Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde administratieve sanctie (boete) voor het parkeren van een voertuig in een verboden zone. De betrokkene, vertegenwoordigd door Appjection B.V. (M. Lagas), heeft beroep ingesteld nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 13 september 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De gedraging die aan de boete ten grondslag ligt, betreft het parkeren van een voertuig waar dat niet is toegestaan, zoals aangegeven door bord E1 (parkeerverbod).
De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat, indien de boete na het einde van de huur was opgelegd, er sprake zou zijn van een voortgezette handeling en dat de huurder aansprakelijk zou zijn, niet de verhuurder. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte dit en stelde dat er ten tijde van de vaststelling van de gedraging geen huurovereenkomst bestond. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat de betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk was voor de boete.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af, omdat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.