Op 9 november 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende het mentorschap van een betrokkene, geboren in 1988. Verzoekster, C. Zalm h.o.d.n. CZLE Bewindvoering, had verzocht om opheffing van het mentorschap, omdat er geen goede samenwerking meer mogelijk was tussen haar en de betrokkene. Betrokkene gaf aan dat zij geen nieuwe mentor wenste, omdat zij voldoende hulp ontving van andere hulpverleners en haar moeder en vriend. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gronden voor het mentorschap nog steeds aanwezig zijn, gezien de kwetsbaarheid van betrokkene en haar psychische problematiek, waaronder een recente crisisopname. De kantonrechter heeft het verzoek tot opheffing van het mentorschap afgewezen en besloten om een opvolgend mentor te benoemen. H.O. Osaigbovo h.o.d.n. Potentia Diensten heeft zich bereid verklaard om deze rol op zich te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beloning van de mentor is vastgesteld op € 586,00 exclusief btw.