Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
P.C.G. KROMMENHOEK in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen toebehorend aan [gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1. De procedure
- het tussenvonnis van 9 juni 2021;
- het aanvullend vonnis van 21 juli 2021;
- het rapport arbeidsdeskundig onderzoek van 16 mei 2022;
- de akte na deskundigenbericht van 3 augustus 2022 van [eiser] ;
- de akte na deskundigenbericht van 28 september 2022 van [gedaagde 3] ;
- de akte wijziging eis van 7 december 2022 van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De verdere beoordeling
Waar gaat deze zaak over?
Bij vonnis van 13 december 2017 in deze civiele zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat het vast staat dat ook [gedaagde 1] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en dat ook hij (hoofdelijk) aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade. [eiser] vordert in deze procedure vergoeding van zijn schade als gevolg van de mishandeling.
Betrokkene heeft in de drie jaar voorafgaand aan de mishandeling vrijwel geen werkzaamheden verricht. Op 18 juni 2007 meldde betrokkene zich arbeidsongeschikt vanwege toename beenklachten en psychische klachten. In juli 2009 kwam hij in de Wia. Tussen 2008 en eind 2009 leidde de re-integratie ondanks de hulp van USG Restart niet tot resultaat. Per 30 november 2009 begon een proefperiode als coördinator bij een schoonmaakbedrijf, met behoud van uitkering. Per 4 januari 2010 meldde betrokkene zich ziek, door toegenomen beenklachten rechts en onvrede met het handelen van zijn werkgever. Nadien verrichtte hij geen werkzaamheden meer.
Dit houdt in dat de arbeidsdeskundige in zijn onderzoek ook de gevolgen moet betrekken die het ongeval in 2005 hebben gehad op het arbeidsvermogen van [eiser] en daar een oordeel over dient te vellen. De rechtbank acht het redelijk dat de arbeidsdeskundige in zijn onderzoek betrekt de werkzaamheden die [eiser] drie jaar voorafgaand aan de mishandeling in 2010 heeft verricht. Aangezien [eiser] in 2007 ook bij [werkgever] heeft gewerkt, zal de arbeidsdeskundige ook op deze werkzaamheden ingaan. Aan het onderzoek van de arbeidsdeskundige dienen de onderzoeksresultaten van de onderzoeken van deskundigen Veldstra, Korzec en Buisman ten grondslag te liggen.”
Graag een uitgebreide omschrijving geven van de aard van de taken en verantwoordelijkheden in dat werk, hoeveel uur per week [eiser] in de drie jaar voorafgaand aan het ongeval gemiddeld heeft gewerkt, alsmede een toelichting op de (fysieke en mentale) belasting daarvan.”
beschouwing situatie werk en inkomen zonder ongeval”) van zijn rapport, maar in de conclusies die de arbeidsdeskundige vervolgens trekt, blijkt niet dat de schadevergoeding afzonderlijk van invloed is op de mogelijkheden van [eiser] een passende baan te vinden.
Het rechterbeen geeft onveranderd pijn.” Daarnaast doet het ook niet af aan de conclusie van verzekeringsarts Buisman dat het aannemelijk was dat er nog wel een in enige mate beperkte belastbaarheid van het rechterbeen aan de orde was. Dit terwijl, zo blijkt uit het rapport van arbeidsdeskundige Van der Ham, de functie bij [werkgever] zonder meer beenbelastend was. Aan de conclusie van arbeidsdeskundige Van der Ham ligt dus niet enkel het rapport van het UWV van 21 juli 2009 ten grondslag, maar ook het rapport van het UWV van 23 juni 2011 en het onderzoek van verzekeringsarts Buisman. De rechtbank sluit zich daarom aan bij de conclusie van de arbeidsdeskundige Van der Ham en stelt vast dat [eiser] ten tijde van de mishandeling op 27 juni 2010 blijvend arbeidsongeschikt was voor zijn functie bij [werkgever] .
verschenenschade pas per 7 december 2022 worden toegewezen. De wettelijke rente over de
toekomstigeschade zal worden toegewezen vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis.
- [eiser] is vlakbij zijn woning door drie buurmannen mishandeld;
- [eiser] was op dat moment 28 jaar;
- [eiser] is mishandeld omdat hij Marokkaan is. Gedaagden verkeerden in de veronderstelling dat hij één van de jongens was met wie (één van) gedaagden eerder op de avond ruzie (had) hadden gehad. [eiser] was bij die ruzie echter op geen enkele wijze betrokken;
- [eiser] is verschillende keren met een honkbalknuppel onder meer op zijn onderlichaam geslagen terwijl hij door twee mannen tegen de grond gedrukt werd gehouden. In het ziekenhuis is geconstateerd dat het linkerscheenbeen en het kuitbeen van [eiser] gebroken waren. Door gedaagden is niet betwist dat de linkerkuit- en scheenbeen van [eiser] zo ernstig gebroken waren dat het bot naar buiten stak en het leek alsof het onderste deel van het been los hing. Daarnaast had [eiser] diverse kneuzingen op zijn hoofd, rug en linkerflank. Hij had ook wonden aan zijn linker gelaatshelft, zijn ellebogen en handen.
- Bij het herstel van de mishandeling zijn complicaties opgetreden. [eiser] heeft infecties gehad waardoor het vlees aan zijn been begon te rotten en gedeeltelijk is weggesneden. Om de wond te dichten heeft [eiser] diverse huidtransplantaties gehad. In maart 2012 was de breuk aan het linkeronderbeen geheeld. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023 vertelde [eiser] dat in januari 2022 het laatste plaatmateriaal uit zijn been is verwijderd, waardoor hij voor het eerst sinds 2010 vanaf dat moment geen vreemd materiaal meer in zijn lichaam heeft. [eiser] heeft 13 operaties ondergaan.
- [eiser] is door de mishandeling afhankelijk geraakt van medicatie. Hij heeft in een kliniek verbleven om van die verslaving af te komen. Daarnaast heeft [eiser] PTSS en een pijnstoornis op basis van zowel psychogene als lichamelijke factoren opgelopen. Met de PTSS en de pijnstoornis kampt hij nu nog steeds.
- [eiser] kampt daarnaast nog steeds met pijnklachten aan zijn linkerbeen en beperkingen bij lopen, traplopen, klimmen en klauteren, knielen, kruipen en hurken, duwen en trekken. Daarnaast is aannemelijk dat er beperkingen bestaan bij trillingsbelasting op het been, langdurig staan en zwaar tillen en dragen.
Kosten renovatie appartement” naar zijn akte van 29 maart 2017. Hij vordert dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2017. Uit de akte van 29 maart 2017 blijkt dat het gaat om kosten:
- vanwege verkoop van het appartement Beverwijk van € 3.207,32,
- voor de aankoop woning in Heerhugowaard van € 7.549,55,
- voor de verhuizing zelf van € 642,- en
- voor het bewoonbaar maken van de woning in Heerhugowaard van € 6.700,-.
Bij het psychiatrisch onderzoek valt op dat betrokkene een vooral boze en gefrustreerde indruk maakt, voornamelijk gericht op de daders en de gevolgen van de mishandeling op zijn huidige leven. Het lijkt alsof betrokkene door de boosheid blijft vastzitten in zijn klachten, en als het ware niet verder kan met zijn leven. Hierbij speelt een belangrijke rol dat betrokkene nog dagelijks geconfronteerd wordt met de daders door zijn woonsituatie, waardoor hij het verleden niet goed los kan laten. De eerder aangeboden EMDR therapieën lijken hierdoor ook geen verbetering te geven. Deze mening wordt gedeeld door zijn laatste behandelaar bij Centrum’45, welke de behandeling tijdelijk gestaakt heeft tot betrokkene verhuisd is en niet meer dagelijks met de daders en de plek van de mishandeling geconfronteerd wordt.”
2.5.6. (…).
- € 3.000,- zelfwerkzaamheid verschenen schade,
- € 16.000,- zelfwerkzaamheid toekomstige schade,
- € 35.000,- immateriële schade, en
- € 18.098,87 kosten gedwongen verhuizing.
- over de zelfwerkzaamheid verschenen schade per 7 december 2022,
- over de zelfwerkzaamheid toekomstige schade vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
- over de immateriële schade per 27 juni 2010, en
- over de kosten gedwongen verhuizing per 29 maart 2017.
7.689,50(6,5 punten × tarief € 1.183,-)
3.De beslissing
- € 3.000,- met ingang van 7 december 2022,
- € 16.000,- met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis,
- € 35.000,- met ingang van 27 juni 2010, en
- € 18.098,87 met ingang van 29 maart 2017,