Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie met betrekking tot een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet voldoende afstand houden en te hard rijden. De officier van justitie verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 september 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig.
De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant. De betrokkene had onvoldoende feiten aangedragen om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. Echter, de gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de hoorplicht was geschonden, omdat de betrokkene niet door de officier van justitie was gehoord. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende deze schending, wat leidde tot de conclusie dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond was.
De kantonrechter besloot de boete te matigen met 25% tot een bedrag van € 225,00, en kende de betrokkene proceskostenvergoeding toe van € 837,00. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter M. Woerdman, die de beslissing van de officier van justitie vernietigde en de boete aanpaste. De betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.