Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde]
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Recentelijk, heeft cliënt een defect bij u gemeld. Echter eerst na 14 dagen verscheen er een monteur. Welke binnen enkele minuten weer was verdwenen. Client ondervindt opnieuw dezelfde hinder en problemen met de machine. Weshalve hij u deze week opnieuw gecontacteerd heeft. Een reparatie kon echter eerst pas op 30 april a.s. plaatsvinden. Dat is voor cliënt onaanvaardbaar. […] Cliënt gaat over de koop te ontbinden. Wat inhoudt dat u deze machine per omgaande komt ophalen en tevens cliënt het door hem betaalde per omgaande restitueert.’Partijen hebben daarna verder over het defect gecorrespondeerd.
‘Bij deze wil ik de koop ontbinden van mijn aangekochte wasmachine bij jullie op 28 juli 2020. (zie bijgevoegde aankoop factuur) Vanaf het begin zijn er al problemen met de wasmachine en ik heb eerder al betracht de koop te ontbinden maar toen wilde jullie gebruik maken van jullie recht om hem te repareren. Nu is hij al 3 keer gerepareerd en weer zijn er weer de zelfde problemen met de wasmachine, dus nu beroep ik mij op mijn recht de koop te ontbinden.’Partijen hebben daarna verder gecorrespondeerd over de buitengerechtelijke ontbinding, [gedaagde] is niet overgegaan tot het ophalen van de wasmachine en/of het terugbetalen van het aankoopbedrag.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘[eiser] kennelijk op eigen houtje de fabrikant heeft gecontacteerd.’[eiser] heeft echter nagelaten uiteen te zetten van wat voor afwijking toen sprake was en hoe die afwijking is verholpen. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat diezelfde afwijking in april 2021 nog steeds aanwezig was. Het bewijsvermoeden van de ten aanzien van de afwijking die kort na de aflevering is geopenbaard, baadt [eiser] dan ook niet ten aanzien van de afwijking die in deze procedure aan de (buitengerechtelijke) ontbinding ten grondslag ligt.