ECLI:NL:RBNHO:2023:10410

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
15/241231-21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergisontvoering in Cruquius met vrijspraak voor medeplegen

Op 20 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van ontvoering op 5 augustus 2021 in Cruquius. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officieren van justitie, mr. M. Kubbinga en mr. M.A. Boheur, hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. R. Haze, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de ontvoering onderzocht, waarbij het slachtoffer op 5 augustus 2021 met geweld uit zijn auto werd getrokken en vervolgens werd meegenomen naar Gouda. Ondanks aanwijzingen van betrokkenheid van de verdachte, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen van de ontvoering. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat het feit waarop de vordering betrekking had niet wettig en overtuigend bewezen was verklaard. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaatsen Haarlemmermeer en Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/241231-21 (P)
Uitspraakdatum: 20 oktober 2023
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 18, 20, 22, 25, 26, 28 september (allen Haarlemmermeer) en 6 oktober 2023 (Haarlem) in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mr. M. Kubbinga en mr. M.A. Boheur en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. R. Haze, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 augustus 2021 te Cruquius, gemeente Haarlemmermeer, en/of
Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Gouda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd heeft gehouden, door
- contact te onderhouden met één of meer medeverdachte(n) en/of
- zich te hullen in gezichtsbedekkende kleding en/of
- de auto van die [slachtoffer] klem te rijden en/of
- die [slachtoffer] vast te grijpen en (met kracht) uit zijn auto te trekken en/of
- meermalen fysiek geweld op die [slachtoffer] toe te passen en/of tegen die [slachtoffer] te
schreeuwen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) in een ander voertuig te duwen, althans te dwingen in een ander voertuig plaats te nemen en/of
- het zicht van die [slachtoffer] te belemmeren door een kledingstuk om zijn hoofd vast te maken met tape en/of
- de handen en/of benen van die [slachtoffer] vast te binden met tieraps en/of tape en/of
- die [slachtoffer] te bedreigen met de woorden “hier is een pistool” en/of “anders schiet ik je dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- die [slachtoffer] te verhinderen het voertuig te verlaten en/of
- die [slachtoffer] (tegen diens wil) te verplaatsen van Cruquius naar Gouda.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officieren van justitie ontvankelijk zijn in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot de bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van hetgeen aan hem ten laste is gelegd, omdat de verdachte geen uitvoeringshandeling heeft verricht bij de ontvoering op 5 augustus 2021. Er is dan ook onvoldoende bewijs voor medeplegen.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
Redengevende feiten en omstandigheden
Op 5 augustus 2021 is [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) op de Spaarneweg in Cruquius met behulp van twee voertuigen klemgereden, door meerdere personen uit zijn auto getrokken en tegen zijn wil in een andere voertuig geplaatst en meegenomen naar Gouda. Deze gebeurtenis is ook wel betiteld als de “vergisontvoering Cruquius”.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Gebeurtenissen in Cruquius
Op 5 augustus 2021 stapt het slachtoffer om 17:53 uur in zijn Renault Laguna met kenteken [kenteken 1] en rijdt van zijn werk in Cruquius richting zijn woning. Eén minuut later verlaat ook een witte Kia Picanto met kenteken [kenteken 2] (hierna: de witte Kia) het parkeerterrein van de werklocatie van het slachtoffer. Op de uitrit van de Intratuin staat een zwarte BMW met kenteken [kenteken 3] (hierna: de zwarte BMW) te wachten en rijdt voor het slachtoffer de Spaarneweg op. Achter het slachtoffer rijdt een rode Mercedes Vito bus met kenteken [kenteken 4] (hierna: de rode Mercedes bus). Om 17:56 uur stopt de zwarte BMW vlak voor de auto van het slachtoffer, waardoor het slachtoffer hard moet remmen. De rode Mercedes bus rijdt van achter tegen de auto van het slachtoffer. Op dat moment stappen meerdere mannen met bivakmutsen uit genoemde voertuigen. Het slachtoffer wordt uit zijn auto getrokken en via de schuifdeur aan de zijkant de rode Mercedes bus in geduwd. Zowel de rode Mercedes bus en de zwarte BMW en de Renault Laguna worden door de mannen meegenomen en rijden weg in de richting van de Provincialeweg N201.
Verplaatsing slachtoffer van Cruquius naar Gouda
Door ANPR-camera’s wordt vastgelegd dat de zwarte BMW over de N11 en de N459 richting Gouda rijdt. Vanaf 18:36 uur zijn de zwarte BMW en de rode Mercedes bus in Gouda. Uit camerabeelden blijkt verder dat de rode Mercedes bus omstreeks 18:51 uur een afgesloten terrein met loodsen aan de [adres 2] oprijdt, waarna dit voertuig niet meer wordt waargenomen. De telefoon van het slachtoffer maakt omstreeks 18:38 uur contact met het netwerk op een zendmast in Gouda en straalt om 19:50 uur voor het laatst aan, nog steeds in Gouda.
Gebeurtenissen in Gouda
Op 5 augustus 2021 rond 19:00 uur, komen bij de meldkamer van de politie verschillende meldingen binnen over verdachte gedragingen in Gouda. Deze meldingen gaan onder andere over het verwisselen van kentekenplaten van een zwarte BMW door een groep van zes of zeven personen op of in de omgeving van het Koekoekplein. Deze groep is vervolgens in een groep van twee en een groep van vier personen opgesplitst en weggelopen. Ook komen meldingen bij de politie binnen over het weggooien van spullen door personen op en in de omgeving van het Vogelplein en over twee mannen die zich omkleden achter een camper op of in de omgeving van het Uiverplein.
Aanhouding verdachten in Gouda
Naar aanleiding van genoemde meldingen worden op 5 augustus 2021 omstreeks 19:25 uur in Gouda zes verdachten aangehouden, te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op de Lazaruskade en [medeverdachte 3], [medeverdachte 4], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] op het Vogelplein.
Bij de aanhoudingen van voornoemde verdachten zijn onder hen handschoenen, mobiele telefoons en onderdelen daarvan aangetroffen en in beslag genomen. Verder zijn in de omgeving van de locaties van aanhouding verschillende goederen op straat gevonden en in beslag genomen. Dit zijn drie mobiele telefoons, handschoenen, een bivakmuts, batterijen van telefoons, een simkaart, kledingstukken en een rode tas. Naar aanleiding van het uitkijken van camerabeelden is op 16 augustus 2021 in de Industriestraat te Gouda een rol grijze ducttape aangetroffen. De genoemde locaties waar de verdachten en de goederen zijn aangetroffen zijn in elkaars nabijheid.
Aantreffen gebruikte voertuigen in Gouda
De zwarte BMW is kort na de ontvoering op 5 augustus 2021 om 19.15 uur op het Koekoekplein te Gouda aangetroffen en was voorzien van valse kentekenplaten. Op 6 augustus 2021 om 23:15 uur is de Renault Laguna in Gouda aangetroffen met daarin de mobiele telefoon van het slachtoffer. De rode Mercedes bus is op 8 augustus 2021 om 19.40 uur, zonder het slachtoffer, aangetroffen in een loods aan de [adres 2] in Gouda.
Aantreffen slachtoffer
Op woensdag 11 augustus 2021, omstreeks 00.45 uur, krijgt de politie de melding dat een man bij een woning in Delft heeft aangebeld, die zegt dat hij is ontvoerd. Als de politie ter plaatse komt zien zij een man met een blauw vest om zijn hoofd vastgemaakt met zilvergrijs ducttape. Ook heeft de man ducttape om zijn polsen, op zijn mond en om zijn nek. Na het verwijderen van het vest en het tape in het ziekenhuis wordt vastgesteld dat het gaat om het slachtoffer. Hij vertelt dat hij is ontvoerd en tegen hem is gezegd dat er een vergissing is gemaakt en dat hij is vrijgelaten.
Doorzoeking woningen verdachten
Op 8 augustus 2021 verricht de politie onder meer doorzoekingen in de woningen van de in Gouda aangehouden verdachten. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte [medeverdachte 3] in de [adres 3] in Zwijndrecht worden meerdere mobiele telefoons aangetroffen die aan verschillende verdachten worden toegeschreven.
Gebeurtenissen voor 5 augustus 2021
Uit onderzoek aan de aangetroffen en in beslaggenomen mobiele telefoons blijkt dat deze op verschillende momenten op de dag van de ontvoering en in de dagen daaraan voorafgaand in de omgeving van de woning en van de werklocatie van het slachtoffer zendmasten aanstralen. Op camerabeelden van de omgeving van de woning en van de werklocatie van het slachtoffer zijn verschillende voertuigen, waaronder de zwarte BMW, de rode Mercedes bus en de witte Kia, meermaals te zien op de dag van en de dagen voorafgaand aan de ontvoering.
Op grond van het voorgaande ligt aan de rechtbank voor of bewezen kan worden of de verdachte bij dit feit betrokken is en, zo ja, in welke mate hij betrokken is bij dit feit.
3.4.
Vrijspraakoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat die wijzen op handelingen van de verdachte, ten tijde van de ontvoering op 5 augustus 2021, zoals onder het tweede tot en met het elfde streepje van de tenlastelegging is opgenomen.
De vraag die vervolgens aan de rechtbank voorligt, is of het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het “onderhouden van contact met de medeverdachten”, zoals opgenomen onder het eerste streepje, en, indien deze vraag bekennend wordt beantwoord, of dit contact van dien aard is dat dit beoordeeld kan worden als medeplegen. Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en mededaders. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is.
De rechtbank stelt vast dat het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] bij de verdachte in gebruik is. Dit telefoonnummer maakt op 5 augustus 2021 van 11:43 uur tot 16:21 uur gebruik van een zendmast rondom de woon- en werklocatie van het slachtoffer. Dit wijst erop dat de verdachte aanwezig was in Cruquius op de dag van de ontvoering. Van redengevende contacten tussen de verdachte en medeverdachten op 5 augustus 2021 bevat het dossier geen bewijs. De rechtbank acht de enkele aanwezigheid van de verdachte in Cruquius van onvoldoende gewicht om het medeplegen van de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer aan te nemen..
Wel kan de rechtbank bij de vorming van het oordeel of er sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, rekening houden met onder meer de rol van de verdachte in de voorbereiding van het feit. De rechtbank heeft hiervoor de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
Op 2 en 4 augustus 2021 maakt het telefoonnummer van de verdachte gebruik van een zendmast in Cruquius. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de verdachte op meerdere momenten aanwezig is geweest in Cruquius rondom de woon- en werklocatie van het slachtoffer. In een telefoon, die wordt toegeschreven aan de medeverdachte [medeverdachte 7] wordt een afbeelding van de auto van het slachtoffer aangetroffen. Deze afbeelding is afkomstig uit een WhatsApp-gesprek tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 7] op 4 augustus 2021. Verder is gebleken dat er contact is geweest tussen de verdachte en een andere medeverdachte, maar de inhoud van dit contact is onbekend gebleven. Hoewel de rechtbank erkent dat er aanwijzingen zijn voor betrokkenheid van de verdachte bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat aan de inhoud van de contacten op 2 en 4 augustus 2021 onvoldoende gewicht toekomt voor de constatering dat de verdachte de ontvoering op 5 augustus 2021 heeft medegepleegd. Dit staat nog los van de vraag of al deze gedragingen binnen de tenlastegelegde periode vallen. Nu ook anderszins niet is gebleken van redengevend contact met (een van) de medeverdachten moet de verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen van een wederrechtelijke vrijheidsberoving.

4.Vordering benadeelde partijen

Namens de benadeelde partij [slachtoffer] heeft zijn raadsman, mr. R. Korver, een vordering tot schadevergoeding van € 31.342,53 ingediend tegen de verdachte, hoofdelijk toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De schade bestaat uit materiële (€ 6.342,53) en immateriële (€ 25.000,-) schade die [slachtoffer] als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Namens de benadeelde partij [benadeelde] heeft haar raadsman, mr. R. Korver, een vordering tot schadevergoeding van € 5.316,71 ingediend tegen de verdachte, hoofdelijk toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze schade bestaat uit materiële (€ 3.113,71) en immateriële (€ 2.500,-) schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [slachtoffer] en [benadeelde] bij vrijspraak van de verdachte niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Tevens stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vordering van [benadeelde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu zij niet voegingsgerechtigd is op grond van artikel 51f van het wetboek van Strafvordering(Sv). [benadeelde] heeft geen rechtstreekse schade geleden en ook komt zij niet in aanmerking voor shockschade.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen niet in hun vordering tot schadevergoeding kunnen worden ontvangen, omdat het feit waarop de vordering betrekking heeft niet wettig en overtuigend bewezen is verklaard.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partijen [slachtoffer] en [benadeelde] nietontvankelijk zijn in de door hen ingediende vordering.

5.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer] en [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vorderingen.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Visser, voorzitter,
mr. G.M.G. Hink en mr. M. Ramondt, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mr. J.E. Lee en mr. M. van Splunter,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 oktober 2023.