ECLI:NL:RBNHO:2023:10558

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10535607 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeersboete en schending hoorplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een verkeersboete, opgelegd gekregen. Tegen deze boete heeft betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 juli 2023 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals de gemachtigde van betrokkene, Verkeersboete.nl.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting aangegeven dat de beslissing niet gehandhaafd zou worden en heeft verzocht om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht is geschonden, aangezien betrokkene niet door de officier van justitie is gehoord. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is. De kantonrechter heeft, met verwijzing naar een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, besloten om de boete te matigen met 25%, waardoor het bedrag op € 187,50 komt.

De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is, de beslissing van de officier van justitie wordt vernietigd, en de boete wordt gematigd. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het teveel betaalde bedrag aan betrokkene terugbetaalt. De kantonrechter heeft de zaak als samenhangend beschouwd met een andere behandelde zaak, waardoor er geen beslissing op het verzoek tot proceskostenvergoeding hoeft te worden genomen. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10535607 \ WM VERZ 23-405
CJIB-nummer : 246419777
Uitspraakdatum : 9 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en het beroep tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: niet op eerste vordering behoorlijk het rijbewijs ter inzage afgeven.
De gemachtigde van betrokkene heeft aangevoerd dat de hoorplicht is geschonden en dat de boete moet worden verlaagd met 25%. Daarbij is verwezen naar een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden [1] .
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft erkend dat betrokkene had moeten worden gehoord en dat dit niet is gebeurd. Dat betekent dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond is en dat die beslissing moet worden vernietigd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelt verder dat zij het namens het Openbaar Ministerie niet eens is met een matiging van de boete ter compensatie van de geschonden hoorplicht en het beroep tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd daarom ongegrond is.
De kantonrechter volgt het standpunt van de officier van justitie dat de hoorplicht is geschonden en ziet, met verwijzing naar de door de gemachtigde genoemde uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, wel aanleiding om de boete te matigen met 25%. De boete zal worden gematigd tot € 187,50.
Het beroep tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond.
Nu de kantonrechter onderhavige zaak als samenhangend beschouwd met de andere ter zitting behandelde zaak met kenmerk 10511312 WM VERZ 23-356, behoeft op het verzoek tot proceskostenvergoeding niet meer te worden beslist.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt die beslissing;
‒ verklaart het beroep tegen de beschikking waarbij de boete is opgelegd gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 187,50 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 november 2022, te vinden op www.rechtspraak.nl met nummer ECLI:NL:GHARL:2022:9934.