ECLI:NL:RBNHO:2023:13153

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
10721267 \ VV EXPL 23-134
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing loonvordering in kort geding met verstek tegen Horeca Haarlem B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Horeca Haarlem B.V. [eiseres] vorderde betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag en een vergoeding voor niet genoten vakantie-uren, te vermeerderen met wettelijke verhoging en rente. Horeca Haarlem was niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen, en er werd verstek verleend. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, omdat deze spoedeisend was en niet onrechtmatig of ongegrond leek. De kantonrechter oordeelde dat Horeca Haarlem, door in een e-mail te bedanken voor de samenwerking en succes te wensen, impliciet had ingestemd met de opzegging van de arbeidsovereenkomst door [eiseres] per 29 april 2023, ondanks dat de opzegtermijn niet in acht was genomen. De kantonrechter heeft Horeca Haarlem ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.271,42. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10721267 \ VV EXPL 23-134 (HB)
Uitspraakdatum: 1 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. T. Stevovic (DAS)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Horeca Haarlem B.V.
gevestigd te Haarlem
gedaagde
verder te noemen: Horeca Haarlem
niet verschenen
De zaak in het kort
In deze zaak vordert [eiseres] veroordeling van Horeca Haarlem tot betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag en een vergoeding voor niet genoten vakantie-uren, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. De vordering wordt bij verstek toegewezen. Horeca Haarlem wordt in de proceskosten (inclusief nakosten) veroordeeld.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft Horeca Haarlem op 4 oktober 2023 gedagvaard.
1.2.
Horeca Haarlem heeft bij brieven van 20 en 24 oktober 2023 verzocht om de mondelinge behandeling (van 26 oktober 2023) uit te stellen wegens onvoldoende voorbereidingstijd door ziekte van [betrokkene] van Horeca Haarlem. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen, omdat de ziekte en de verhindering die daardoor kennelijk is ontstaan niet met een medische verklaring zijn onderbouwd.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2023. Horeca Haarlem is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Tegen Horeca Haarlem is verstek verleend. [eiseres] heeft ter zitting de vordering verminderd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [eiseres] ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.Feiten

2.1.
Nadat [eiseres] (circa) twee maanden als medewerker keuken in dienst was geweest van HOP Haarlem B.V., hebben partijen - na het faillissement van die besloten vennootschap - een schriftelijke arbeidsovereenkomst (nul-urencontract) voor bepaalde tijd gesloten (overgelegd als productie 1 bij de dagvaarding). Bij die overeenkomst is [eiseres] bij Horeca Haarlem in dienst getreden als medewerker keuken voor de periode van 1 april 2023 tot 31 maart 2024.
2.2.
Het salaris van [eiseres] bedroeg laatstelijk € 9,60 bruto per uur, exclusief 8,85% vakantietoeslag.
2.3.
De Horeca-cao is op de arbeidsovereenkomst van toepassing.
2.4.
In de arbeidsovereenkomst staat:
‘(…)
Artikel 3
De proeftijd bedraagtéén (1) maand. Gedurende deze periode is het zowel de werkgever als de werknemer toegestaan de arbeidsovereenkomst, zonder opzegging en zonder opgaaf van redenen, met onmiddellijke ingang te beëindigen.
Artikel 4
Deze arbeidsovereenkomst kan door ieder van partijen tussentijds schriftelijk worden opgezegd tegen het einde van de kalendermaand met inachtneming van de wettelijke bepalingen en opzegtermijnen.’
(…)’
2.5.
[eiseres] heeft op 26 april 2023 de arbeidsovereenkomst mondeling opgezegd per 29 april 2023. Bij e-mail van 27 april 2023 heeft [eiseres] die opzegging bevestigd. Horeca Haarlem heeft daarop bij e-mail (overgelegd als productie 2 bij de dagvaarding) als volgt gereageerd
: ‘We hebben je e-mail ontvangen. (…) je hebt zelf ontslag genomen. Heel veel succes in je nieuwe job en bedankt voor de afgelopen tijd. (…) En mocht je je toch bedenken ben je altijd weer welkom (…).’
2.6.
[eiseres] en haar gemachtigde hebben Horeca Haarlem herhaaldelijk (voor het laatst bij brief van 28 augustus 2023) gesommeerd om het salaris van [eiseres] over de maand april 2023, de vakantietoeslag en een vergoeding voor niet opgenomen vakantie-uren te betalen en om een eindafrekening op te stellen.
2.7.
Bij brief van 2 september 2023 heeft Horeca Haarlem aan [eiseres] meegedeeld – kort samengevat - dat er geen betalingen aan [eiseres] meer openstaan. Hiervoor heeft Horeca Haarlem in die brief als reden aangevoerd dat [eiseres] de opzegtermijn (van één kalendermaand) niet in acht heeft genomen en dat Horeca Haarlem op geen enkele wijze heeft ingestemd met een eerdere beëindiging, waardoor Horeca Haarlem schade heeft geleden. Ook staat in die brief dat Horeca Haarlem van [eiseres] een gefixeerde schadevergoeding zal eisen als [eiseres] een kort geding aanspant.
2.8.
Bij brief van haar gemachtigde van 12 september 2023 heeft [eiseres] het standpunt van Horeca Haarlem weersproken en heeft zij Horeca Haarlem gesommeerd het gevorderde alsnog binnen 24 uur te voldoen.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert - na vermindering van de eis met de gevorderde bruto/netto-specificatie van het loon - dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Horeca Haarlem veroordeelt tot betaling van:
a. het loon (over april 2023) van € 777,60 bruto;
b. de opgebouwde vakantietoeslag van € 68,63 bruto;
c. de openstaande vakantie-uren van € 82,75 bruto;
d. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van € 462,97 bruto;
e. de wettelijke rente over de onder a en b genoemde bedragen vanaf de data van opeisbaarheid;
f. de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt – kort weergegeven – aan haar vordering ten grondslag dat Horeca Haarlem, ondanks betalingstoezeggingen, het salaris van [eiseres] over de gewerkte uren in de maand april 2023, de vakantietoeslag en de vakantie-uren-vergoeding nog steeds niet heeft voldaan. Horeca Haarlem heeft ook geen eindafrekening verstrekt. [eiseres] heeft wel een loonstrook over april 2023 ontvangen, maar de daarop vermelde bedragen zijn niet betaald. [eiseres] hoefde bij haar opzegging de opzegtermijn niet in acht te nemen, omdat zij de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd heeft opgezegd. Bovendien heeft Horeca Haarlem zich niet eerder dan op 2 september 2023 op het standpunt gesteld dat [eiseres] de opzegtermijn in acht had moeten nemen.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter zal de vordering toewijzen, omdat deze naar haar aard spoedeisend is, in deze procedure niet is betwist en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Daarbij merkt de kantonrechter het volgende op.
4.2.
Wat er (gezien artikel 7:652 lid 6 onderdeel c en lid 8 BW) ook zij van de geldigheid van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen proeftijdbeding, gelet op de onder 2.5. van de feiten genoemde e-mail van Horeca Haarlem mocht [eiseres] er op vertrouwen dat Horeca Haarlem had ingestemd met haar opzegging per 29 april 2023. In die e-mail heeft Horeca Haarlem [eiseres] immers bedankt en haar succes in haar nieuwe baan toegewenst, zonder bezwaar te maken tegen het niet in acht nemen van de opzegtermijn. Het kennelijke beroep van Horeca Haarlem ruim 4 maanden later (bij brief van 2 september 2023) op verrekening kan daarom niet slagen. Verder is uit niets gebleken dat de vordering van [eiseres] inmiddels is voldaan.
4.3.
Horeca Haarlem is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op in totaal € 1.271,42, bestaande uit:
- dagvaarding € 132,42;
- griffierecht € 214,00;
- salaris gemachtigde € 793,00;
- nakosten € 132,00.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Horeca Haarlem tot betaling aan [eiseres] van:
a. het loon (over april 2023) van € 777,60 bruto;
b. de opgebouwde vakantietoeslag van € 68,63 bruto;
c. de openstaande vakantie-uren van € 82,75 bruto;
d. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van € 462,97 bruto;
e. de wettelijke rente over de onder a en b toegewezen bedragen vanaf de data van opeisbaarheid tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt Horeca Haarlem in de proceskosten, aan de kant van [eiseres] begroot op € 1.271,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Horeca Haarlem niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Horeca Haarlem ook de kosten van betekening betalen;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter