ECLI:NL:RBNHO:2023:12641

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
10662845 WM VERZ 23-1250
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens verkeersgedrag bij een defect verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene doorreed bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 4 oktober 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig.

Betrokkene voerde aan dat het oranje licht van het verkeerslicht defect was en dat hij niet door rood had gereden. Hij stelde dat het stoplicht op groen stond en daarna uitging, waarna hij doorreed. Ter ondersteuning van zijn verhaal overhandigde hij een filmpje en een getuigenverklaring van zijn bijrijder. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de kantonrechter om het beroep gegrond te verklaren, omdat betrokkene zijn verhaal voldoende aannemelijk had gemaakt.

De kantonrechter overwoog dat, hoewel niet uitgesloten kon worden dat betrokkene door rood was gereden, het voldoende vaststond dat het oranje licht niet functioneerde. Hierdoor had betrokkene geen waarschuwing gekregen voordat het stoplicht op rood ging. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete, en bepaalde dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene moest terugbetalen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10662845 WM VERZ 23-1250
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat het oranje licht van het stoplicht kapot was en hij niet door rood heeft gereden. Het stoplicht stond op groen en ging daarna uit, daar is betrokkene doorheen gereden. Betrokkene heeft een filmpje gemaakt waaruit blijkt dat het oranje licht het niet deed. Tevens overhandigt hij een getuigenverklaring van zijn bijrijder.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de kantonrechter tijdens de zitting verzocht om het beroep gegrond te verklaren nu betrokkene zijn verhaal voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
De kantonrechter sluit niet uit dat betrokkene door rood is gereden en dat de gedraging is verricht, maar nu genoegzaam vaststaat dat het oranje licht niet heeft gewerkt heeft betrokkene geen waarschuwing gehad voordat het stoplicht rood werd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: