ECLI:NL:RBNHO:2023:12440
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang in WOZ-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een huurder, en de heffingsambtenaar van Cocensus. De zaak betreft de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [woonplaats], voor het kalenderjaar 2022, welke door de heffingsambtenaar op € 178.000 is vastgesteld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze WOZ-beschikking, maar dit bezwaar is door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres geen procesbelang heeft.
De rechtbank overweegt dat, hoewel eiseres als belanghebbende kan worden aangemerkt op basis van de WOZ-beschikking, dit niet automatisch betekent dat zij ook procesbelang heeft. Procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van de procedure. In deze zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond dat een lagere WOZ-waarde zou leiden tot een huurverlaging of andere voordelen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar vaste rechtspraak, waarin is bepaald dat procesbelang ontbreekt als het instellen van een rechtsmiddel geen gunstigere positie kan opleveren voor de betrokken partij.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat zij niet voldoende concreet heeft gemaakt dat zij procesbelang heeft. De uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, in aanwezigheid van griffier mr. E.P. van der Zalm, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Amsterdam, binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.