.”
Omdat u moeder zo snel is overleden, heeft u Stadherstel verzocht de termijn te verlengen waarin u in het pand kunt blijven wonen tot 5 jaar na het overlijden van uw moeder. Graag kom ik aan dat verzoek tegemoet en bij deze bevestig ik daarom dat u in het pand kunt blijven wonen tot en met 31 oktober 2021. U bent de enige gebruiker van het gehele pand. Er is geen sprake van huur of een andere vergoeding voor het gebruik, wel komen de gebruikerslasten voor uw rekening. De afspraak is dat uw gebruik eindigt na 31 oktober 2021, maar mocht u op dat moment nog langer in het pand willen blijven wonen, dan zullen we hierover met elkaar in overleg treden.
werkzaamheden uit te voeren aan het pand. Dat is onze plicht omdat we een Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (dat zijn er maar een paar in Neerland) zijn maar ook omdat we dat beloofd hebben aan mevrouw [gedaagde] . Omdat [gedaagde] niet tevreden was over aannemers die wij inschakelden en die mensen ook niet meer toe wilden laten in het huis hebben wij tegen hem gezegd dat hij dan een aannemer mocht kiezen zodat we in ieder geval aan onze plicht kunnen voldoen. Maar [gedaagde] had helemaal geen zin in werknemers over de vloer behalve toen er een keer stormschade was. Hij heeft toen iemand ingeschakeld en wij hebben de kosten vergoed. Dat is toen prima verlopen.
, niet met [betrokkene 4] en ook niet met [betrokkene 6] (die later contactpersoon was voor de verbouwingen) dan was ik de contactpersoon en ik heb echt heel veel tijd en geduld in dit project en [gedaagde] gestoken maar ook ik was niet goed genoeg. Ook heeft de heer [betrokkene 7] , bestuurslid Zaans Erfgoed, geprobeerd om te bemiddelen tussen Stadsherstel en [gedaagde] maar ook dat ging niet goed en toen had de heer [betrokkene 7] het natuurlijk weer gedaan.”
Wij zijn verantwoordelijk voor de instandhouding van dit mooie monument, waarbij we graag rekening houden met jouw belangen. De vraag is nu alleen hoe die twee te combineren? Het kan niet zo zijn dat vanwege jouw afwijzingen het pand een grote onderhoudsachterstand gaat oplopen. Het kan ook niet zo zijn dat mensen worden blootgesteld aan een asbestbesmetting.
Wij gaan op korte termijn controleren of er inderdaad sprake is van asbest en direct gevaar voor de gezondheid. Is dat het geval, dan ruimen we het op zodat er geen gevaar voor de gezondheid voor jou en van bezoekers meer is. Is er geen sprake van asbest, des te beter.
Mocht er asbest gevonden worden, dan zal dit worden verwijderd, conform de daarvoor geldende protocollen. Dat zou kunnen betekenen dat je dient te verhuizen naar een tijdelijke wisselwoning.
Desgewenst helpen we je bij het zoeken naar tijdelijke huisvesting voor de duur van de werkzaamheden en bij de verhuizing van spullen die je voor dat tijdelijke verblijf nodig hebt.
We wachten tot tegen het einde van de lopende gebruiksperiode met het schilderen en ander noodzakelijk groot onderhoud van het pand.
Zoals vermeld in de brief van 2017 zullen we tijdig met je in contact treden over de vraag of je na 31 oktober 2021 nog in het pand wenst te blijven wonen en de voorwaarden daarvoor.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
[betrokkene 8] gaf aan dat [gedaagde] gewoon mag blijven zitten in het huis. [gedaagde] is snel moe en kan niet zo veel meer.”
Mail 3 februari 2017 van Stadsherstel inzake Brief aan [gedaagde] d.d. 3 februari 2017
[gedaagde] claimt nu dat tijdens de gang naar huis en bij de nabespreking gesproken en onderhandeld zou zijn over zijn verblijfsrechten in de woning. En dat naar aanleiding van een door mij gegeven advies. Naar mijn mening is dat absoluut kul. Ik heb hem daarover op die avond niets horen zeggen en daarnaast heb ik hem daarover absoluut geen advies gegeven.”
1.196,00(2 punten × tarief € 598,00)