Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting waren zowel betrokkene als zijn vrouw aanwezig, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene betwistte de beslissing van de officier van justitie en voerde aan dat hij niet door rood was gereden. Hij stelde dat de verbalisant onprofessioneel had gehandeld en dat er geen melding was gemaakt van een vrachtwagen die mogelijk zijn zicht op het verkeerslicht had belemmerd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter oordeelde dat uit de dossierstukken, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat betrokkene de gedraging had verricht. De verbalisant had op ambtsbelofte verklaard dat hij direct zicht had op het verkeerslicht, dat gedurende ongeveer drie seconden op rood stond toen betrokkene passeerde. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene geen voldoende specifieke feiten had aangedragen die twijfels konden doen rijzen over de verklaring van de verbalisant. Daarom werd de boete als terecht opgelegd beschouwd en was er geen reden om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.