ECLI:NL:RBNHO:2023:10545

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10606729 \ WM VERZ 23-429
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het rijden van 19 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 19 september 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. Tijdens de zitting werd een aanvullend proces-verbaal van de verbalisant en Google Maps-afdrukken overgelegd ter ondersteuning van de snelheidsovertreding.

De kantonrechter overwoog dat de snelheidsovertreding was vastgesteld met een mobiele radar en dat de verbalisant ter plaatse aanwezig was om de bebording te controleren. Betrokkene betwistte de aanwezigheid van het bord H1, maar de kantonrechter oordeelde dat deze betwisting onvoldoende was om te twijfelen aan de aanwezigheid van het bord. Betrokkene stelde ook dat hij had moeten worden staande gehouden, maar de kantonrechter concludeerde dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was, aangezien het een eenmanscontrole betrof.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene kan binnen 6 weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10606729 \ WM VERZ 23-429
CJIB-nummer : 248192666
Uitspraakdatum : 2 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting een aanvullend proces-verbaal van de verbalisant overgelegd en een afdruk van Googlemaps Streetview van augustus 2021 en juni 2022 met daarop zichtbaar de H1 bebording. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 19 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Aanwezigheid bebording
Betrokkene betwist de aanwezigheid van een bord H1. De kantonrechter overweegt dat uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat de snelheidsovertreding is vastgesteld met behulp van een mobiele radar, waarbij de verbalisant zelf ter plaatse aanwezig was, en dat een snelheidsbeperking gold tot 50 km/u.
Uit rechtspraak volgt dat in geval van een mobiele controle, zoals hier aan de orde, het uitgangspunt is dat de verbalisant die ter plaatste aanwezig is, voorafgaand aan de controle de bebording heeft gecontroleerd [1] . De enkele betwisting door betrokkene dat er een bord (H1) was geplaatst, is daartegenover onvoldoende reden om te twijfelen aan de aanwezigheid van dat bord.
Staandehouding
Betrokkene heeft gesteld dat hij had moeten worden staande gehouden. De kantonrechter overweegt dat uit artikel 5 WAHV volgt dat de boete kan worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken van het voertuig ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven, tenzij direct kan worden vastgesteld wie de bestuurder is van het voertuig waarmee de gedraging is verricht. Dit betekent dat als zich een reële mogelijkheid tot staandehouding van die bestuurder voordoet, de boete aan de bestuurder moet worden opgelegd en niet aan de kentekenhouder. In dit geval is voldoende gebleken dat zich geen reële mogelijkheid tot staandehouding heeft voorgedaan, omdat uit het aanvullend proces-verbaal van de verbalisant blijkt dat het een eenmanscontrole betrof, waarbij alleen de bedienaar van de mobiele radar aanwezig was. De boete is dus terecht opgelegd aan de kentekenhouder [2] .
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 februari 2020, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2020:1803.
2.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 mei 2023, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:3629.