ECLI:NL:RBNHO:2023:11373
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in een strafzaak
Op 9 november 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechter, mr. J.O. Rutten, door verzoeker. Dit verzoek volgde op een zitting in een strafzaak met parketnummer 15-206979-23, waarbij verzoeker een verzoek tot aanhouding had ingediend, dat door de rechter was afgewezen. Verzoeker voelde zich benadeeld door deze beslissing en heeft de rechter gewraakt, maar de rechter heeft niet in de wraking berust. De wrakingskamer heeft vervolgens besloten geen mondelinge behandeling van het verzoek te plannen en op dezelfde dag uitspraak te doen.
In de beoordeling van het wrakingsverzoek is gekeken naar de onpartijdigheid van de rechter. De wrakingskamer stelt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing vormen voor vooringenomenheid. Het verzoek van verzoeker was voornamelijk gebaseerd op de afwijzing van zijn verzoek tot aanhouding en de locatie van de zitting, wat volgens de wrakingskamer geen gegronde redenen voor wraking oplevert. De wrakingskamer concludeert dat het verzoek kennelijk ongegrond is, omdat een negatieve beslissing van de rechter op zich geen grond voor wraking kan zijn.
De rechtbank heeft in haar beslissing verklaard dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond is en dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mr. L.J. Saarloos als voorzitter en mr. J.H. Gisolf en mr. C.H. de Jonge van Ellemeet als leden, in tegenwoordigheid van de griffier.