ECLI:NL:RBNHO:2023:12132

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10643697 \ WM VERZ 23-479
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 10 km per uur te hard. Na de oplegging van de boete heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 26 september 2023, waar zowel de gemachtigde van de betrokkene, mr. A. Khadri van Verkeersboete.nl, als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De gemachtigde voerde aan dat de foto van de gedraging onduidelijkheid schept, omdat er twee voertuigen in het meetgebied van de radar zichtbaar zijn. De kantonrechter oordeelde echter dat de verwijzingen naar andere uitspraken niet relevant waren voor deze zaak, aangezien in dit geval gebruik was gemaakt van vaste radarapparatuur.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gegevens waarop de boete is gebaseerd, zijn verkregen via goedgekeurde en geijkte radarapparatuur. De snelheid van het voertuig is vastgesteld op 63 km per uur, wat naar beneden is gecorrigeerd volgens de landelijke richtlijnen. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de nauwkeurigheid van de meetapparatuur en dat de boete terecht was opgelegd. Bovendien zag de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10643697 \ WM VERZ 23-479
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 6 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. A. Khadri, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 10 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. De gemachtigde van betrokkene stelt dat uit de foto van de gedraging blijkt dat er zich twee voertuigen bevinden in het meetgebied van de radar en dat dit leidt tot twijfel aan de gegevens in het dossier.
De kantonrechter overweegt dat de uitspraken waarnaar gemachtigde verwijst niet ter zake doen in onderhavige zaak. De zaken in de verwezen uitspraken betreffen zaken waarbij gemeten is met mobiele radarapparatuur, waarbij op de foto de lijnen van het meetgebied zichtbaar zijn. In onderhavig geval is gemeten met vaste radarapparatuur gemonteerd in een flitspaal.
De gegevens waarop de verbalisant zich bij de oplegging van de boete heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Naast de gegevens in de inleidende beschikking houdt het zaakoverzicht in dat de snelheidsoverschrijding geautomatiseerd is vastgesteld door middel van goedgekeurde en geijkte radarapparatuur welke is gemonteerd in een flitspaal. Het dossier bevat verder twee foto’s van de gedraging. Daarop is te zien dat ter plaatse twee rijstroken voor linksafslaand verkeer, twee rijstroken voor rechtdoorgaand verkeer en tenminste één rijstrook voor rechtsaf zijn. Op de twee rijstroken voor rechtdoorgaand verkeer rijden een auto en een vrachtauto die de groen licht uitstralende verkeerslichten passeren. In het fotobijschrift staat dat het snelheidsmeetmiddel het typegoedkeuringsnummer TP8290 heeft en dat de snelheid is gemeten van het voertuig in rijstrook 3 voor rechtdoor (3 RD), dit is het voertuig met het kenteken [kenteken]. In het fotobijschrift bij de foto's is verder onder meer datum, tijdstip, locatie en de gemeten snelheid opgenomen zoals vermeld in de inleidende beschikking.
Anders dan de gemachtigde stelt kan op basis van de gegevens op de foto's wel worden vastgesteld van welk voertuig de snelheid is gemeten. Gelet op het typegoedkeuringsnummer TP8290 mag ook worden uitgegaan van de betrouwbaarheid van het meetmiddel. [1]
De officier van justitie heeft gegevens overgelegd waaruit blijkt dat het voertuig op “Rijstrook: 3 RD” is gemeten en dat de op de radarapparatuur geconstateerde, op foto vastgelegde, snelheid 63 kilometer per uur bedroeg. Deze waarde is naar beneden gecorrigeerd, conform de landelijk vastgestelde correctiewaarde, dit in verband met de maximaal toegelaten fouten in de meetapparatuur zoals bedoeld in de Regeling meetmiddelen politie. De kantonrechter ziet geen gegronde reden om te twijfelen aan de nauwkeurigheid van de gebruikte meetapparatuur.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 mei 2021, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2021:4778.