ECLI:NL:RBNHO:2023:12573

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
10776692 KG EXPL 23-152
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming in verband met hennepteelt

In deze zaak heeft de stichting Woonwaard Noord-Kennemerland, gevestigd te Alkmaar, een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De gedaagde is op 10 november 2023 gedagvaard, maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2023, waarop verstek is verleend. Woonwaard vordert dat de kantonrechter de gedaagde veroordeelt tot ontruiming van de woning in verband met het telen van hennep, wat in strijd is met de huurovereenkomst en de algemene huurvoorwaarden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde verplichtingen veronachtzaamt en dat de tekortkomingen zo ernstig zijn dat een ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft de vordering van Woonwaard toegewezen, omdat deze spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De kantonrechter heeft ook ambtshalve de gevorderde contractuele boete getoetst aan het dwingende consumentenrecht, wat geen aanleiding gaf om de vordering af te wijzen. De gedaagde is veroordeeld tot ontruiming binnen drie dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 500,- per dag bij niet-nakoming. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van achterstallige huur en een voorschot op de contractuele boete. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd op 28 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10776692 KG EXPL 23-152
Uitspraakdatum: 28 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
De stichting Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland
gevestigd te Alkmaar
eiseres
verder te noemen: Woonwaard
gemachtigde: mr. K. Straathof
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Woonwaard heeft [gedaagde] op 10 november 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 november 2023. Woonwaard en haar gemachtigde zijn verschenen. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Woonwaard ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
Woonwaard vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten de woning inclusief aanhorigheden aan de [adres] [woonplaats] , met alle daarin van hem, de zijnen en derden aanwezige personen en zaken, zodanig dat de woning inclusief aanhorigheden leeg en bezemschoon wordt opgeleverd en wel binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, onder afgifte van alle sleutels aan Woonwaard, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [gedaagde] in gebreke blijft deze veroordeling na te komen. Daarnaast vordert Woonwaard dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan Woonwaard van een bedrag van € 1.718,22 aan achterstallige betalingen te vermeerderen met de wettelijke rente, tot betaling van een bedrag van € 572,74 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat de woning niet is ontruimd met ingang van 1 november 2023 zulks totdat de woning is ontruimd te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede een voorschot van € 2.500,00, de proceskosten en nakosten.
2.2.
Woonwaard legt aan de vorderingen ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] verplichtingen uit de wet, de huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende algemene huurvoorwaarden veronachtzaamt. Deze tekortkomingen zijn zo ernstig dat een ontbinding van de huurovereenkomst en een ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is. Woonwaard voert ten aanzien van het telen van hennep een niet gedoogbeleid. Alle huurders van Woonwaard zijn hiermee bekend. [gedaagde] exploiteerde in het gehuurde een professionele hennepkwekerij. Een hennepkwekerij wordt niet getolereerd.
2.3.
[gedaagde] heeft de stellingen van Woonwaard niet betwist en geen verweer gevoerd. De door Woonwaard gestelde tekortkoming van [gedaagde] rechtvaardigt een ontbinding van de huurovereenkomst in een bodemprocedure.
2.4.
De kantonrechter zal de vordering toewijzen, nu deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
2.5.
Ten aanzien van de gevorderde contractuele boete heeft de kantonrechter bij de beoordeling ook ambtshalve getoetst aan het dwingende consumentenrecht. Deze toets geeft geen aanleiding de vordering af te wijzen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Woonwaard vordert daarnaast veroordeling van [gedaagde] in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde aan de
[adres] [woonplaats] te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze niet het eigendom van Woonwaard zijn, en onder afgifte van de sleutels ter algehele beschikking van Woonwaard te stellen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft deze veroordeling na te komen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk
bewijs van kwijting aan Woonwaard te betalen de achterstallige huur van € 1.718,22, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om voor iedere maand of een gedeelte daarvan dat de woning niet is
ontruimd vanaf 1 november 2023 totdat de woning is ontruimd te betalen € 572,74, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en alle nadien verschuldigde termijnen vanaf de datum dat deze termijnen opeisbaar worden tot aan de dag der algehele voldoening;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk
bewijs van kwijting aan Woonwaard te betalen bij wijze van voorschot op de contractuele boete van € 2.500,-;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant
van Woonwaard tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 129,86
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 529,00 ;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853