ECLI:NL:RBNHO:2023:12615

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
: 10653783 WM VERZ 23-1223
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring beroep tegen boete voor doorrijden bij rood verkeerslicht met matiging tot nihil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingediend. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

Betrokkene voerde aan dat hij het rode licht niet had gezien omdat hij bezig was een aanrijding te voorkomen. Hij stelde dat het rode licht pas 0,4 seconde op rood stond en dat hij met een snelheid van 63 km/h reed, terwijl de maximumsnelheid 70 km/h was. Betrokkene gaf aan dat hij niet had versneld om het oranje licht te halen en dat hij moest remmen vanwege een andere auto die plotseling naar rechts stuurde.

De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld en beoordeeld of er omstandigheden waren die het opleggen van de sanctie onbillijk maakten. Gezien de omstandigheden, waaronder de afleiding door de bijna-aanrijding, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. De uitspraak houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard, de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en de betaalde zekerheidstelling aan betrokkene wordt terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10653783 WM VERZ 23-1223
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij het rode licht niet heeft gezien omdat hij druk bezig was een aanrijding te voorkomen. Het rode licht stond pas 0,4 seconde op rood en volgens de foto reed betrokkene 63 km/h waar de maximale snelheid 70 km/h is. Betrokkene geeft aan dus niet te hebben versneld om het oranje licht te halen. Betrokkene reed op de rechterbaan en de auto op de linkerbaan stuurde ineens naar rechts waardoor betrokkene moest remmen omdat er een afstand van minder dan 2 meter tussen zat. Betrokkene was zich er niet van bewust dat hij door rood reed.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de stukken in het dossier, en in aanmerking genomen dat de betrokkene niet bestrijdt dat zij daar heeft gereden, staat vast dat de gedraging is verricht.
De kantonrechter zal beoordelen of er sprake is van zodanige omstandigheden dat het opleggen van een sanctie niet te billijken is, dan wel dat matiging van de sanctie gerechtvaardigd is.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd, dat hij bijna is aangereden en daardoor was afgeleid, wel aanleiding om de boete te matigen. De boete zal worden gematigd tot nihil.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: