ECLI:NL:RBNHO:2023:12792

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
10528289 \ CV EXPL 23-3337
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie van oproepdiensten in de zorg en beloning volgens cao Ziekenhuizen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 6 december 2023, staat de kwalificatie van de diensten van monteurs in een ziekenhuis centraal. De eisers, een groep monteurs werkzaam bij het Rode Kruis Ziekenhuis B.V. (RKZ), hebben een vordering ingesteld om te bepalen dat hun oproepdiensten moeten worden aangemerkt als aanwezigheidsdiensten, met bijbehorende beloning, in plaats van bereikbaarheidsdiensten. De eisers stellen dat zij op grond van de cao Ziekenhuizen recht hebben op een hogere vergoeding, omdat zij verplicht zijn om binnen 15 minuten na een oproep aanwezig te zijn. Het RKZ betwist deze kwalificatie en stelt dat de diensten als consignatiediensten moeten worden gekwalificeerd, waarbij de monteurs niet verplicht zijn om binnen 15 minuten aanwezig te zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de diensten van de monteurs niet als consignatiediensten kunnen worden aangemerkt, omdat de frequentie van de oproepen en de aard van de werkzaamheden niet voldoen aan de definitie van onvoorziene omstandigheden. De rechter oordeelt dat de monteurs onder de werkingssfeer van de cao vallen en dat de bepalingen over bereikbaarheidsdiensten ook voor hen van toepassing zijn. De kantonrechter concludeert dat de diensten van de monteurs moeten worden aangemerkt als bereikbaarheidsdiensten, maar niet als aanwezigheidsdiensten, omdat de 15-minuteneis niet meer van toepassing is. De vordering van de monteurs wordt afgewezen, terwijl de tegenvordering van het RKZ wordt toegewezen, waarbij wordt vastgesteld dat de diensten als bereikbaarheidsdiensten moeten worden beloond.

De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis heeft belangrijke implicaties voor de beloning van de monteurs en de interpretatie van de cao Ziekenhuizen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10528289 \ CV EXPL 23-3337 (NK)
Uitspraakdatum: 6 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

wonende te [plaats 1]
2. [eiser 2],
wonende te [plaats 2]
3. [eiser 3],
wonende te [plaats 3]
4. [eiser 4],
wonende te [plaats 3]
5. [eiser 5],
wonende te [plaats 4]
eisers in conventie, gedaagden in reconventie
verder te noemen: [eiser 1] c.s.
gemachtigde: mr. J.F.R. Eisenberger
tegen
de besloten vennootschap
Rode Kruis Ziekenhuis B.V.,
gevestigd te Beverwijk
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
verder te noemen: RKZ
gemachtigde: mr. M. de Jong
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over de vraag hoe de diensten van de monteurs in een ziekenhuis moeten worden gekwalificeerd: als consignatiedienst, bereikbaarheidsdienst of aanwezigheidsdienst in de zin van de cao ziekenhuizen. De kwalificatie is van belang voor de beloning. Geoordeeld wordt dat de diensten gelet op de huidige stand van zaken in het ziekenhuis gekwalificeerd moeten worden als bereikbaarheidsdiensten. Geoordeeld wordt dat er geen aanleiding bestaat om de diensten te belonen als aanwezigheidsdiensten, omdat de monteurs niet verplicht zijn binnen 15 minuten na een oproep aanwezig te zijn. De 15 minuteneis is een instructievoorschrift en geen arbeidsvoorwaarde, zodat het ziekenhuis deze eis kon schrappen. De verplichting om binnen een straal van 15 km van het ziekenhuis te wonen is materieel niet gelijk aan de 15 minuteneis.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser 1] c.s. hebben bij dagvaarding van 22 mei 2023 een vordering tegen RKZ ingesteld. Het RKZ heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Bij tussenvonnis van 6 september 2023 is een mondelinge behandeling gelast.
1.3.
Op 9 november 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [eiser 1] c.s. bij brieven van 30 oktober en 7 november 2023 nog stukken toegezonden. Het RKZ heeft bij brief van 30 oktober 2023 nog stukken toegezonden.

2.Feiten

2.1.
[eiser 1] c.s. zijn bij het RKZ in dienst als onderhoudstechnicus/medewerker gebouwbeheer (ook wel storingsmonteurs genoemd). Er werken bij het RKZ momenteel vijf storingsmonteurs. Onderdeel van de functie is dat (eens per vijf weken) een dienst wordt gelopen, waarbij de monteur een week lang ook buiten de reguliere werktijden bereikbaar is om na oproep storingen op te lossen.
2.2.
In een beschrijving van de functie van onderhoudstechnicus van 24 oktober 2003 staat:
‘- Het zelfstandig verrichten van correctief onderhoud buiten werktijd volgens het rooster van de bereikbaarheidsdienst, dat wil zeggen: het verhelpen van spoedstoringen tussen 16.15 en 07.30 uur (van de daaropvolgende dag) (…)- Het verhelpen van spoedstoringen aan medische apparatuur buiten werktijd, voor zover de individuele mogelijkheden reiken;(…)- Tijdens bereikbaarheidsdienst binnen 15 minuten aanwezig zijn in het ziekenhuis;(…)’2.3. In een beschrijving van de functie van senior onderhoudstechnicus van 1 januari 2019 staat: ‘
Participeren in de 24/7 bereikbaarheidsdienst van de afdeling Gebouwbeheer, volgens wettelijke regelgeving en overige binnen het ziekenhuis geldende afspraken.En verder: ‘
Tijdens 24/7 oproepdiensten mag de medewerker geen alcohol gebruiken, kan geen vrije dagen opnemen en mag niet verder dan 15 minuten vanaf het ziekenhuis komen’.
2.4.
Op de arbeidsovereenkomsten van [eiser 1] c.s. is de cao voor ziekenhuizen (hierna: de cao) van toepassing. Op dit moment geldt de cao 2023-2025. Het betreft een cao met een standaardkarakter die algemeen verbindend verklaard is. Tot 1 juli 2022 stond in artikel 10.1 van de cao 2021-2023:
‘Hoofdstuk 10 Bereikbaarheids- aanwezigheids- en consignatiedienst
Definities
1. Onder bereikbaarheidsdienst wordt verstaan een aaneengesloten periode van
ten hoogste 24 uren waarin de werknemer, naast de bedongen arbeid, verplicht
is om bereikbaar te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid
te verrichten.
2. Onder aanwezigheidsdienst wordt verstaan een aaneengesloten periode van
ten hoogste 24 uren waarin de werknemer, naast de bedongen arbeid, verplicht
is op de arbeidsplaats aanwezig te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk de
bedongen arbeid te verrichten.
3. Onder consignatie wordt verstaan een periode tussen twee opeenvolgende
diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer uitsluitend verplicht
is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden, zoals
spoedgevallen en storingen, op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid
te verrichten.
(…)’
2.5.
Met ingang van 1 juli 2022 is aan artikel 10.1 van de cao 2021-2023 de volgende aanvulling op de definitie van bereikbaarheidsdienst toegevoegd: ‘
Indien de werknemer na oproep binnen 15 minuten op de werkplek aanwezig dient te zijn om onmiddellijk de arbeid te kunnen verrichten, dan wordt de bereikbaarheidsdienst aangemerkt als een aanwezigheidsdienst in de zin van de Arbeidstijdenwet en wordt deze dienst bovendien conform artikel 10.5 lid 2 vergoed als aanwezigheidsdienst’.In de (nieuwe) cao 2023-2025 is deze aanvulling opgenomen in artikel 10.1 lid 2.
Vergoedingsregeling in de opeenvolgende cao’s
2.6.
Per 1 juli 2022 en per 1 juli 2023 zijn (ook) de vergoedingen voor de bereikbaarheids- aanwezigheids- of consignatiedienst gewijzigd. Zo worden de diensten per 1 juli 2022 in geld in plaats van in vrije tijd beloond en is de beloning voor de bereikbaarheids- en aanwezigheidsdienst per 1 juli 2022 met 100% verhoogd. De cao-wijzigingen ten aanzien van de beloning zijn door RKZ in onderstaande tabel weergegeven:
2.7.
In een presentatie van de HR-afdeling van het RKZ (gedateerd 24 juni 2022), waarmee de afdeling gebouwbeheer is geïnformeerd over de cao-wijzigingen, staat onder het kopje ‘Besluit RKZ’: ‘
Voor gebouwbeheer betreft het volgens de letter van de cao consignatiedienst, want in de aard betreft het onvoorziene omstandigheden.
Echter vooralsnog kiest het RKZ voor het toepassen van de compensatie gelijk aan de bereikbaarheidsdienst, omdat er tot op heden feitelijk sprake is van zeer frequent opgeroepen worden (5/6 keer per week).Het gaat daarom niet om een onvoorziene situatie, want het opgeroepen worden in de storingsdienst is bijna een voorzienbaar onderdeel van de functie en men verwacht eigenlijk bijna dagelijks een oproep (vanwege het verouderde pand en installaties).(…).
2.8.
Bij brief van 16 augustus 2022 heeft het RKZ [eiser 1] c.s. geïnformeerd dat zij naar aanleiding van de cao-wijziging de oproepdienst vanaf 1 juli 2022 voorlopig zal belonen als aanwezigheidsdienst. In de brief staat:
‘(…) Gezien de huidige hoeveelheid en aard van de spoedgevallen en storingen (minimaal 5 per week voor gebouwbeheer) is voor de storingsdienst van gebouwbeheer, de cao vergoedingsregeling bereikbaarheidsdienst van toepassing. (…)
Medewerkers in de storingsdienst van gebouwbeheer, zijn in de afgelopen jaren verzocht om na een oproep binnen 15 minuten aanwezig te zijn op de werkplek om het werk direct aan te vangen. Hiermee wordt per 1 juli 2022 de storingsdienst van gebouwbeheer gecompenseerd als zijnde aanwezigheidsdienst.
In relatie met het type storingen en spoedgevallen onderzoekt het RKZ momenteel de bedrijfsmatige noodzaak om na een oproep binnen 15 minuten het werk aan te vangen. Mogelijk brengt dit een wijziging met zich mee in de van toepassing zijnde oproepdienst. (…)’.
2.9.
Bij brief van 22 december 2022 heeft het RKZ [eiser 1] c.s. geïnformeerd dat de oproepdienst per 1 april 2023 (weer) zal worden beloond als een bereikbaarheidsdienst, omdat onderzoek heeft uitgewezen dat de 15-minuteneis niet langer noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. In de brief staat:

(…)Zoals eerder aangekondigd, heeft het RKZ de bedrijfsmatige noodzaak om de 15 minuten grens te continueren, onderzocht. Na zorgvuldige beoordeling door de facilitair manager en het hoofd gebouwbeheer, is vastgesteld dat de maximale grens van 15 minuten, niet langer een vereiste is voor de bedrijfsvoering. Met ingang van 1 april 2023 laten we de vereiste 15 minuten grens dan ook los, waarmee er voor de storingsdienst sprake is van bereikbaarheidsdienst en van de daarbij behorende vergoeding. Dit betekent concreet dat u, conform cao, na een oproep in de storingsdienst zo spoedig als mogelijk het werk dient aan te vangen. Dit in feite zoals u gewend bent te doen.
Om de aanrijtijd af te bakenen, is tevens door het RKZ besloten dat er, conform cao artikel 3.2.16, een woongebied wordt aangewezen voor de medewerkers die werkzaam zijn in de storingsdienst van gebouwbeheer. Wij richten ons hierbij op een woon/werkafstand van maximaal 15 kilometer enkele reis (…)’.
2.10.
Bij brief van 14 februari 2023 heeft de gemachtigde van [eiser 1] c.s. het RKZ verzocht om per 1 april 2023 niet tot de voorgenomen wijziging over te gaan, omdat deze rechtens niet houdbaar zou zijn.
2.11.
Bij brief van 28 februari 2023 heeft het RKZ de beweegredenen die aan de wijziging ten grondslag liggen nader toegelicht. Het RKZ heeft geen gehoor gegeven aan het verzoek van [eiser 1] c.s. om van de wijziging af te zien.
2.12.
Per 1 april 2023 worden de oproepdiensten door het RKZ niet meer beloond als aanwezigheidsdienst, maar (weer) als bereikbaarheidsdienst.

3.De vordering

3.1.
[eiser 1] c.s. vorderen na eiswijziging dat de kantonrechter, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat het RKZ ten opzichte van [eiser 1] c.s. gehouden is ook na 1 april 2023 de toeslag ex art. 10.5 lid 2 cao [1] te betalen, omdat [eiser 1] c.s. recht hebben op deze vergoeding, omdat zij bereikbaarheidsdiensten uitvoeren in de zin van art. 10.1 lid 1 cao en binnen 15 minuten na oproep op de werkplek aanwezig moeten zijn;
II. het RKZ veroordeelt tot betaling aan [eiser 1] c.s., in het geval een bereikbaarheidsdienst is verricht, van de hieronder per eiser genoemde bedragen per maand vanaf 1 april 2023 tot aan datum vonnis, vermeerderd met wettelijke rente en de wettelijke verhoging:
[eiser 1]: € 635,49 bruto
[eiser 2]: € 623,89 bruto
[eiser 3]: € 561,92 bruto
[eiser 4]: € 561,92 bruto
[eiser 5]: € 390,26 bruto
III. het RKZ veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 486,78 en de proceskosten.
3.2.
[eiser 1] c.s. leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hun bereikbaarheidsdienst vanwege de 15-minuteneis beloond moet worden als een aanwezigheidsdienst. Het RKZ mocht de 15-minuteneis, die tot de inhoud van de functie behoort, niet eenzijdig wijzigen. Er is geen redelijk voorstel gedaan in het kader van artikel 7:611 BW en de wijziging is in strijd met het bepaalde in Bijlage C van de cao en dus nietig op grond van art 12 WCAO en art 3 Wavv. De 15-minuteneis is bovendien niet afgeschaft maar feitelijk aangescherpt/gehandhaafd, omdat de storingsmonteurs nu ‘zo spoedig mogelijk’ op een oproep moeten reageren en zij binnen een straal van 15 kilometer van het RKZ moeten wonen.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Het RKZ betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de oproepdienst in een consignatiedienst is. [eiser 1] c.s. zijn er bovendien sinds 1 juli 2022 niet op achteruit, maar op vooruit gegaan omdat de beloning voor de bereikbaarheidsdiensten door de cao-wijzigingen per 1 juli 2022 zijn verdubbeld. [eiser 1] c.s. hebben van 1 juli 2022 tot 1 april 2023, bij wijze van tijdelijke oplossing een nog hogere beloning (behorend bij de aanwezigheidsdienst) ontvangen, waarbij is aangegeven dat de bedrijfsmatige noodzaak om binnen 15 minuten op het werk te zijn, onderzocht zou worden. Die noodzaak blijkt er niet te zijn. Van de storingsmonteurs werd en wordt verwacht dat zij na een oproep zo spoedig mogelijk naar het werk komen. De functieomschrijving is hierop inmiddels aangepast. Dat heeft niets te maken met het wijzigen van arbeidsvoorwaarden maar veeleer met het instructierecht. De procedure als bedoeld in bijlage C van de cao is hierop niet van toepassing.
Het RKZ mag op grond van de cao het woongebied voor haar medewerkers in bereikbaarheids- of consignatiediensten vaststellen. Dat staat los van de 15-minuteneis. Subsidiair verzoekt het RKZ om de wettelijke verhoging te matigen.
4.2.
Het RKZ vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter bepaalt hoe de diensten van [eiser 1] c.s. moeten worden gekwalificeerd: als een consignatie-, bereikbaarheids-, of aanwezigheidsdienst, met veroordeling van [eiser 1] c.s. in de proceskosten. Het RKZ heeft er, gelet op het standaardkarakter van de cao, belang bij om dat te weten, omdat de kwalificatie van de dienst gevolgen heeft voor de beloning. In de visie van het RKZ is sprake van een consignatiedienst, omdat de storingen niet voorzienbaar zijn, doordat nooit te voorspellen is of en wanneer er een storing optreedt. Het gegeven dat de dienst voor een week wordt gedraaid is ook een indicatie dat sprake is van een consignatiedienst, omdat uit de arbeidstijdenwet- en regelgeving volgt dat bereikbaarheidsdiensten slechts 24 uur mogen duren.
4.3.
[eiser 1] c.s. betwisten de tegenvordering. Volgens [eiser 1] c.s. is sprake van een bereikbaarheidsdienst die vanwege de 15-minuteneis (die materieel gezien nog steeds geldt) moet worden aangemerkt en beloond als een aanwezigheidsdienst.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.2.
Met hun vorderingen over en weer vragen partijen van de kantonrechter een oordeel over de kwalificatie van de diensten die [eiser 1] c.s. draaien. Moeten deze diensten worden aangemerkt en (dus) beloond als consignatie-, bereikbaarheids- of aanwezigheidsdienst in de zin van de cao? Volgens het RKZ zijn de diensten consignatiediensten en volgens [eiser 1] c.s. zijn het bereikbaarheidsdiensten die voor wat betreft de beloning moeten worden aangemerkt als aanwezigheidsdiensten.
De oproepdiensten moeten worden aangemerkt als beschikbaarheidsdienst en niet als consignatiedienst
5.3.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser 1] c.s. onder de werkingssfeerbepaling van de cao vallen, aangezien zij een arbeidsovereenkomst met het RKZ hebben en niet onder de in artikel 1.1.1 van de cao genoemde uitzonderingscategorieën vallen.
5.4.
In artikel 10 van de cao zijn de verschillende diensten gedefinieerd (zie 2.4). Hét verschil tussen de consignatie- en bereikbaarheidsdienst is dat de werknemer bij een
consignatiedienst
uitsluitend verplichtis bereikbaar te zijn om in geval vanonvoorziene omstandigheden, zoals spoedgevallen en storingen, op oproepzo spoedig mogelijkde bedongen arbeid te verrichten’, terwijl hij bij een
bereikbaarheidsdienst,
naast de bedongen arbeid,verplichtis om bereikbaar te zijn om op oproepzo spoedig mogelijkde bedongen arbeid te verrichten’. Van belang is de uitleg van het begrip onvoorziene omstandigheden.
5.5.
Voor de uitleg van een cao-bepaling geldt de cao-norm. De cao-norm houdt in dat aan een bepaling van een cao een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven, waarbij in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, van doorslaggevende betekenis zijn. Daarmee komt het niet aan op de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben gebracht, voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de cao is gesteld.
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat uitleg van de cao met zich brengt dat de diensten van de monteurs
op dit momentniet als consignatiedienst moeten worden aangemerkt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het bij onvoorziene omstandigheden gaat om omstandigheden die niet te verwachten zijn. Daarvan is in de voorliggende
huidigesituatie geen sprake. In dat verband is van belang dat het gebouw en de installaties van het RKZ thans zwaar verouderd zijn. Daardoor wordt, zoals het RKZ erkent in haar presentatie van 24 juni 2022 en de brieven van 16 augustus en 22 augustus 2022 [2] , buiten de reguliere werktijden zó vaak een beroep op de storingsmonteurs gedaan, dat niet kan worden gezegd dat het gaat om niet te verwachten, onvoorziene oproepen. Daarbij is relevant dat de monteurs in een ziekenhuis werken waar 24/7 zorg wordt verleend. Inherent daaraan is dat zich 24/7 storingen kunnen voordoen, die zich – vanwege de verouderde staat van het pand – ook daadwerkelijk frequent voordoen. Daarbij komt dat de monteurs ook regelmatig buiten werktijd worden opgeroepen/gebeld voor storingen die niet acuut/met spoed opgelost hoeven te worden. Het RKZ heeft toegelicht dat een monteur tijdens een dienstweek gemiddeld tussen de vijf tot tien keer buiten de reguliere werktijden wordt gebeld. In circa vijf tot zes gevallen moet de monteur dan naar het RKZ komen om de storing te verhelpen. In de andere gevallen kan het probleem telefonisch of op een later moment worden oplossen. De storingsoproepen zijn bij het RKZ aldus thans een normaal onderdeel van het werk.
5.7.
[eiser 1] c.s. hebben ter zitting bovendien nog benadrukt dat de dienstdoende monteur, naast de storingsoproepen, ook elke zaterdag- en zondagochtend een journaalronde loopt om de vitale installaties (waaronder cv ketels en stoomketels) fysiek te controleren. Dit is niet weersproken door het RKZ en volgt ook uit het door [eiser 1] c.s. overgelegde afdelingshandboek Gebouwbeheer. Bij deze werkzaamheden is (dus ook) geen sprake van een onvoorzien karakter en voor deze werkzaamheden worden de monteurs ook niet opgeroepen. Deze werkzaamheden lijken aldus tot de bedongen arbeid te horen, terwijl zij buiten de reguliere arbeidstijd tijdens de oproepdienst door de monteurs worden verricht. De monteurs weten dus zeker dat zij gedurende de weekdienst in ieder geval zaterdag en zondag werkzaamheden verrichten.
5.8.
Het RKZ heeft nog aangevoerd dat de dienst als consignatiedienst moet worden gekwalificeerd, omdat de dienst een hele week duurt en niet maximaal 24 uur zoals bij een bereikbaarheidsdienst. Dit verweer wordt verworpen, omdat de wijze waarop het RKZ de dienst inroostert, niets zegt over de aard en frequentie van de oproepwerkzaamheden, terwijl de kwalificatie van de dienst op basis daarvan moet plaatsvinden.
5.9.
Het verweer van het RKZ dat uitsluitend zorgpersoneel bereikbaarheidsdiensten kan draaien en technisch personeel niet, treft ook geen doel. [eiser 1] c.s. vallen onder de werkingssfeerbepaling van de cao vallen en in artikel 10 van de cao staat niet dat de bepalingen over de bereikbaarheidsdienst uitsluitend van toepassing zijn op zorgpersoneel en/of dat technisch personeel van deze bepalingen is uitgesloten. De conclusie is daarom gerechtvaardigd dat de bepalingen over de (beloning van de) bereikbaarheidsdienst ook van toepassing zijn op de monteurs.
5.10.
Dat bereikbaarheidsdiensten in het Arbeidstijdenbesluit zijn voorbehouden aan personeel werkzaam in de zorg (verpleegkundigen, artsen, verloskundigen en ambulancedienst), doet hieraan niet af. De monteurs waar het in deze zaak omgaat zijn geen reguliere monteurs die bijvoorbeeld een kantoorgebouw beheren; zij verrichten hun werkzaamheden ten behoeve van deze zorginstelling, het RKZ, waarin 24/7 zorg wordt verleend. De werkzaamheden die de monteurs verrichten zijn dermate ondersteunend aan het primaire proces van de zorg, dat naar het oordeel van de kantonrechter in de voorliggende zaak ook voor deze monteurs bereikbaarheidsdiensten kunnen gelden.
5.11.
Ook het verweer van het RKZ dat de oproepdiensten bij (sommige) andere ziekenhuizen wel als consignatiedienst worden aangemerkt en beloond, slaagt niet, nu gesteld noch gebleken is dat in die ziekenhuizen, vanwege de aard en de frequentie van de oproepen daar, wel sprake is van oproepen ‘uitsluitend in geval van onvoorziene omstandigheden’ in de zin van artikel 10.1 lid 1 van de cao.
De oproepdiensten hoeven niet te worden aangemerkt als aanwezigheidsdienst
5.12.
De vervolgvraag is of de oproepdiensten moeten worden aangemerkt en beloond als een bereikbaarheidsdienst of als een aanwezigheidsdienst. Een bereikbaarheidsdienst kwalificeert volgens artikel 10 lid 2 van de cao 2023-2025 als een aanwezigheidsdienst indien de werknemer ‘
na oproep binnen 15 minuten op de werkplek aanwezig moet zijn’.
5.13.
Volgens [eiser 1] c.s. is sprake van een aanwezigheidsdienst, omdat voor hen de 15-minuteneis geldt. Ter onderbouwing hebben [eiser 1] c.s. verwezen naar de functiebeschrijvingen uit 2003 en 2019, de instructies Helikopterlanding en het afdelingshandboek Gebouwbeheer, waaruit deze eis zou volgen. Volgens [eiser 1] c.s. werd en wordt ook in de praktijk van hen verwacht dat zij na een oproep binnen 15 minuten aanwezig zijn. Het RKZ heeft weliswaar te kennen gegeven dat de 15-minuteneis niet (meer) geldt, maar materieel geldt deze nog steeds, doordat de monteurs nu na een oproep ‘zo spoedig mogelijk’ naar het werk moeten komen en zij verplicht zijn om binnen een straal van 15 kilometer van het ziekenhuis te wonen. [eiser 1] c.s. voeren verder aan dat het RKZ de 15-minuteneis op grond van artikel 7:611 BW niet eenzijdig mocht laten vallen, zonder aan [eiser 1] c.s. een redelijk voorstel te doen. De wijziging is volgens [eiser 1] c.s. ook in strijd met de in bijlage C beschreven procedure en daarmee, op grond van de Wet cao en Wet avv, nietig.
5.14.
Het RKZ heeft het voorgaande weersproken. Op haar verweer zal hieronder worden ingegaan.
5.15.
De kantonrechter is het met [eiser 1] c.s. eens dat uit de overgelegde functiebeschrijvingen volgt dat zij aan de 15-minuteneis waren gebonden. De omstandigheid dat de monteurs hier in de praktijk niet op werden gecontroleerd of afgerekend en dat deze eis in vacatureteksten niet werd vermeld, zoals het RKZ heeft aangevoerd, doet hieraan niet af. De kantonrechter is echter, anders dan [eiser 1] c.s., van oordeel dat het RKZ wel mocht besluiten de 15-minuteneis te laten vervallen. Het betreft hier geen eenzijdige wijziging van een arbeidsvoorwaarde, maar het laten vervallen van een voorschrift over het verrichten van de arbeid. Op grond van het instructierecht zoals opgenomen in artikel 7:660 BW, was het RKZ bevoegd deze werkinstructie te wijzigen of af te schaffen.
5.16.
Het RKZ heeft gemotiveerd gesteld waarom het voor haar bedrijfsvoering niet noodzakelijk is om de 15-minuteneis voor de monteurs te handhaven. Het is aan het RKZ, die als werkgever verantwoordelijk is voor haar bedrijfsvoering, om deze inschatting te maken. Het bepaalde in de instructies Helicopterlanding en het handboek Gebouwbeheer maken dit niet anders. In beide documenten is overigens niet vastgelegd dat de dienstdoende monteur na een oproep buiten werktijd binnen 15 minuten op de werkplek aanwezig moet zijn. Ten aanzien van de helicopterlandingen (waarbij de monteur optreedt als Helicopter Landings Officier) heeft het RKZ daaraan toegevoegd dat deze zich nauwelijks voordoen buiten normale werktijden en dat het RKZ ook niet verplicht is landingsverzoeken te honoreren.
5.17.
Het afschaffen van de 15-minuteneis is ook niet in strijd met bijlage C van de cao. De hierin voorgeschreven procedure voor het herbeschrijven van de functie moet worden gevolgd wanneer de functie-
inhoudwezenlijk is veranderd. Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor, omdat de monteurs geen (wezenlijk) ander werk zijn gaan doen.
5.18.
De kantonrechter volgt [eiser 1] c.s. niet in haar standpunt dat de 15-minuteneis materieel gezien is blijven bestaan door het invoeren van de voorwaarde ‘woonplaats binnen 15-km’. Het RKZ heeft dit uitdrukkelijk en gemotiveerd betwist. Ter zitting heeft het RKZ toegelicht dat de nieuwe regels (na een oproep ‘zo spoedig mogelijk’ aanwezig en woonplaats binnen een straal van 15 km) niet betekenen dat de monteurs tijdens een oproepdienst binnen een cirkel van 15 km van het RKZ moeten (ver)blijven. De gemachtigde van het RKZ heeft ter zitting toegelicht dat de werknemers zich tijdens een bereikbaarheidsdienst vrij kunnen bewegen, zolang ze maar geen alcohol gebruiken en ze binnen een redelijke termijn in het ziekenhuis (kunnen) zijn na een oproep. Als de monteurs worden opgeroepen, moeten ze zo snel mogelijk naar het ziekenhuis komen, maar hoe snel dat is, is afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. [betrokkene], HR-manager, heeft daaraan toegevoegd:
‘Het is niet zo dat ze niks kunnen. Je kunt ook naar de bioscoop gaan en dan je telefoon aanlaten en uit de bioscoop lopen als je gebeld wordt. Het is een oproepdienst, maar je hebt echt wel bewegingsvrijheid. Het is verstandig om tijdens je dienst niet naar Texel te gaan, omdat je er dan veel te lang over doet om terug te komen, maar ‘zo spoedig mogelijk’ betekent dat je in je woonplaats wel naar de buren of de bioscoop of uiteten kunt, om je zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te begeven als je wordt opgeroepen. Je houdt een redelijke cirkel van activiteiten aan’. Over de recent ingevoerde verplichting voor monteurs om binnen een straal van 15 km van het RKZ te wonen, heeft de HR-manager verklaard dat het RKZ bij voorkeur medewerkers uit de regio aantrekt, maar dat dit geen harde eis is. Als er geen geschikte kandidaten voor de vacature voor een nieuwe monteur beschikbaar zijn, dan komen ook kandidaten buiten dit woongebied in aanmerking, aldus de HR-manager.
5.19.
Op basis van voorgaande toelichting van het RKZ stelt de kantonrechter vast dat de monteurs op grond van de nieuwe regels niet verplicht zijn om tijdens een oproepdienst buiten reguliere werktijden (i) binnen 15 minuten op het werk aanwezig te zijn, en (ii) thuis of binnen een straal van 15 km van het RKZ te verblijven. Het RKZ heeft ter zitting bevestigd dat de monteurs tijdens de oproepdienst vrij zijn hun tijd naar eigen inzicht in te delen, mits zij na een oproep maar zo spoedig (als, gelet op de persoonlijke omstandigheden redelijkerwijs) mogelijk naar het RKZ komen. Daarmee voldoet de dienst naar het oordeel van de kantonrechter niet aan de definitie in artikel 10.1 lid 2 van de cao. De bereikbaarheidsdienst hoeft daarom niet als aanwezigheidsdienst te worden aangemerkt en beloond.
5.20.
Voor de beloning van de monteurs betekent dit het volgende. Vóór 1 juli 2022 werden de oproepdiensten van de monteurs door het RKZ beloond als bereikbaarheidsdienst. In de periode van 1 juli 2022 tot 1 april 2023 heeft RKZ de oproepdiensten van de monteurs beloond als aanwezigheidsdienst, en sinds 1 april 2023 worden de oproepdiensten (weer) als bereikbaarheidsdienst in de zin van artikel 10.1 van de cao beloond. Dit vonnis brengt hierin geen verandering. Het voorgaande betekent concreet dat de monteurs er door dit vonnis niet op achteruit gaan voor wat betreft de beloning die zij per 1 april 2023 van het RKZ ontvangen. Deze beloning is, vanwege de cao-verhogingen [3] , hoger dan de beloning die zij tot 1 juli 2022 voor de oproepdiensten ontvingen, maar minder hoog dan zij in de periode van 1 juli 2022 tot 1 april 2023 (tijdelijk, op basis van de beloningsregeling voor de aanwezigheidsdienst) van het RKZ hebben ontvangen.
Conclusie
5.21.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser 1] c.s. zal afwijzen. Doordat de hoofdvordering wordt afgewezen, bestaat er ook geen grond voor toewijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De tegenvordering van het RKZ wordt toegewezen, in die zin dat voor recht wordt verklaard dat de diensten van [eiser 1] c.s.
zoals zij thans onder de huidige (onder 5.6 en 5.7 genoemde) omstandigheden worden gedraaid en zijn ingericht, moeten worden aangemerkt en beloond als bereikbaarheidsdienst in de zin van artikel 10.1 van de cao.
Proceskosten
5.22.
Gelet op de uitkomst van de zaak en de omstandigheden van het geval, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten in conventie en reconventie te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
wijst de vordering van [eiser 1] c.s. af;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
de tegenvordering
6.3.
verklaart, met uitdrukkelijke verwijzing naar hetgeen in r.o. 5.21 is overwogen, voor recht dat de diensten van [eiser 1] c.s. moeten worden aangemerkt en beloond als bereikbaarheidsdienst in de zin van artikel 10.1 van de cao 2023-2025.
6.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.De beloningsregeling voor de (bereikbaarheidsdienst die moet worden aangemerkt en beloond als) aanwezigheidsdienst is in de cao 2023-2025 vastgelegd in art. 10.5a en 10.6 van de cao.
2.Zie 2.8 en 2.9 bij Feiten
3.Zie 2.6 bij Feiten