3.4.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in die zin dat
hij in de periode van 15 september 2020 tot en met 8 maart 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van grote hoeveelheden cocaïne, voor te bereiden en te bevorderen,
- zich en anderen gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en gelden voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten
immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders daartoe
- gecommuniceerd via een versleutelde berichtendienst en
- ontmoetingen gehad gerelateerd aan de invoer van verdovende middelen en
- besprekingen gevoerd over wijze van verstoppen/verpakken en vervoer en de hoeveelheden en het inladen op de luchthaven van vertrek, van de binnen Nederlands grondgebied in te voeren verdovende middelen en
- besprekingen gevoerd over de vluchten van Quito en Guayaquil, Ecuador, naar luchthaven Schiphol, Nederland en de geschikte luchtvaartmaatschappij voor vervoer van de verdovende middelen en
- meermalen (telefonisch) informatie verstrekt en informatie en instructies en foto’s ontvangen gerelateerd aan de ontvangst en de invoer van de verdovende middelen en/of het logistieke (vrachtafhandelings)proces op luchthaven Schiphol en
- meermalen aan anderen data doorgegeven op welke dagen de partijen verdovende middelen binnen Nederlands grondgebied ingevoerd konden worden en
- besprekingen gevoerd over percentages en prijzen die zijn gemoeid met de invoer en
- een betaling gedaan ten behoeve van het uit het vliegtuig halen en/of van het vliegveld halen van de verdovende middelen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.