Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[bewindvoerder 1],
[bewindvoerder 2]
[betrokkene 2],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 juli 2023 waarbij een mondelinge behandeling is gelast, en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij aan de zijde van [bewindvoerder 1] c.s. pleitnotities zijn overgelegd en de reconventionele vordering door [gedaagde 3] c.s. is ingetrokken.
2.De feiten
‘
Wij hebben altijd aangegeven alles keurig terug te betalen. Ik zal u in de loop van volgende week aangeven waneer wij beginnen met afbetalen hier hebben wij al voorbereidingen voor getroffen.
’
Partijen wensen thans afspraken te maken over het terugbetalen van de door partij 1 aan partij 2 uitgeleende bedragen. Partij 2 beschikt daarvoor thans over de financiële middelen’
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
‘Dit was toen de vaststellingsovereenkomst werd opgemaakt en voor akkoord door alle betrokkenen ondertekent voorzien voor 1 juli 2022’, aldus [gedaagde 3] c.s. Dit verweer is tweeledig.
Geen (aanvullende) afspraak over opeisbaarheid
Geen overmacht of onvoorziene omstandigheden