ECLI:NL:RBNHO:2023:10838

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
8147233 \ AO VERZ 19-140
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na overlijden directeur-grootaandeelhouder en verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 september 2023 uitspraak gedaan over het ontbindingsverzoek van een werknemer, [verzoeker], tegen zijn werkgever, Speak Intelligence B.V. De werknemer verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, die was verstoord na het overlijden van de directeur-grootaandeelhouder. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, maar zonder toekenning van een transitie- en billijke vergoeding, omdat geen van beide partijen ernstig verwijtbaar had gehandeld. De werknemer had zijn functie als commercieel directeur niet meer kunnen uitoefenen door de veranderingen in de organisatie na het overlijden van de directeur. De kantonrechter stelde vast dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat ontbinding gerechtvaardigd was, maar dat de werkgever niet ernstig verwijtbaar had gehandeld. De werknemer kreeg wel een gedeeltelijke bonus toegewezen, omdat hij zijn targets niet volledig had behaald, maar er waren ook onduidelijkheden over de bonusregeling. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten droegen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10501587 AO VERZ 23-62
Uitspraakdatum: 8 september 2023
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. P.H. Keuchenius
tegen
de besloten vennootschap
Speak Intelligence B.V.
gevestigd te Halfweg
verwerende partij
verder te noemen: Speak Intelligence
gemachtigden: mr. M. Middeldorp en mr. S. Vrij
De zaak in het kort
De arbeidsovereenkomst wordt op verzoek van de werknemer ontbonden zonder toekenning van een transitie- en billijke vergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst niet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werkgever eindigt. Voor het geval de werknemer zijn ontbindingsverzoek intrekt, wordt de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever ontbonden op de g-grond. Bij de ontbinding op verzoek van de werkgever komt aan de werknemer wel een transitievergoeding toe, omdat geen sprake is van ernstige verwijtbaar handelen of nalaten door de werknemer. De door de werknemer verzochte bonus wordt deels toegewezen. De door de werkgever verzochte verklaring voor recht terzake communicatie door werknemer aan derden over zijn vertrek of over de werkgever en de verklaring voor recht terzake de gebondenheid van de werknemer aan postcontractuele bedingen, worden afgewezen wegens gebrek aan belang.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, waarbij ook nevenverzoeken zijn gedaan. Speak Intelligence heeft een verweerschrift ingediend met een zelfstandig, voorwaardelijk tegenverzoek tot (onder meer) ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Ter zitting heeft de gemachtigde van [verzoeker] toegelicht dat de voorwaardelijkheid van zijn ontbindingsverzoek erin is gelegen dat, in het geval de arbeidsovereenkomst op zijn verzoek wordt ontbonden zonder toekenning van een transitie- en billijke vergoeding, [verzoeker] de bij wet geboden gelegenheid krijgt om zijn ontbindingsverzoek in te trekken. Speak Intelligence heeft daarop laten weten dat haar ontbindingsverzoek is gedaan, onder de voorwaarde dat [verzoeker] zijn ontbindingsverzoek intrekt.
1.2.
Op 24 juli 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunt aan de hand van een pleitnota toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] op 21 juli 2023 nog aanvullende stukken toegezonden.
1.3.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.Feiten

2.1.
Speak Intelligence beheert een platform dat beschikbaar wordt gesteld aan commerciële partners die dit gebruiken om aan hun (eind)klanten telecommunicatiediensten te verlenen. [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) was tot 1 oktober 2022 (middellijk) directeur-grootaandeelhouder van Speak Intelligence en [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ) was Algemeen Directeur.
2.2.
[verzoeker] is op 15 augustus 2011 bij MCXess B.V., de rechtsvoorganger van Speak Intelligence, in dienst getreden en vervulde laatstelijk de functie van Commercieel Directeur tegen een salaris van € 7.746,- bruto per maand exclusief emolumenten.
In artikel 4.5 van de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] staat: ‘
Voor Werknemer geldt een bonusregeling gebaseerd op een targetstelling, waarvan de voorwaarden door de Werkgever periodiek separaat vastgelegd worden. Maximaal te behalen bonus per kalender jaar bedraagt 20% van het bruto jaarsalaris’.
In artikel 16.6 van de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding overeengekomen.
2.3.
Op 1 oktober 2022 is [betrokkene 1] onverwacht overleden. De erven van [betrokkene 1] zijn zijn broer ( [betrokkene 3] ) en twee zussen ( [betrokkene 4] en [betrokkene 5] , hierna: [betrokkene 5] ). De erven werden door zijn overlijden (middellijk) bestuurders en aandeelhouders van Speak Intelligence (hierna gezamenlijk: de aandeelhouders/bestuurders).
2.4.
Na het overlijden van [betrokkene 1] hebben de aandeelhouders/bestuurders en [verzoeker] en [betrokkene 2] in overleg met elkaar besloten de onderneming voort te zetten. In december 2021 hebben [verzoeker] en [betrokkene 2] een presentatie aan de aandeelhouders/bestuurders gegeven over de financiële situatie van de onderneming. Daarbij is door hen aangegeven dat het ‘realistic case scenario’, dat uitging van een resultaat voor belastingen van € 790.905,-, een realistisch haalbaar scenario was. Op basis hiervan hebben [verzoeker] en de aandeelhouders/bestuurders op 1 februari 2022 onder andere afgesproken dat [verzoeker] een salarisverhoging van 3% kreeg en een bonus van € 2.000,- over het jaar 2021, ondanks dat zijn targets niet waren behaald. Over de bonus voor 2022 werd afgesproken dat deze zou worden gerelateerd aan het ‘realistic/good case’ scenario.
2.5.
In juli 2022 is het realistic case scenario voor 2022 door [betrokkene 2] en [verzoeker] bijgesteld naar € 769.930,-.
2.6.
In een aandeelhoudersvergadering op 9 november 2022 hebben de aandeelhouders/bestuurders met [verzoeker] en [betrokkene 2] teruggeblikt op het afgelopen jaar en benoemd welke zaken niet goed gingen en verbeterd/gecorrigeerd moesten worden. Volgens de aandeelhouders/bestuurders ontbrak het bij [verzoeker] en [betrokkene 2] aan ondernemerschap en deskundigheid op verschillende onderdelen. Ook ervoeren de aandeelhouders/bestuurders een gebrek aan vertrouwen, doordat zij zich door [verzoeker] en [betrokkene 2] buitenspel gezet voelden. De aandeelhouders/bestuurders hebben aangekondigd dat de structuur van de onderneming moet veranderen en dat externe adviseur [betrokkene 6] (hierna: [betrokkene 6]) zal worden aangesteld om Speak Intelligence vanaf november 2022 als algemeen directeur a.i. te leiden en een onderzoek naar een klacht over [verzoeker] te begeleiden.
2.7.
Op 22 december 2022 vond een evaluatiegesprek over 2022 plaats tussen [betrokkene 2] en [verzoeker] . In het verslag staat dat [verzoeker] zijn targets heeft gehaald.
2.8.
In december 2022 hebben [verzoeker] en [betrokkene 2] een 5-jarenplan aan de aandeelhouders/bestuurders gepresenteerd.
2.9.
Op 4 januari 2023 heeft een vergadering plaatsgevonden, waarin de aandeelhouders/bestuurders [verzoeker] en [betrokkene 2] hebben gefeliciteerd met het waarmaken van het ‘realistic case scenario’. De aandeelhouders/bestuurders hebben in deze vergadering ook een eigen 5-jarenplan gepresenteerd. Het belangrijkste verschil tussen de plannen van [verzoeker] en [betrokkene 2] en die van de aandeelhouders/bestuurders was dat de aandeelhouders/bestuurders meer groei (exponentiele groei) wilden realiseren dan [verzoeker] en [betrokkene 2] . Om deze doelen te bereiken, wilden de aandeelhouders/bestuurders de structuur van de organisatie veranderen en de rollen anders inrichten. Over de rol van [verzoeker] staat in de presentatie: ‘
, met jouw kennis en kunde kom jij het beste tot je recht bij onze beste klanten die onze custom diensten afnemen. Wij denken dat jouw rol in het bedrijf als Senior product Specialist voor Major Accounts het beste bij jou past. Activiteiten die jij nu operationeel uitvoert, dus contacten met klanten waar je energie van krijgt’.
Aan het eind van de presentatie is [verzoeker] en [betrokkene 2] gevraagd hoe zij tegenover de plannen staan. Daarover staat in het verslag het volgende:
‘(…) [verzoeker][[verzoeker] , toevoeging ktr]
geeft aan dat hij dit niet had verwacht, ziet het als een motie van wantrouwen, en benoemt zijn gevoel van demotie. [verzoeker] vindt het voorgestelde geen verbetering en kan zich er niet in vinden. (…). De aandeelhouders geven terug dat hij dat zo niet moet zien, herhaald wordt dat [betrokkene 2][[betrokkene 2] , toevoeging ktr]
en [verzoeker] goed zijn in techniek, maar dat het bedrijf meer vaardigheden op aansturing en bedrijfsvoering vraagt. (…) [verzoeker] zegt: jullie zijn de aandeelhouders en bepalen dat jullie op die manier de exponentiele groei zien, maar ik zie het niet zo. [betrokkene 4] beaamt dat de invoering van een besluit nodig is om het hogere niveau te realiseren en vraagt [betrokkene 2] en [verzoeker] of zij met ‘ons’ willen meegroeien. [betrokkene 2] en [verzoeker] geven aan dat ze het een onverstandig besluit vinden. (…) Ze kunnen geen antwoord geven op de vraag. [betrokkene 2] en [verzoeker] weten niet of ze willen meegroeien en weten niet of ze blijven. (…)’.
2.10.
Op 9 januari 2023 heeft [verzoeker] zich met overspannenheidsklachten ziekgemeld. Op 1 februari 2023 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat geen sprake was van ziekte of gebrek, maar wel van een conflict waarvoor mediation nodig was.
2.11.
Op 15 februari 2023 is [verzoeker] hersteld gemeld en in het kader van het inmiddels opgestarte mediationtraject vrijgesteld van werk onder doorbetaling van salaris.
2.12.
Nadat het mediationtraject zonder bevredigend resultaat was afgerond, heeft [verzoeker] zich op 9 maart 2023 opnieuw ziek gemeld. Op 28 maart 2023 heeft het UWV geoordeeld dat geen sprake is van ziekte of gebrek.
2.13.
Bij brief van 27 maart 2023 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Speak Intelligence gevraagd hem zijn functie van Commercieel Directeur weer te laten vervullen zoals hij die tot het overlijden van [betrokkene 1] heeft uitgeoefend, waarbij hij wordt gevrijwaard van bemoeienis van de aandeelhouders/bestuurders (die volgens [verzoeker] de noodzakelijke kennis en bekwaamheid ontberen) met de operationele bedrijfsvoering. In de brief staat verder dat van [verzoeker] niet kan worden verlangd om ‘
als loopjongen van de aandeelhouders te fungeren en als zodanig mee te werken aan een zijns inziens onverantwoordelijk beleid’. Voor het geval aan het verzoek van [verzoeker] geen gehoor wordt gegeven, worden de aandeelhouders/bestuurders uitgenodigd een beëindigingsvoorstel te doen.
2.14.
Bij e-mail van 30 maart 2023 heeft Speak Intelligence laten weten dat [verzoeker] in zijn saleswerkzaamheden kan terugkeren en dat zij over de andere zaken bereid is overleg te voeren. [verzoeker] wordt uitgenodigd datavoorstellen te doen voor zo’n overleg. [verzoeker] is op deze uitnodiging niet ingegaan.
2.15.
Bij e-mail van 31 maart 2023 heeft Speak Intelligence [verzoeker] opgeroepen zijn werkzaamheden op 4 april 2023 te hervatten, bij gebreke waarvan een loonsanctie zal worden opgelegd. Op 5 april 2023 is [verzoeker] weer aan het werk gegaan.
2.16.
In een e-mail van 6 april 2023 is het personeel geïnformeerd dat [verzoeker] zijn werkzaamheden weer geleidelijk gaat opstarten en dat hij verantwoordelijk zal zijn voor nieuwe klanten, prospects en suspects. In de e-mail staat verder dat de verantwoordelijkheid voor bestaande grote klanten bij het Major Accounts team ligt en dat collega [betrokkene 7] (hierna: [betrokkene 7]) daarin de lead heeft.
2.17.
In een e-mail van 14 april 2023 hebben [betrokkene 6] en [verzoeker] met elkaar afgestemd voor welke bedrijven [verzoeker] verantwoordelijk is (te weten: prospects, potentiële major accounts) en voor welke bedrijven [betrokkene 7] danwel [betrokkene 6] ‘in the lead’ zijn.
2.18.
[verzoeker] heeft Speak Intelligence op enig moment een voorstel gedaan om de arbeidsovereenkomst met een vaststellingsovereenkomst te beëindigen. Daarover is geen overeenstemming bereikt. Speak Intelligence heeft met [betrokkene 2] wel een vaststellingsovereenkomst gesloten.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en voorwaardelijk, in die zin dat de verzoeken I tot en met III een geheel vormen:
I. de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden met ingang van de door Speak Intelligence in acht te nemen opzegtermijn;
II. Speak Intelligence te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 33.825,- bruto;
III. Speak Intelligence te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 30.000,- bruto;
IV. Speak Intelligence te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 18.048 aan bonus over 2022;
V. Speak Intelligence te veroordelen tot betaling van de kosten voor juridische bijstand ad € 8.665,66 inclusief btw;
met veroordeling van Speak Intelligence in de proceskosten.

4.Het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek

4.1.
Speak Intelligence erkent dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden, maar betwist dat dit het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Speak Intelligence.
4.2.
Voor het geval [verzoeker] zijn ontbindingsverzoek zal intrekken, verzoekt Speak Intelligence de kantonrechter, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A) de arbeidsovereenkomst op zo kort mogelijke termijn te ontbinden op de e-grond, danwel op de g-, h-, of i-grond, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verzoeker] ;
B) voor recht te verklaren dat:
o [verzoeker] zich gedurende en na het dienstverband tegenover derden niet negatief over Speak Intelligence mag uitlaten en geen uitspraken mag doen die Speak Intelligence kunnen schaden;
o [verzoeker] derden pas op de hoogte mag brengen van zijn vertrek indien en voor zover Speak Intelligence schriftelijk toestemming heeft gegeven voor het bericht waarmee [verzoeker] derden wil informeren;
o Het boetebeding uit de arbeidsovereenkomst van toepassing is en blijft;
o [verzoeker] gebonden is aan het in de arbeidsovereenkomst opgenomen nevenwerkzaamheden, relatie-, non-concurrentie-, antironsel- en boetebeding, met dien verstande dat, wat het concurrentiebeding betreft, het verbod beperkt is tot het werken voor alle relaties van Speak Intelligence/MCXess en voorts alle Call Routing ondernemingen, zoals Sound of Data, MassXess/ContactMakers/Beleasy, Systematix Solutions en Telecats.
C) [verzoeker] veroordeelt in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen 14 dagen na de datum van de beschikking zijn voldaan.
4.3.
[verzoeker] heeft verweer gevoerd tegen het tegenverzoek. De stellingen van partijen zullen, voor zover relevant, in de beoordeling aan de orde komen.

5.De beoordeling

Het verzoek
Ontbindingsverzoek [verzoeker] wordt toegewezen
5.1.
[verzoeker] heeft op grond van artikel 7:671c BW verzocht de tussen hem en Speak Intelligence bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden. Aan zijn verzoek tot ontbinding heeft [verzoeker] ten grondslag gelegd dat hem het werken – zoals hij daar op grond van de arbeidsovereenkomst op zou mogen rekenen – in de praktijk onmogelijk wordt gemaakt. Doordat Speak Intelligence zijn functie zonder deugdelijke grond eenzijdig heeft gewijzigd (uitgehold), wordt [verzoeker] gedwongen andere werkzaamheden te verrichten, met ontneming en ontkenning van zijn verantwoordelijkheden en zijn waardigheid binnen de organisatie. Deze omstandigheden rechtvaardigen een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, aldus [verzoeker] .
5.2.
Speak Intelligence vindt óók dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden, maar om andere redenen dan door [verzoeker] aangevoerd.. Speak Intelligence betwist dat de functie van [verzoeker] eenzijdig is gewijzigd. Volgens Speak Intelligence heeft [verzoeker] , direct nadat de aandeelhouders hun plannen voor de nieuwe organisatiestructuur hadden aangekondigd, direct de handdoek in de ring gegooid en zijn hakken in het zand gezet. Hij heeft zich vrijwel direct (ten onrechte) ziek gemeld, stond niet open voor gesprekken over een andere invulling van zijn rol, was niet in staat het gezag van de nieuwe bestuurders/aandeelhouders te accepteren en wilde dat de nieuwe aandeelhouders/bestuurders zich niet met de organisatie bemoeiden. Zijn opstelling werd steeds halsstarriger, hetgeen een negatieve weerslag op de rest van het personeel en de sfeer op de werkvloer had.
5.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Artikel 7:671c lid 1 BW bepaalt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer de arbeidsovereenkomst kan ontbinden op grond van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat hierbij is aangesloten bij de formulering van het voorheen geldende artikel 7:685, tweede lid, BW. De kantonrechter is bij een dergelijk verzoek dan ook niet gebonden aan het grondenstelsel van artikel 7:669 BW. De mogelijkheid om tot ontbinding over te gaan is daardoor ruimer dan bij een werkgeversverzoek. Gelet op het (grond)recht van arbeidskeuze een verzoek door de werknemer in beginsel gehonoreerd dient te worden.
5.4.
De kantonrechter zal het ontbindingsverzoek van [verzoeker] toewijzen op grond van een redelijke grond zoals beschreven in artikel 7:669 lid 3 sub g BW, mede nu Speak Intelligence zich daar niet tegen verzet. Bovendien maakt de kantonrechter uit de stukken en uit wat partijen naar voren hebben gebracht, op dat de arbeidsverhouding tussen partijen zodanig is verstoord, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Er is dan ook sprake van omstandigheden van dien aard dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
5.5.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst, rekening houdend met de voor [verzoeker] geldende opzegtermijn van één maand, ontbinden per 1 november 2023.
Geen ernstig verwijtbaar handelen Speak Intelligence: geen transitie- en billijke vergoeding
5.6.
[verzoeker] heeft verzocht hem bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst een billijke vergoeding en een transitievergoeding toe te kennen. Volgens [verzoeker] heeft Speak Intelligence ernstig verwijtbaar gehandeld door (a) het eenzijdig wijzigen van de complete functie-inhoud met ontneming van zijn daarbij behorende verantwoordelijkheden, terwijl hij zeer hard heeft gewerkt en de financiële doelstellingen had behaald, (b) [verzoeker] onder druk van loonopschorting naar kantoor te halen om hem ten overstaan van het personeel van zijn plaats te zetten en het personeel te instrueren dat hij geen verantwoordelijkheid meer draagt voor de major accounts, (c) het ontstane conflict niet op te lossen en (d) de aan [verzoeker] toekomende bonus niet uit te betalen en te blijven aandringen op een bijdrage in de autokosten.
5.7.
Bij een ontbindingsverzoek van een werknemer zijn op grond van artikel 7:673 lid 1 sub b en artikel 7:671c lid 2 sub b BW alleen een transitie- en billijke vergoeding verschuldigd, indien de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Speak Intelligence. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever slechts in uitzonderlijke gevallen aan de orde is, bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst of zijn re-integratieverplichtingen bij ziekte ernstig heeft veronachtzaamd, en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat (zie: Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34).
5.8.
Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. [verzoeker] heeft de kantonrechter er niet van kunnen overtuigen dat Speak Intelligence zich jegens hem
ernstigverwijtbaar heeft gedragen. Terzake de onder (a) en (c) genoemde verwijten is van belang dat beide partijen zich door het onverwachte overlijden van [betrokkene 1] geconfronteerd zagen met een grote verandering die veel in beweging heeft gezet. De aandeelhouders/bestuurders werden plots verantwoordelijk voor het bedrijf , en moesten samen met de twee directeuren [verzoeker] en [betrokkene 2] zorgen voor een goede voortgang. Partijen zijn elkaar hierin gaandeweg kwijtgeraakt. Het is duidelijk dat [verzoeker] zich door de op 4 januari 2023 gepresenteerde plannen in zijn positie bedreigd heeft gevoeld en de kantonrechter kan zich dat ook wel voorstellen. Speak Intelligence heeft zich hiervan onvoldoende rekenschap gegeven en dat kan haar worden aangerekend. De hoge lat van ‘ernstige verwijtbaarheid’ wordt daarmee echter niet gehaald. Daarvoor is van belang dat de plannen niet volledig uit de lucht kwamen vallen; al op 9 november 2022 hadden de aandeelhouders/bestuurders immers kenbaar gemaakt dat zij over een aantal zaken ontevreden waren, waardoor veranderingen/verbeteringen noodzakelijk waren. Verder is relevant dat partijen in mediation hebben getracht een oplossing te vinden en dat, zoals uit de e-mail van 30 maart 2023 volgt, Speak Intelligence de deur heeft opengezet voor overleg over de rolinhoud van [verzoeker] . [verzoeker] heeft die kans niet heeft gegrepen. Hij stak niet onder stoelen of banken dat hij het niet eens was met de plannen van de aandeelhouders/bestuurders, de plannen onverstandig vond en de aandeelhouders/bestuurders ongeschikt vond om de organisatie operationeel te leiden (zie bijvoorbeeld r.o 2.9 en 2.13). Het is de kantonrechter (ook ter zitting) niet gebleken dat [verzoeker] begrip had voor de positie van de aandeelhouders/bestuurders en daadwerkelijk bereid en in staat was hun plannen in overweging te nemen en na te denken over een (gewijzigde) rol voor hemzelf die daarbinnen zou passen. De kantonrechter acht het niet uitgesloten dat, als [verzoeker] zich anders had opgesteld, de zaken anders zouden zijn gelopen.
5.9.
Ook de onder (b) en (d) genoemde verwijten leveren geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Speak Intelligence op. Gelet op de oordelen van bedrijfsarts en UWV was Speak Intelligence, na het mislukte mediationtraject, gerechtigd om van [verzoeker] te verlangen weer aan het werk te gaan. Speak Intelligence heeft toegelicht dat zij gedurende de afwezigheid van [verzoeker] genoodzaakt was zijn werkzaamheden (waaronder het contact met de major accounts) onder ander personeel te verdelen. Uit de e-mail van 14 april 2023 (r.o. 2.17) maakt de kantonrechter op dat partijen na terugkomst werkafspraken hebben gemaakt, waarover het personeel (met medeweten van [verzoeker] ) is geïnformeerd. Voor wat betreft (d) het niet uitbetalen van de bonus geldt dat het enkele bestaan van een discussie tussen partijen over de verschuldigdheid van de bonus geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Speak Intelligence oplevert. Ook het bij [verzoeker] blijven aandringen op een bijdrage voor de lease auto, terwijl hij die nooit eerder hoefde te betalen, doet dat niet. Deze opstelling van Speak Intelligence heeft wellicht niet bijgedragen aan verbetering van de verhoudingen, maar kwalificeert niet als ernstige verwijtbaar handelen of nalaten als gevolg waarvan de arbeidsovereenkomst is ontbonden.
Intrekkingsmogelijkheid
5.10.
Doordat is geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door Speak Intelligence wordt ontbonden, kan [verzoeker] geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding noch een billijke vergoeding (artikel 7:673 lid 1 sub b onder 2 en artikel 7:671c lid 2 sub b BW). [verzoeker] zal daarom in lijn met zijn verzoek in de gelegenheid worden gesteld om zijn verzoek in te trekken binnen de in het dictum genoemde termijn (artikel 7:686a lid 7 BW).
Bonus
5.11.
[verzoeker] heeft verzocht hem een bonus over 2022 toe te wijzen van € 18.048 (20% van zijn jaarsalaris), omdat hij zijn target over 2022 (het ‘realistic case scenario’ van een resultaat voor belastingen van € 769.930,-) heeft behaald.
5.12.
Speak Intelligence betwist dat de target is gehaald. Zij ging er begin 2023 – naar later bleek ten onrechte – vanuit dat het ‘realistic case scenario’ was gehaald. Die aanname was echter gebaseerd op door [verzoeker] verstrekte financiële informatie, die achteraf – bij controle van de cijfers door de accountant - onvolledig bleek te zijn. Uit de door de accountant goedgekeurde jaarstukken blijkt dat het werkelijke resultaat voor belastingen veel lager was (€ 725.733,-), zodat de target niet is gehaald en [verzoeker] geen aanspraak maakt op een bonus.
5.13.
De kantonrechter stelt vast dat de afspraken over de bonus niet geheel duidelijk zijn.
[verzoeker] en de aandeelhouders/bestuurders hebben in februari 2022 afgesproken dat de bonus gerelateerd zou zijn aan het ‘realistic case scenario’. Er zijn daarbij geen afspraken gemaakt over de hoogte van de bonus en ook niet over wat er zou gebeuren als de target niet volledig gehaald zou zijn. Weliswaar staat in de arbeidsovereenkomst dat [verzoeker] in aanmerking komt voor een bonus van maximaal 20% van het jaarsalaris, maar daarin wordt verwezen naar separate, periodiek vast te stellen voorwaarden, die er niet (b)lijken te zijn. Het door [verzoeker] overgelegde bonus plan over 2013 is niet relevant, nu de status daarvan onbekend is en het plan (volgens punt 4 van het document) alleen van toepassing is op het jaar 2013. In de praktijk was het zo dat [verzoeker] tijdens zijn dienstverband nooit een volledige bonus heeft ontvangen, omdat de targets nooit werden gehaald. Ondanks het niet behalen van zijn targets, heeft hij wel de volgende bonussen ontvangen: € 6.768,- in 2012, € 7.520,- in 2017, € 1.000,- in 2021 en € 2.000,- in 2022.
5.14.
Gelet op de overgelegde, door de accountant goedgekeurde, jaarcijfers kan de kantonrechter niet anders dan vaststellen dat de target niet is gehaald. Ter zitting heeft Speak Intelligence toegelicht dat het resultaat lager is uitgevallen, omdat in de cijfers die [verzoeker] eind 2022/begin 2023 heeft gepresenteerd, bepaalde kostenposten nog niet waren meegenomen. Het gaat onder andere om accountancykosten in verband met een langer lopend dispuut met de fiscus, waarvoor de accountant pas aan het eind van de rit een factuur heeft gestuurd, die nog in de cijfers over 2022 moest worden verwerkt. [verzoeker] heeft niet weersproken dat deze kosten zijn gemaakt en ook niet dat deze in de door hem gepresenteerde cijfers nog niet waren verwerkt. Dit brengt met zich dat [verzoeker] geen aanspraak op de volledige bonus kan maken. Dat in de beoordeling van [betrokkene 2] over 2022 staat dat de target wél is gehaald en dat de aandeelhouders/bestuurders dat op 4 januari 2023 ook aan [verzoeker] hebben bevestigd, maakt dat niet anders, nu daarna kennelijk is gebleken dat bepaalde kosten nog niet in de cijfers waren verwerkt.
5.15.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] in de gegeven omstandigheden wel in redelijkheid aanspraak kan maken op een gedeeltelijke bonus en stelt het bonusbedrag billijkheidshalve vast op € 4.500,- bruto. Dit is het afgeronde gemiddelde van de eerder door [verzoeker] ontvangen bonussen. Van belang in dit verband is dat de aandeelhouders/bestuurders met hun uitlatingen op 4 januari 2023, ondanks dat de door de accountant goedgekeurde cijfers er nog niet waren, wel bepaalde verwachtingen jegens [verzoeker] hebben gewekt. Ook is relevant dat [verzoeker] in het verleden ook bonussen heeft ontvangen, ondanks dat de targets niet waren gehaald. Als het de bedoeling van de aandeelhouders/bestuurders was geweest dat [verzoeker] , bij het niet behalen van de targets, in het geheel geen bonus zou krijgen, dan had het – mede in licht van het bepaalde in de arbeidsovereenkomst en de wijze waarop tot dan toe uitvoering aan de bonusregeling werd gegeven – op hun weg gelegen dat duidelijk tot uitdrukking te brengen in de afspraken van februari 2022.
Proceskosten
5.16.
Gelet op de uitkomst in deze zaak ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen. Indien [verzoeker] zijn verzoek echter intrekt, zal hij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Speak Intelligence, die worden begroot op € 793,-.
[verzoeker] heeft verzocht om Speak Intelligence te veroordelen in de volledige kosten van rechtsbijstand, nu [verzoeker] aanzienlijke juridische kosten heeft moeten maken doordat Speak Intelligence ernstig verwijtbaar althans in strijd met artikel 7:611 BW heeft gehandeld. De kantonrechter wijst dit verzoek af. De artikel 237-240 Rv bevatten, behoudens bijzondere omstandigheden, een zowel limitatieve als exclusieve regeling van de kosten waarin de partij die in het ongelijk wordt gesteld kan worden veroordeeld. Een volledige vergoedingsplicht is alleen in ‘buitengewone omstandigheden’ denkbaar. Daarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en onrechtmatig handelen. Dat heeft [verzoeker] niet gesteld en daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter ook geen sprake. Van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Speak Intelligence is evenmin sprake zoals hiervoor onder 5.8 en 5.9 is overwogen. Ook het veronachtzamen van de eisen van goed werkgeverschap kunnen onder bijzondere omstandigheden tot een dergelijke verplichting jegens de werknemer leiden (zie overwegingen 3.5.1 en 3.5.2 in ECLI:NL:HR:2017:1187). De kantonrechter vindt dat Speak Intelligence beslist steken heeft laten vallen ten opzichte van [verzoeker] , zoals ook in 5.8 is overwogen, maar dat rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een recht op vergoeding van werkelijke advocaatkosten op grond van artikel 7:611 BW bestaat.
Het voorwaardelijk tegenverzoek
5.17.
Voor het geval [verzoeker] zijn ontbindingsverzoek intrekt, heeft Speak Intelligence de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de e-, g, h- danwel i-grond.
Geen ontbinding op de e-grond
5.18.
Volgens Speak Intelligence is ontbinding op de e-grond gerechtvaardigd omdat het, na presentatie van de plannen door de aandeelhouders/bestuurders, onmogelijk is geweest om met [verzoeker] is gesprek te gaan over de invulling van zijn rol en de toekomst van de onderneming. Hij heeft zich sindsdien aan elke dialoog onttrokken, weigerde gezag van de nieuwe aandeelhouders/bestuurders te accepteren en deed verwerpelijke dingen – hij eiste aandelen waardoor een joint venture niet tot stand kwam, heeft eenzijdig zijn arbeidsvoorwaarden verbeterd, heeft zich geruime tijd ten onrechte arbeidsongeschikt gemeld, gaf een onjuiste voorstelling van financiële zaken en meldde wezenlijke zaken niet.
5.19.
[verzoeker] heeft de door Speak Intelligence genoemde verwijten gemotiveerd weersproken. Ten aanzien van de joint venture heeft [verzoeker] toegelicht dat deze niet tot stand is gekomen omdat de derde partij niet wilde dat [betrokkene 5] daarin participeerden en dat [verzoeker] en [betrokkene 2] , toen zij het met [betrokkene 5] niet eens werden over hun participatie, er (ook) vanaf hebben gezien. Ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden heeft [verzoeker] toegelicht dat de nieuwe, duurdere lease auto per saldo goedkoper was vanwege brandstofkosten en dat de verbeterde loondoorbetalingsregeling bij ziekte al door [betrokkene 1] was ingezet. [verzoeker] betwist verder dat hij zich ten onrechte heeft ziekgemeld (hij had door het conflict daadwerkelijk klachten) en dat hij een onjuiste voorstelling van financiële zaken heeft gegeven - de aandeelhouders/bestuurders hadden zelf ook volledige toegang tot alle financiën. Tot slot betwist [verzoeker] dat hij belangrijke zaken heeft achtergehouden.
5.20.
De kantonrechter is van oordeel dat de verwijten, gelet op de gemotiveerde betwisting door [verzoeker] en het ontbreken van een nadere onderbouwing door Speak Intelligence, niet zijn komen vast te staan. Van een aantal verwijten geldt bovendien dat deze niet van dien aard zijn dat een ontbinding op de e-grond gerechtvaardigd is. De arbeidsovereenkomst zal daarom niet op de e-grond worden ontbonden.
Wel ontbinding op de g-grond
5.21.
De arbeidsovereenkomst wordt wel op de g-grond ontbonden. De kantonrechter is, onder verwijzing naar wat onder r.o. 5.8 is overwogen, van oordeel dat de arbeidsrelatie tussen partijen dusdanig verstoord is geraakt dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. Het is een gegeven dat [verzoeker] zich niet kan vinden in de plannen van de aandeelhouders/bestuurders voor de toekomst van de onderneming en de organisatieveranderingen. Er is mediation ingezet om tot een oplossing te komen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid. Partijen zijn niet bereid/in staat gebleken met elkaar een nieuwe vorm van samenwerking te vinden die gebaseerd is op vertrouwen. Herplaatsing van [verzoeker] ligt, mede gelet op het wederzijds gebrek aan vertrouwen, niet in de rede.
Nu ontbonden wordt op de g-grond, komt de kantonrechter niet toe aan beoordeling van het ontbindingsverzoek op de meer subsidiaire gronden (h- en i-grond).
Geen ernstige verwijtbaarheid [verzoeker] – opzegtermijn en transitievergoeding
5.22.
Anders dan Speak Intelligence meent, is het eindigen van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen door [verzoeker] jegens Speak Intelligence (zie r.o. 5.8 en verder). De arbeidsovereenkomst zal daarom, met inachtneming van de geldende opzegtermijn van drie maanden en onder aftrek van de periode van behandeling van het voorwaardelijke ontbindingsverzoek van Speak Intelligence, worden ontbonden met ingang van 1 november 2023.
5.23.
In het kader van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van Speak Intelligence, komt aan [verzoeker] een transitievergoeding toe. Speak Intelligence heeft als productie 15 bij haar verweerschrift een berekening van de transitievergoeding overgelegd, op basis waarvan de transitievergoeding neerkomt op € 32.663,08 bruto bij een ontbinding per 1 augustus 2023. Nu [verzoeker] tegen deze berekening(-methodiek) geen verweer heeft gevoerd, wordt Speak Intellingece veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding berekend volgens de door haar overgelegde berekeningsmethode, uitgaande van een ontbindingsdatum per 1 november 2023.
5.24.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, zal aan [verzoeker] , bij een ontbinding op verzoek van Speak Intelligence, geen billijke vergoeding worden toegekend.
Geen verklaringen voor recht negatieve uitlatingen en communicatie over vertrek
5.25.
De door Speak Intelligence verzochte verklaringen voor recht dat [verzoeker] zich niet tegen derden negatief over Speak Intelligence mag uitlaten en derden pas van zijn vertrek op de hoogte mag brengen na toestemming van Speak Intelligence, worden afgewezen.
Toewijzing van de vorderingen zou een beperking van het in artikel 10 lid 1 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) neergelegde grondrecht op vrijheid van meningsuiting inhouden. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen in kwestie onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. De kantonrechter ziet geen grond om op voorhand een dergelijk, algemeen verbod aan [verzoeker] op te leggen, te meer nu er geen concrete aanwijzingen zijn dat [verzoeker] daadwerkelijk onrechtmatige uitlatingen zal gaan doen.
Geen verklaring voor recht gebondenheid postcontractuele (boete-)bedingen
5.26.
Ter zitting heeft Speak Intelligence een deel van haar vordering terzake ingetrokken. Het betreft de verklaring voor recht dat [verzoeker] gebonden is aan een non-concurrentiebeding. Speak Intelligence heeft verklaard dat voor [verzoeker] geen concurrentiebeding geldt en dat hij overal in dienst mag treden, zolang hij maar geen relaties van Speak Intelligence en MCXess benadert om bij zijn nieuwe werkgever klant te worden. [verzoeker] gaf er ter zitting blijk van zich daarin te kunnen vinden.
5.25.
De (gehandhaafde) vorderingen om voor recht te verklaren dat [verzoeker] na einde dienstverband gebonden blijft aan de postcontractuele (boete-)bedingen uit zijn arbeidsovereenkomst, worden wegens gebrek aan belang worden afgewezen, nu er geen concrete aanwijzing zijn, noch gegronde vrees is dat [verzoeker] in strijd met die bedingen zal gaan handelen.
Proceskosten
5.27.
De kantonrechter ziet in de uitkomst van deze procedure aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
bepaalt dat de termijn, waarbinnen [verzoeker] het verzoek kan intrekken (door middel van een schriftelijk mededeling aan de griffier, met toezending van een kopie daarvan aan de gemachtigde van Speak Intelligence, zal lopen tot en met 22 september 2023);
Voor het geval [verzoeker] het ontbindingsverzoeknietbinnen die termijn intrekt:
6.2.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2023;
6.3.
veroordeelt Speak Intelligence tot betaling van € 4.500,- bruto aan bonus over 2022;
6.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.5.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders verzochte af.
Voor het geval [verzoeker] het ontbindingsverzoekwelbinnen die termijn intrekt:
6.7.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Speak Intelligence vaststelt op € 793,-;
6.8.
veroordeelt Speak Intelligence tot betaling van € 4.500,- bruto aan bonus over 2022;
6.9.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
het tegenverzoek
Voor het geval [verzoeker] het ontbindingsverzoek intrekt:
6.10.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2023;
6.11.
veroordeelt Speak Intelligence tot betaling aan [verzoeker] van een transitievergoeding met inachtneming van hetgeen onder r.o. 5.23 is overwogen;
6.12.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
6.13.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gewezen door mr. P.A. Charbon, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023 in aanwezigheid van de griffier. Bij ontstentenis van mr. P.A. Charbon ondertekend door mr. M.M. Kruithof.
De griffier De kantonrechter