In deze zaak heeft de stichting Pré Wonen, eiseres, gedaagden [gedaagde 1] c.s. gedagvaard vanwege een huurachterstand van € 5.461,43 per 18 juli 2023. De huurovereenkomst betreft een sociale huurwoning die door gedaagden wordt gehuurd sinds 12 januari 2021. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 september 2023 heeft de kantonrechter de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden van Pré Wonen ontvangen. De kantonrechter heeft de bedingen in de huurovereenkomst, waaronder het huurprijswijzigingsbeding, het rentebeding, het beding voor buitengerechtelijke kosten en het beding voor proceskosten, beoordeeld op hun eerlijkheid conform de Richtlijn 93/13 EEG. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is, maar dat de andere bedingen, in combinatie met het boetebeding, wel oneerlijk zijn. De kantonrechter heeft de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over dit oordeel. De huurovereenkomst zal onder opschortende voorwaarde worden ontbonden, waarbij gedaagden de kans krijgen om de ontbinding te voorkomen door een betalingsregeling na te komen. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis.