Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
Partijen zijn gerechtigd de onderhavige arbeidsovereenkomst tussentijds op te zeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn of indien daarvan afwijkend de bij de CAO bepaalde opzegtermijn. (…)’
(…)
- Tot en met functiegroep 5: één maand
- Vanaf functiegroep 6: twee maanden
Elke functie is opgenomen in een functiegroep. Bij zijn aanstelling hoort de werknemer wat zijn functiegroep is en welke salarisschaal daarbij hoort. Deze gegevens staan ook in het arbeidscontract.’
In het arbeidscontract dient ook vermeld te staan de functie van de werknemer en de toepasselijke functiegroep, welke salarisschaal en welke salarisperiodiek van toepassing is.’
Hoe kwam jij bij 2 maanden opzegtermijn?’
Dat zei [betrokkene](kantonrechter: bedoeld wordt de oom van [verweerder], die ook werkzaam is bij Granuband)
Dat is niet zo ☹’
Kosten noch moeite gespaard, maar 1 augustus begin ik bij jullie. En ja het is in goed overleg gegaan en ik laat het netjes achter.’
De arbeidsovereenkomst wordt op jouw verzoek beëindigd per 1 augustus 2023. Dit betekent dat 31 juli 2023 jouw laatste dag in dienst is bij Granuband.’ Om 14:59 uur heeft de General Manager per e-mail aan [verweerder] geschreven:
‘Dank voor je officiële opzegging (..). Wij laten je voor het einde van de week weten of wij je verzoek tot beëindiging kunnen inwilligen.’
Wij gaan akkoord met je ontslagaanvraag, nog niet met de termijn. Je hebt een opzegtermijn van 2 maanden, je hebt officieel opgezegd per 28 juni. De brief die je gestuurd hebt wellicht als gevolg van het overleg wat je met HR hierover hebt gevoerd tijdens mijn afwezigheid is inmiddels gerectificeerd.’
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
primairdat de opzegtermijn genoemd in artikel 8.2 van de cao niet op hem van toepassing was, zodat hij terecht de wettelijke opzegtermijn van één maand in acht heeft genomen, en,
subsidiair, dat [verweerder] mocht vertrouwen op de mededelingen van de medewerkers van de HR-afdeling dat de opzegtermijn één maand bedroeg;
5.De beoordeling
vanaf functiegroep 6’ een opzegtermijn van twee maanden in acht moet nemen. [verweerder] vindt dat voor hem één maand opzegtermijn gold, primair omdat artikel 8.2 van de cao niet op hem van toepassing is, omdat (a) de functie en de bijbehorende salarisschaal in strijd met artikel 8.1 van de cao niet in de arbeidsovereenkomst staan vermeld, en (b) omdat in de cao staat dat de opzegtermijn alleen langer of korter kan zijn dan de wettelijke termijn als dat in het arbeidscontract is vastgelegd. Subsidiair bepleit [verweerder] dat hij erop mocht vertrouwen dat de door hem in acht te nemen opzegtermijn één maand bedroeg, omdat HR-medewerkers van Granuband dit hem vier maal hebben meegedeeld, op 23 juni telefonisch, 26 juni per WhatsApp, op 27 juni mondeling en op 28 juni 2023 per brief.
of’de keuze tussen de wettelijke opzegtermijn (die, gelet op de duur van het dienstverband, één maand is), of ‘
de bij de CAO bepaalde opzegtermijn’ als die afwijkt van de wettelijke opzegtermijn (zie 2.2)
.Daarvan is in dit geval sprake, omdat de cao bepaalt dat ‘
vanaf functiegroep 6’ voor de werknemer een opzegtermijn van twee maanden geldt (zie 2.3). Alhoewel in de arbeidsovereenkomst van [verweerder] (in strijd met de cao) geen functie en salarisschaal staat vermeld, moet het voor [verweerder] duidelijk zijn geweest dat hij, mede gelet op de hoogte van zijn salaris, in de categorie ‘
vanaf functiegroep 6’ viel. De stelling van [verweerder] dat artikel 8.2. van de cao niet op hem van toepassing is, wordt in die zin gepasseerd. Gelet op de tekst van de cao gold dus voor [verweerder] een van de wet afwijkende opzegtermijn van twee maanden.
De opzegtermijnen kunnen alleen langer of korter zijn dan de wettelijke opzegtermijnen als dat in het arbeidscontract is vastgelegd’(zie 2.3)
,die maakt dat wordt geoordeeld dat de wettelijke opzegtermijn van één maand geldt. In de arbeidsovereenkomst is immers niet (uitdrukkelijk) vastgelegd dat de opzegtermijn (in dit geval) langer dan de wettelijke opzegtermijn is, namelijk twee maanden. Voor zover de zinsnede ‘
of indien daarvan afwijkend de bij de CAO bepaalde opzegtermijn’ heeft te gelden als een zodanige vastlegging, is die vastlegging onvoldoende duidelijk. Deze onduidelijkheid komt voor rekening en risico van Granuband als de partij die de arbeidsovereenkomst heeft opgesteld. Als Granuband bij opzegging van de arbeidsovereenkomst door [verweerder] meer tijd wilde hebben voor het vinden van een vervanger en voor overdracht van de werkzaamheden door [verweerder], had Granuband dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst eenvoudig kunnen regelen door overeenkomstig de cao in de arbeidsovereenkomst een langere opzegtermijn vast te leggen.