Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
herziene versie’ van het verzoekschrift. Op 9 november 2023 heeft [verzoeker] de kantonrechter verzocht om de herziene versie van het verzoekschrift van 6 november 2023 als niet verzonden te beschouwen en heeft zij een ‘
herziene versie dan wel aanvulling’ van het verweerschrift tegen het voorwaardelijk tegenverzoek ingediend.
2.Feiten
BEOORDELINGSFORMULIER i.v.m. EINDE PROEFTIJD’ ingevuld. Daarop heeft hij het advies genoteerd om het dienstverband van [verzoeker] te continueren.
koelie’, (ii) rond 12:30 uur in verband met een uitlating dat het een privilege van [verzoeker] is dat zij een privéchauffeur op de werkvloer heeft en (iii) rond 13:00 uur in verband met de uitlating ‘
jeetje het lijkt hier wel een gevangenis, ik mag blijkbaar helemaal niks zeggen’. Tijdens het derde gesprek met de shiftleader heeft [verzoeker] aangegeven er op deze manier geen zin meer in te hebben. Dit heeft KCS opgevat als een opzegging.
BEOORDELINGSFORMULIER i.v.m. EINDE PROEFTIJD’ aan haar voorgelegd, met daarop het advies ‘
Beëindigen dienstverband miv 26 juli 2023’. Op dit formulier staat bij ‘opmerkingen’: ‘
N.a.v diverse incidenten en gedane uitspraken die de samenwerking in negatieve zin beinvloeden, heeft bovengenoemde medewerker zelf aangegeven de samenwerking niet voort te willen zetten. Zij zou zich niet gelukkig voelen onder bepaalde omstandigheden binnen de organisatie.’ Dit formulier heeft [verzoeker] op dat moment ondertekend.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek
5.De beoordeling
zienwas dat zij in een hevige emotie verkeerde, niet betekent dat dit niet zo
was.Dat mag zo zijn, maar dat doet er niet af dat het aan [verzoeker] is om die hevige emotie te onderbouwen. Zij heeft in dat kader aangevoerd dat i) zij heeft gehuild in het bijzijn van [betrokkene 1], ii) zij op de parkeerplaats bij locatie Centrum verdrietig is geworden in het bijzijn van een aantal collega’s en iii) zij vervolgens na het ondertekenen van het formulier op de locatie Noord nog zeker een uur in zeer emotionele toestand in een auto heeft gezeten met een collega. Elke onderbouwing en concreet bewijsaanbod van die stellingen ontbreekt echter. Het slechts in algemene bewoordingen gedane bewijsaanbod is onvoldoende om te worden toegelaten tot bewijslevering. Dat [verzoeker] geen getuigenbewijs heeft aangeboden omdat onzeker is hoeveel waarde gehecht kan worden aan verklaringen van werknemers van KCS, zoals zij op de zitting stelde, doet daaraan niet af. Het is immers aan de kantonrechter om te bepalen wat de bewijskracht van bewijsmiddelen is.